Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: Kleur in de jaren 20

Zandgeel gecombineerd met fel blauw! Een combinatie die wijst op de invloed van modernistische architectuurstromingen als De Stijl.Tijdens kleurhistorisch onderzoek aan de gymzaalvleugel van de Kaasmarktschool (1929-1930) kwam dit bijzondere kleurenpalet aan het licht*. Was deze kleurige gymzaal een uitzondering? We gingen op zoek naar het kleurgebruik op architectuur in de jaren twintig in Leiden. In onze krantencollectie en beeldbank vonden we interessante aanwijzingen. Zo gaven bekende architecten als Jan Wils en Piet Zwart hier lezingen over het belang van kleuren in de architectuur. En op zwart-wit foto's uit die tijd zien we dat contrasten niet werden geschuwd.

 
Zicht op de Kaasmarktschool, zijde Kaasmarkt, in 1975 met op de begane grond de gymzaalgevel uit 1929-1930. Het complex dateert uit 1909-1930 en huisvestte in eerste instantie de Gereformeerde School voor Lager Onderwijs en later de MULO. Op het terrein van het in 1927 gesloopte 'Invalidenhuis' kwamen in 1929-1930 een gymzaal, dienstwoning en vier extra lokalen te staan. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken.

 
'Kleurentrapje' op raamhout uit 1929 in zijgevel gymzaal Kaasmarktschool. Hierop is te zien dat de eerste afwerking van het schilderwerk donkergeel was. Foto en onderzoek door Suzanne Fischer. 

  
'Kleurentrapje' gemaakt op kozijn uit 1929 zijgevel gymzaal Kaasmarktschool. Het trapje maakt duidelijk dat de eerste afwerking van het schilderwerk blauw was. Foto en onderzoek door Suzanne Fischer. 

Veel Leidenaren waren aan het begin van twintigste eeuw wat huiverig voor al te moderne fratsen.Toch was bouwend Leiden wel via tijdschriften en lezingen op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de architectuur. Met name De Stijl stond (en staat) bekend om de systematische toepassing van primaire en secundaire kleuren om zo de architectuur naar een ‘hoger’ plan te tillen. Stijl-goeroe en oprichter Theo van Doesburg noemde dit ‘kleuroplossingen’.

Al weer over moderne bouwkunst?
Zelfs bij de conservatieve Leidse ‘Vereeniging tot Bevordering van de Bouwkunst’, had het gedachtengoed van De Stijl een stevige voet tussen de deur. Stijl-architect Jan Wils gaf in 1920 en1923 op vergaderingen van de vereniging een tweetal lezingen over moderne architectuur met  "lichtbeelden, waarin sprekers bedoelingen tot bijzondere uiting kwamen", aldus het Leidsch Dagblad van 27 maart 1920 . Ondanks de enkele verzuchting ‘Wat, nu al weer over moderne bouwkunst?’ werden zijn lezingen positief ontvangen.

Kleuroplossing
Toen Wils op de vergadering van oudejaarsdag 1921 door ziekte verhinderd was, liet hij zich vervangen door zijn bureaumedewerker, binnenhuisarchitect Piet Zwart (later bekend van de Bruynzeel-keuken). Zwart greep prompt de kans om over "Kleur in Bouwkunst” te spreken. In zijn lezing ging Zwart uitgebreid in op de kleurenleer van Wilhelm Ostwald (1914). Het Leidsch Dagblad van 31 december 1921 doet verslag van de lezing en schrijft hierover: "Het is nu als 't ware een toonzetting zooals in de muziek, doch thans in de kleur [...]. Het was de Duitscher Ostwald, die deze nieuwe theorie verkondigde, en al zal het nog wel lang duren, voordat de potjes verf door den schilder geleverd worden, toch is het niet te ontkennen, dat de idee van dezen chemiker een volkomen harmonie doet ontstaan die, zoowel voor de in- als de uitwendige versiering onzer wooning van grooten invloed zal blijken. De heeren konden zich aan de aanwezige afbeeldingen van uitgevoerde interieurs overtuigen, wat er reeds in deze richting bereikt is." Onder die afbeeldingen bevond zich waarschijnlijk Piet Zwarts’ eigen ‘kleuroplossing’ voor het door Jan Wils ontworpen dansinstituut Guillard-Jorissen in Den Haag (1921).


Piet Zwart, kleurontwerp voor Dansinstituut Guillaard-Jorissen in Den Haag, 1921. Collectie Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Archief (WILS), inv.nr. 1469.

Felblauw
Piet Zwart of Wils zelf kan in van hun lezingen ook hebben verwezen naar Wils’ ideeën over de afstemming van materiaal en buitenschilderwerk. Zo waren in zijn ontwerpen voor volkswoningbouw in Woerden (1918)  en Gorinchem (1919-1920) de boeiboorden van de dakgoten felblauw en het raamhout zonnig geel, om te harmoniëren bij de rode pannen op het dak en het groene grasveld voor de deur. 

  
Jan Wils, schets voor arbeiderswoningen te Woerden, 1918, met blauwe voordeuren en dakgoten, geel raamhout en rode dakpannen. Collectie Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, Archief (WILS), inv.nr.1454.

