Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: middeleeuwse kano's aan de Boshuizerkade

Archeologisch onderzoek langs de Boshuizerkade levert bijzondere vondsten op! Archeologen vonden in 2014 een deel van een nederzetting uit de zevende eeuw na Chr.: resten van een houten huis, houten opslagschuren, meerdere erfafscheidingen en 34 waterputten kwamen aan het licht. Uit analyse van het hout voor de bekisting van de putten blijkt dat hiervoor oa. delen van boomstamkano’s te zijn gebruikt. En deze worden zelden gevonden.

De waterputten uit de zevende eeuw waren voorzien van een houten bekisting. Die bekistingen bestaan vooral uit eikenhout. Dat is sterk en zorgde ervoor dat de waterput lang mee kon gaan. Vaak gebruikte men hout dat eerst een andere functie had. Dit is te zien aan gaten in de planken en aan resten van houtverbindingen die in de waterput geen functie hadden. Ook de uiteenlopende dateringen van verschillende planken in één en dezelfde waterput wijzen erop dat ten minste een deel van het hout hergebruikt is.

 Waterput (structuur 129) met een houten bekisting van deels hergebruikte eiken planken afkomstig van een boomstamkano.

Pengaten
Een aantal eiken planken in twee van de opgegraven waterputten was relatief dun en in doorsnede enigszins hol. Ook hadden ze meerdere pengaten, waarin deels nog afgebroken houten pennen zaten. In de ene waterput bevonden zich drie van dergelijke planken. Het bleken resten te zijn van een boomstamkano of -boot. De kano moet een verhoogde boord hebben gehad, waarbij men planken langs de bovenzijde heeft bevestigd om te voorkomen dat het water naar binnen sloeg. Een dergelijke constructie wordt ook wel een opgeboeide kano genoemd.

Haksporen
Langs de lange zijde van de planken waren gaten geboord, steeds op 38 cm afstand van elkaar. Dit duidt erop dat de plank op overnaadse wijze op de bovenzijde van een uitgeholde boomstam bevestigd is geweest. Haaks op de randen zijn ook rijen gaten aanwezig. Deze dienden waarschijnlijk voor de bevestiging van de planken op de spanten in de boot. De binnenkant van de planken is heel netjes en glad afgewerkt. De schroeiplekjes die her en der op het hout aanwezig zijn, geven aan dat de boomstamkano eerst met vuur is uitgehold en daarna met een dissel verder netjes is afgewerkt. Van deze dissel zijn op sommige plaatsen nog haksporen te zien. De boot of kano moet minimaal drie meter lang geweest zijn.

Reconstructie van een opgeboeide boomstamkano uit de elfde eeuw, aangetroffen in Recreatiegebied Spaarnwoude in 1974. Tekening: A. Numan, IPP

Schroeiplekken
In de andere waterput zijn eveneens drie stukken van een kano gevonden. In dit geval gaat het om kleinere fragmenten, maar ook hier is sprake van gatenrijen waar spanten tegenaan bevestigd zijn geweest. De binnenkant van het hout heeft grote schroeiplekken die vermoedelijk het gevolg zijn van het uitbranden van de boomstam tot kano. Ook zijn aan de binnenkant her en der haksporen van een dissel zichtbaar. 

Boomstamkano
De vondst van de twee delen van boomstamkano’s maakt weer duidelijk dat de nederzettingen in dit gebied gericht waren op het water en daar ook deels van afhankelijk waren. Boomstamkano’s komen al voor in de prehistorie, maar worden – ondanks de goede conserveringsomstandigheden in het westelijk kustgebied - niet vaak gevonden. In de loop van de vroege middeleeuwen ontstaat een nieuwe variant in de vorm van een opgeboeide (met planken verhoogde) boomstamkano. Vergelijkbare resten van opgeboeide boomstamkano’s zijn bekend uit Kuinre, tweemaal in Oegstgeest-Nieuw Rhijngeest, Rotterdam en Utrecht-Leidsche Rijn.

Rivieraken
In de loop van de dertiende eeuw verdwijnt dit type vaartuig, om plaats te maken voor volledig uit planken gebouwde boten. In deze periode gebruikte men ook grotere schepen. Naast boomstamkano’s kende men in de vroege middeleeuwen grotere rivieraken met een platte bodem als typisch transportschip. Zeewaardig waren kielschepen, die volledig uit planken werden gemaakt. Opgeboeide kano’s, zeker de kleinere exemplaren, waren geschikt voor gebruik op rivieren. Niet vreemd dus dat vergelijkbare resten van kano’s uit de zevende eeuw (Merovingische periode) ook zijn gevonden op andere plekken langs de Oude Rijn: Oegstgeest-Nieuw Rhijngeest en Leiderdorp-Plantage.

Handelscontacten
De opgravingen aan de Boshuizerkade hebben een schat aan informatie opgeleverd over het leven en wonen langs de Rijn in de zevende eeuw na Christus. De afgelopen jaren zijn er in het mondingsgebied van de Rijn meerdere nederzettingen uit deze periode aan het licht gekomen. De bewoners van dit relatief dichtbevolkte gebied onderhielden handelscontacten met de Noordwest-Europese en Scandinavische kustgebieden, maar ook met het Europese achterland van de Rijn en Maas. Niet alle nederzettingen waren evenveel op de handel gericht. Kleine vindplaatsen, zoals Boshuizen, geven juist een beeld van een redelijk zelfvoorzienende boerengemeenschap, zonder aanwijzingen voor ambachtelijke specialisatie of handelscontacten.

Specialisten
Met grote regelmaat worden bij archeologische opgravingen schatten uit de Leidse bodem ontdekt. Soms duurt het echter maanden of zelfs jaren voordat alle vondsten zijn schoongemaakt en door specialisten zijn onderzocht. En dan kan het zomaar voorkomen dat er jaren na afloop van een opgraving opnieuw bijzondere vondsten en verhalen aan het licht komen. Zo liep het ook bij de opgraving aan de Boshuizerkade.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte.


Chrystel Brandenburgh


Om verder te lezen:
Dr. M.F.P. Dijkstra, Rondom de mondingen van Rijn & Maas. Landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek, 2011. Online te raadplegen via deze link. (gratis download beschikbaar)

Het onderzoeksrapport van de opgravingen aan de Boshuizerkade komt dit najaar beschikbaar op onze website.

 

kaart