Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Vijf 'nieuwe' Leidse monumenten

Leiden heeft sinds 4 oktober vijf ‘nieuwe’ beschermde gemeentelijke monumenten. Een ensemble van drie panden ontworpen door architect Buurman, een voormalig pakhuis met autostalling en een woonhuis ontworpen door architect Jesse zijn toegevoegd aan het Erfgoedregister. Deze bijzondere monumenten hebben architectuurhistorische - en cultuurhistorische waarde en zijn van belang voor Leiden. Door het onderzoek bij de aanwijzingsprocedure weten we nu meer over de geschiedenis, bewoners én bedrijven die er gevestigd waren. 

Cronesteinkade 18, onderdeel van het ensemble ontworpen door architect Buurman.

Ensemble ontworpen door Buurman
Het kantoor en woonhuis van architect Bernard Buurman (1883-1951) aan de Cronesteinkade 18 en de twee woningen ernaast, Cronesteinkade 16 en Roodenburgerstraat 2 zijn nu beschermde gemeentelijke monumenten. Samen vormen de drie panden een onaangetaste eenheid. Architect Buurman werkte in eerste instantie met architect W.C. Mulder op het Rapenburg en vestigde zich later, in 1924, aan de Cronesteinkade. Het ontwerp van dit ensemble kenmerkt zich door de functionele opzet en rationeel gebruik van decoratieve elementen. Het Joodse weeshuis, ook door Buurman ontworpen, staat tegenover zijn voormalige woonhuis.

Behalve het exterieur is ook het interieur van Cronesteinkade 18 vrij gaaf met bijzondere tegellambrisering met art-decomotieven. De trap met balustrade, binnendeuren met blanken teakpanelen, stuc-op-rietplafonds met getrapte perklijst en een liggend raam met glas-in-lood van de Rotterdamse glaskunstenaar E. Warffemius (1885-1969).

 Detail interieur: Glas-in-lood ontworpen door E.Warffemius (1885-1969)

Lees meer over de details van alle panden in het Erfgoedregister: Cronesteinkade 16  Cronesteinkade 18  Roodenburgburgerstraat 2

Rijnsburgerweg 83
In de architectuur van het woonhuis aan de Rijnsburgerweg zijn invloeden van de art nouveau en het rationalisme te zien. Het ontwerp uit 1900 is gemaakt door de Leidse architect Hendrik Johannes Jesse. Het woonhuis heeft bijzondere details; groen geglazuurde bakstenen elementen, een erker met art nouveau balkonhek en een betimmerde geveltop.

 Voorgevel van woonhuis aan Rijnsburgerweg 83

Aan de achtergevel bevindt zich een met gesneden houtwerk verrijkte loggia boven een eenvoudige serre. In het interieur vallen de marmeren vloertegels en lambriseringen in de vestibule en gang op. De vele paneeldeuren worden afgewisseld met deuren met geëtst glas. De voorkamer bezit nog een beschilderd art nouveau plafond met lijstwerk.

 Plafond in de voorkamer van het woonhuis aan de Rijnsburgerweg 83
Lees meer over dit beschermde monument in het Erfgoedregister.

Nieuwstraat 33
Het pand in de Nieuwstraat is een zichtbare verwijzing naar de Leidse nijverheid en het industriële verleden. Het geeft een beeld van de bedrijfsgeschiedenis van de straat. Het 'nieuwe' monument bestaat uit twee delen, met rechts een oorspronkelijk pakhuis en links daarvan een voormalige autostalling. Het pakhuis werd voor de textielindustrie gebruikt in de 17de eeuw door een lakenverkoper en verver. Later door een koperslager en het was zelfs onderdeel van een brouwerij. Door de eeuwen heen is er een ambachtelijk bedrijf gevestigd.
Met de opkomende modernisering van de stad en de introductie van nieuwe vervoermiddelen opende de toenmalige eigenaar er in 1923 een autostalling. In het jaar erop bouwde hij op het naastgelegen perceel een garage met stallingsplaatsen. De voormalige garage is een sober ontwerp van de Leidse architect Jesse.

Nieuwstraat 33 met het linkerpand uit 1924, oorspronkelijk een garage en het rechterpand uit de 17de - 19de eeuw, oorspronkelijke een pakhuis.

Het pakhuis valt op door de afgeknotte topgevel. Recent gepleisterd met schijnvoegen. De gevelopeningen, de vensters op verdieping en toegang begane grond dateren uit 1883. Het vensterluik, de gevelopeningen aan weerszijden van de toegang begane grond zijn uit 1904.

Lees meer over de geschiedenis van het gebouw via deze link naar het erfgoedregister.

Uw pand of woning ook een monument?
Een eigenaar kan voor zijn/haar pand een aanvraag voor de monumentale status indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Een eigenaar stuurt daarvoor een brief met motivatie om het pand als beschermd gemeentelijk monument aan te wijzen naar het college. Het college vraagt op zijn beurt advies over de monumentale waarde aan de onafhankelijke Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden (ACL). Deze commissie gebruikt voor het advies een cultuurhistorische notitie van het pand en neemt de architectuurhistorische (interieur en exterieur) en cultuurhistorische en/of stedenbouwkundige aspecten mee in de afweging. De ACL vergadert ca. 6 keer per jaar om de adviesaanvragen van het college te behandelen. De vergaderingen zijn openbaar en de betreffende pandeigenaren worden uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn. Het college betrekt het advies van de ACL bij de uiteindelijke besluitvorming over de toekenning van de monumentenstatus. Het advies is niet bindend.

kaart