Contrastrijk in zwart-wit
Hoe de ideeën over kleurgebruik op buitenschilderwerk in de Leidse bouwpraktijk doorsijpelde, dat is nog een open vraag. Terwijl gekleurd glas-in-lood redelijk vaak is behouden, is schilderwerk meestal in de loop der tijd veranderd. Zwart-witfoto’s van Leidse panden uit onze eigen collectie geven in een aantal gevallen aanwijzingen dat de modieuze voorkeur voor sterke contrasten in het schilderwerk werden opgepikt. Zeer contrastrijk is bijvoorbeeld het schilderwerk van de arbeiderswoningen rondom speeltuin Het Oosterkwartier in uitbreidingswijk De Kooi.

 
Volkomen kleurcontrast in een glas-in-loodvenster uit 1924-1926, Haarlemmerstraat 130-136 (HEMA). Foto: Erfgoed Leiden en Omstreken.

 
Een contrastrijke Ambonstraat. Uitsnede uit een foto door Hendrik Jonker, ca. 1924, glasnegatief. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken, GN006712. 

Willem Kret
Ook kwamen kleurcontrasten voor in het interieur, zoals te zien bij de kennelijk net verbouwde keuken van de Leidse aannemer-architect en amateurfotograaf Willem Kret(1879-1967) in Garenmarkt 18. Onder de vele door hemzelf aan het archief nagelaten foto’s uit de jaren twintig is ook een aantal foto’s van pas opgeleverde bouwwerken, die daarmee een beeld geven van de oorspronkelijke toestand. Zo is te zien dat contrast ook wel gezocht werd door de glaslatten rondom kleurige glas in loodramen in een andere, ‘lichtere’ tint te schilderen dan de duidelijk pigmentrijkere of donkerder raamhout en kozijnen. Voorbeelden hiervan zijn Korevaarstraat 55, een café met bovenwoningen (1928) en het rond 1929-1930 gebouwde Raamsteeg 63.

 
Willem Johannes Kret, Korevaarstraat 55 na oplevering, met donkere kozijnen, lichte glaslatten, onbeschilderd natuursteen en veel glas-in-lood, 1928, glasnegatief. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken, GN000726.

Materiaal = kleur
Het gehele kleurbeeld van een jaren twintig gevel werd niet enkel door het schilderwerk van de kozijnen bepaald: materiaal maakt – zoals Jan Wils al aangaf - óók deel uit van het kleurbeeld. Het constructieve muurwerk, doorgaans van bak- en natuursteen – al dan  niet met beton afgewisseld – mocht zijn natuurlijkheid uitstralen. Ook kon er worden verlevendigd door speciale patronen in het metselwerk, of een speciale frijnslag aan te brengen. In betonnen lateien werden ook wel kiezels meegegoten om ze minder kaal te doen lijken. Al deze materialen mochten volgens de architectuuropvatting van de tijd op natuurlijke wijze wat verweren. Helaas is tegenwoordig maar al te vaak het pure natuursteen of beton met witte verf overschilderd. Dit geeft een niet-authentieke, felle nadruk  op betonnen of natuurstenen elementen die van oudsher meer een eenheid waren met het bakstenen metselwerk.

Gevelopeningen
Het kleuraccent lag door de geverfde vensters, het glas-in-lood of de geglazuurde tegels, oorspronkelijk juist op gevelopeningen zoals ramen, deuren, portieken en winkelpuien. Hoe fel deze gevelelementen kunnen  zijn geweest, blijkt bijvoorbeeld uit de in 1928 door Willem Kret verbouwde winkelpui van Stomerij De Regenboog, Breestraat 159. Medio 2016 is daarvan de oorspronkelijke pui-omlijsting van stralend ultramarijnblauw tegelwerk met behulp van winkelpuisubsidie hersteld.

 
Willem Johannes Kret, de winkelpui van Breestraat 159 na verbouwing in 1928, glasnegatief. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken, GN000063.

 
Detail pui-omlijsting Breestraat 159. Het ultramarijnblauwe tegelwerk uit 1928 vormt een opvallend kleuraccent. Foto: Cas Nagtzaam, Erfgoed Leiden en Omstreken.

Subsidies voor kleurherstel
Of de gymzaal van de Kaasmarktschool inderdaad geschilderd was in een het moderne, contrastrijke kleurenpalet van de jaren twintig, zal nader kleuronderzoek gaan uitwijzen. De gemeente Leiden stimuleert het onderzoek naar en herstel van historische kleuren in de binnenstad door middel van een subsidieregeling.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte.

Inger Groeneveld
10-20-2020


Om verder te lezen:

*Suzanne Fischer, Kleuronderzoek exterieur Kaasmarktschool, Amsterdam, 20 februari 2020.

Over kleurentheorieën en kleurontwerpen van Theo van Doesburg:
De kleur lost de architectonische ruimte op. De briefwisseling tussen Theo van Doesburg en architect C.R. de Boer, 1920-1929. Bezorgd en ingeleid door Sjoerd van Faassen en Herman van Bergeijk, Haarlem 2020. (inclusief  een hoofdstuk door Lisette Kappers over haar kleurhistorisch onderzoek)

Theo van Doesburg, Naar een beeldende architectuur, Nijmegen 1983.

Over Jan Wils:
Herman van Bergeijk, Jan Wils. De Stijl en verder, Rotterdam 2007.
Een beknopte necrologie van aannemer-architect en amateurfotograaf Willem Kret is te lezen in:  Jaarboekje H.V.O.L. 1968 p 25-26

kaart