Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: zeldzame Oegstgeester dakpannen

Zeldzame schubvormige dakpannen gevonden bij sloop van een café in Oud Ade. Het gaat om zogenaamde Oegstgeester dakpannen uit ca. 1868. Een machinaal product gemaakt tussen 1852 en 1907 door een dakpannenfabriek uit Oegstgeest. De archieven van zowel Oegstgeest als Leiden bevatten stukken over deze dakpannenfabriek langs de Rijn.

Op een van de dakpannen staat de tekst NIJVERHEID OEGSTGEEST gestempeld, een verwijzing naar de producent. Dakpannenfabriek ‘De Nijverheid’ maakte dergelijke dakpannen tussen 1852 en 1907, op het huidige Werninkterrein aan de Rijn. Dat hoorde destijds nog bij Oegstgeest. De archieven van zowel Oegstgeest als Leiden bevatten stukken over deze dakpannenfabriek, waaronder enkele tot nu toe onbekende foto’s. Het archief van Oegstgeest bevindt zich sinds 1 januari bij Erfgoed Leiden en Omstreken.


Voor- en achterzijde van een van de vier Oegstgeester dakpannen, afkomsrtig van voormalig café 't Lageland te Oud Ade. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken. 

Introductie in Nederland
De oorsprong van de pan ligt in Engeland. Daar werd het rond 1845 de eerste machinaal vervaardigde dakpan. Via België kwam dit type dakpan naar Nederland. De Belg Victor Josson krijgt in 1851 voor 15 jaar een Nederlands octrooi voor de productie van de nieuwe platte dakpan. Josson liet zijn eerste pannen produceren bij de pannenfabriek ‘Weltevreden’ in Koudekerk aan de Rijn. In hetzelfde jaar schenkt 'Het Tijdschrift voor de Handwerksman en het Fabriekwezen in Nederland' aandacht aan deze platte dakpan met dubbele boorden en zijn "vreemdsoortig, doch bevallig aanzien".

 Bericht over het verleende cotrooi aan Victor Josson in de Nederlandse Staatscourant, 2 augustus 1851

De dakpanfabriek in Oegstgeest
In 1852 bouwt Josson een eigen nieuwe dakpanfabriek in Oegstgeest, op een voor aan- en afvoer gunstige locatie langs de Rijn: het latere Wernink-terrein aan de huidige Amphoraweg, nu Leiden. Hij noemt zichzelf dan directeur der Nederlandsche Maatschappij van dakpannen, tegels en stenen. Josson krijgt in 1854 ook het Nederlandse octrooi op de invoering van de uitvinding om voorwerpen van gebakken aarde voor water ondoordringbaar te maken. Al in 1853 diende hij een aanvraag in bij de gemeente voor het bouwen van een nieuw ‘fornuis’ met een ketel waarin “ongeveer drieduizend dakpannen kunnen worden geplaatst om daarna te worden aangevuld met teer, was, olie of andere vetwaren, ten einde te worden gekookt". Dit zal het procedé zijn om de waterdichtheid van het gebakken product te verhogen. Vanaf 1854 gebruikt de dakpanfabriek voor het eerst de naam ‘De Nijverheid’ gebruikt.

 Briefhoofd van pannenbakkerij De Nijverheid. Het betreft een nota voor het gemeentebestuur van Oegstgeest uit 1874.  Collectie Gemeentearchief Oegstgeest.

 De Oegstgeester dakpannenfabriek, tussen 1904 (eerste steen kantoor Wernink) en 1911 (sloop gehele pannenfabriek). In de fotocollectie van Erfgoed Leiden en Omstreken werden in het onderzoek naar Oegstgester dakpannen drie, tot op heden onbekende foto's van de fabriek aangetroffen. 

