Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: Eeuwenoude waterputten in Oegstgeest

Archeologen troffen resten van 35 (!) eeuwenoude waterputten aan tijdens een opgraving langs de Haarlemmerstraatweg, op het voormalig MEOB-terrein in Oegstgeest. De oudste put moet zo’n drieduizend jaar oud zijn. De jongste dateert uit de tiende eeuw na Christus. Deze locatie was zo'n lange periode geschikt voor het aanleggen van waterputten vanwege de ligging op lage zandgronden van een strandwal. Hierdoor was zoet water gemakkelijk bereikbaar. De opgraving leverde meer op, zoals veel gebruiksaardewerk uit de Romeinse tijd. Het aangetroffen aardewerk met bloedstrepen getuigt mogelijk van een ritueel dat bij een van de waterputten heeft plaatsgevonden.

De waterputten lagen op de oostelijke flank van een strandwal. Parallel aan de huidige kust liggen meerdere van deze strandwallen. Ze ontstonden in een periode dat de kustlijn veel oostelijker lag dan nu, zo’n 5000 tot 2500 jaar geleden. Op de grens tussen zee en land ontstond een wal van door de zee opgeworpen zand. De wind vormde lage duinen op deze strandwal. In de loop van de tijd kwam de kustlijn meer westelijk te liggen en werd een nieuwe strandwal gevormd. Zo ontstond parallel aan de kust een rij van meerdere strandwallen, herkenbaar als hoger gelegen plekken in het landschap

 Archeologen vinden resten van een waterput op het MEOB-terrein in Oegtsgeest. Foto: BAAC
 
Zoet water
In de bronstijd (ca. 3000-800 v. Chr.) vormden de strandwallen een soort buffer tegen de zee, waarachter moerasbos ontstond en veen kon groeien. In de daaropvolgende ijzertijd had de zee meer invloed en was eb en vloed merkbaar tot ver landinwaarts. Ten oosten van de strandwal ontstond een kwelder. Een kwelder is een kleiig terrein dat onder invloed staat van de zee. Bij eb valt deze droog en bij vloed loopt deze onder water. Het milieu werd hiermee zouter. De meeste gevonden waterputten dateren uit de eerste eeuw vóór tot de derde eeuw na Christus (ijzertijd en Romeinse tijd). Waarschijnlijk was toen in de ondergrond van de strandwal nog zoet water aanwezig.
 
Strandwallen
Om beschermd te zijn tegen overstromingen kozen de mensen de hoger gelegen strandwallen als plaats om te wonen, daar lagen dus de nederzettingen. Op de lagere delen vonden ook activiteiten plaats. Hier werd het vee geweid. De waterputten zijn gevonden op de oostelijke helling van de zogenaamde strandwal van Warmond, op de overgang  van de hogere strandwal naar het lagere veen-kleigebied. Op deze goed begaanbare, lagere zandgronden van het duin was het zoete duinwater gemakkelijk bereikbaar, zodat de putten niet diep geslagen hoefden te worden.

Jaarringen
Archeologen troffen verschillende vondsten aan in de putten. Aan de hand van deze vondsten kon op basis van aardewerkdateringen, onderzoek van jaarringen en koolstofdateringen de ouderdom van de putten worden vastgesteld. Van de 35 putten dateerden er zo’n 28 uit de late ijzertijd en/of de Romeinse tijd. Het was niet mogelijk de opeenvolging van individuele putten vast te stellen. Het is dus niet duidelijk hoeveel putten tegelijkertijd in gebruik zijn geweest.
 
Wagenwiel
Waterputten werden op verschillende manieren aangelegd. Op de locatie zijn maar liefst tien verschillende soorten constructies te onderscheiden. Deze werden aangelegd in of om de put om te voorkomen dat de wanden instortten. In de meeste gevallen hebben de waterputten uit de late ijzertijd / Romeinse tijd een beschoeiing van plaggen, gefundeerd op een houten basis van een wagenwiel of op vier balken. De overige waterput-types (een tonput, een boomstamput, de meeste putten met een gevlochten beschoeiing en een grote vierkante bekisting) dateren uit de vroege middeleeuwen.

 Dwarsdoorsnede van een van de gevonden waterputten (waterput nr. 10). Foto: Baac

Aardewerk
Tijdens het onderzoek zijn geen resten gevonden van een nederzetting met gebouwen. Deze lag waarschijnlijk hoger op de strandwal. Wel geven de vondsten uit de putten een summier beeld van het leven op de strandwal in de late ijzertijd en de Romeinse tijd. Het gaat dan vooral om veel aardewerkscherven uit de Romeinse tijd. In die periode woonden in onze regio niet overal Romeinen. De waterputten zijn aangelegd door de inheemse bevolking. Dit blijkt uit het handgemaakte aardewerken tafelwaar als potten en  kruiken, bekers en kookpotten. De bewoners maalden zelf hun graan, getuige enkele gevonden fragmenten van maalstenen. Negentien putten hebben dierlijk botmateriaal opgeleverd, voornamelijk afkomstig van rund, varken en paard en, op basis van botmateriaal niet van elkaar te onderscheiden schaap/geit.

 Twee potten van handgevormd aardewerk uit de Romeinse tijd, afkomstig uit de waterputten 7 (de rechter pot) en 33 (de linker pot). Foto: BAAC

Bloedstrepen
Dat niet al het vondstmateriaal in de putten terecht kwam als afval blijkt uit de bijzondere vondsten uit waterput 6. Onder in deze put lagen een houten kam, een schedel van een hond, een mogelijke kraal, aardewerk met bloedstrepen en een stuk bewerkt hout, mogelijk een deksel. De archeologen denken dat hier misschien een ritueel heeft plaatsgevonden bij het buiten gebruik stellen van de waterput of het verlaten van de nederzetting, waarbij deze voorwerpen een rol speelden.

 Houten kam uit waterput 6. De kam wordt gedateerd in de late ijzertijd-Romeinse tijd. Foto: BAAC

MEOB
De opgravingen vonden in 2016 plaats, in het kader van de ontwikkeling van het voormalige terrein van MEOB: het Marine Elektronisch Optische Bedrijf. Het gebied is nu ingericht als bedrijventerrein De Boeg.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte.


Marianne Rietkerk

 


Bovenstaand artikel is opgesteld op basis van de bevindingen van BAAC, het bureau dat het archeologisch onderzoek heeft uitgevoerd in opdracht van Bedrijventerrein De Boeg en onder begeleiding van de adviseur Stadsruimte. De rapportage van het onderzoek verschijnt binnenkort als BAAC-rapport A170031.

 

 

kaart