 Bericht in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 21 april 1853

Een exclusieve dakpan
Op dat moment heette de pan nog niet Oegstgeester dakpan. Het is ook niet duidelijk vanaf wanneer de dakpan zo werd genoemd. De pan staat ook wel bekend als Jossonpan, hartpan, leliepan, beverstaartpan of klaverblaadjes. In Holland was voor de komst van de machinaal vervaardigde pannen de oud-Hollandse pan gebruikelijk. Josson prees zijn nieuwe pan aan vanwege de hoge dichtheid, deugdzaamheid, sierlijkheid en doelmatigheid. De Oegstgeester pan was een duurdere, exclusieve pan, die bijna twee keer zoveel kostte als een gewoon exemplaar. Daardoor is hij ook niet heel vaak gebruikt. Daken met Oegstgeester pannen zijn intussen zeldzaam. In 2003 kreeg het koetshuis van Oud Poelgeest te Oegstgeest een dak van nieuwe Oegstgeester pannen. In Leiden kennen we voor zover bekend nog maar één dak met Oegstgeesterpannen, Rijn- en Schiekade 128.

 Bericht in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 6 maart 1860

De Engelse oorsprong 
Voor de Oegstgeester dakpan door De Nijverheid werd geproduceerd, had hij al een lange weg afgelegd. Het basis-ontwerp van de dakpan komt uit Engeland, waar de ontwerper John Reed er in 1843 patent op kreeg. Hij noemde de pannen Tudors (visschubvorm). Reed liet zich voor dit ontwerp inspireren op de zogenaamde beverstaartpan, een platte dakpan met een afgeronde onderkant, gebruikt in Zwitserland, Beieren en Oostenrijk. Reed voegde er een opstaande rand aan toe, waardoor de pannen beter in elkaar grepen en zo zorgden voor een meer waterdicht dak. Hij liet de pannen bovendien vervaardigen met een machinale pers, een voor die tijd revolutionaire productiemethode.

Productie in België
Reed wilde zijn pannen laten produceren door Engelse machines in steen- en pannenbakkerijen van de Rupelstreek, onder Antwerpen. Die bleken daar niet goed genoeg voor toegerust. De eigenaren, Eugène Josson en Aimè de Langle, pasten het ontwerp en de productiemethode aan en kregen er een octrooi voor. De dakpan kreeg de kenmerkende dubbele rand en ingedrukte palmetten die de pan meer stevigheid gaven. De pannen waren ook beter bestand tegen regen, wind, sneeuw en vorst. Een nieuwe pannenpersmachine kon veel grotere hoeveelheden produceren. Jossons broer Victor zou de dakpan vervolgens naar Oegstgeest brengen.

 Briefhoofd van dakpannenfabriek De Nijverheid. Het betreft een nota voor het gemeentebestuur van Oegstgeest uit 1903. Collectie Gemeentearchief Oegstgeest.

Machinaal geproduceerde dakpan
De Oegstgeester pan is een voorbeeld van een product uit de overgangsperiode van hand- naar machinaal gevormde producten en daarmee representatief voor de industriële revolutie. De productie lag rond 1875 voor Oegstgeester pannen op circa 3.800 à 4.000 pannen per dag van 12 uur. In dezelfde tijd maakte je met de hand ongeveer 1.000 tot 2.000 gewone oud-Hollandse pannen.

Faillissement en opkoop door Wernink
De ‘fabriek van platte en holle dakpannen, tegels en steenen, genaamd de Nijverheid’ kreeg vanaf 1871 een aantal opeenvolgende nieuwe eigenaren. In 1907 ging de pannenfabriek failliet, waarna op een openbare veiling de naastgelegen betonfabriek Wernink het terrein koopt. Dat laat de pannenfabriek vier jaar later slopen om de betonfabriek te kunnen uitbreiden. De schubvormige pannen werden daarna nog wel gemaakt, bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn bij Van Oordt, Van Dijk en Oosthoek.

 Aankondiging van de openbare verkoop van De Nijverheid in De Nieuwe Courant van 9 februari 1907 

 Het kantoor van Wernink betonfabriek tussen 1904 (eerste steenlegging kantoor Wernink) en 1911 (sloop gehele pannenfabriek). Het kantoor is op deze foto gezien vanaf de latere Hoge Morschweg. Op de achtergrond staat nog pannenfabriek De Nijverheid. Collectie Erfgoed Leiden en Omstreken. 


Vondst van de Week

Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze website, Twitter, Facebook en Instagram houden zij u op de hoogte. 


Edwin Orsel

3 februari 2022

Met dank aan Paul de Niel (conservator, op rust, Ecomuseum & Archief van de Boomse Baksteen), Huub Mombers (dakpanmuseum Alem) en Carla de Glopper-Zuijderland (voormalig gemeentearchivaris Oegstgeest)

kaart