Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: Onderwijs op de plantages

In Nederland was er tot ver in de 19e eeuw nauwelijks actie om de slavernij af te schaffen. De slavernij was hier geen dringend probleem. Bestuurders, hoogleraren en dominees hadden, afgezien van het economisch voordeel, vooral oog voor de bekering tot het christendom. Tot slaaf gemaakten kregen daarom godsdienstonderwijs op de plantage. Een klein pamflet uit 1830, in de bibliotheek van Erfgoed Leiden, getuigt hiervan.

Het pamflet roept op om lid te worden van de net opgerichte Leidsche Afdeeling der Maatschappij ter bevordering van het Godsdienstig Onderwijs onder Slaven en Kleurlingen in de kolonie Suriname. Deze maatschappij werd in Suriname in 1828 opgericht, en had ook een afdeling in Den Haag. Deze Haagsche Maatschappij leverde het geld voor de planning die het bestuur in Suriname opstelde.

2023 09 032023 09 04

2023 09 052023 09 06
Klik op de bladzijdes van het pamflet om te vergroten.

Verspreiding van het christelijk geloof
De oprichting van de Haagsche Maatschappij hing samen met het nieuwe slavenreglement van 1828. Daarin bepaalde de overheid dat het christelijk geloof onder de tot slaaf gemaakten moest worden verspreid.In het reglement werden tot slaaf gemaakten wel voor het eerst als personen benoemd in plaats van voorwerpen. Onmondige personen, dat wel. Dat betekent dat zij niet de rechten hadden die andere mensen hadden.

De ondertekenaars van het Leidse pamflet waren niet de minsten:

  • Nicolaas C. Kist, hoogleraar kerkgeschiedenis, moraal en natuurlijke theologie
  • Willem P. Kluit, directeur van het Leidse postkantoor
  • Nanning Berkhout, predikant
  • Matthijs Siegenbeek, hoogleraar Nederlandse taal en welsprekendheid
  • Hendrik W. Tydeman, hoogleraar rechten en eerder rector magnificus
  • Diederik van Leyden Gael, raadslid en eerder burgemeester
  • Hendrik J. Matthes, predikant
  • Abraham van Gerwen, raadslid
  • Everhard H.J. Cunaeus, stadssecretaris van Leiden.

De meesten van deze hoge heren waren zeer actief in organisaties die arme mensen in Leiden hielpen. Waarom steunden zij het godsdienstonderwijs aan tot slaaf gemaakten, maar spraken zij met geen woord over de slavernij?

2023 09 01
Hendrik Willem Tydeman (1778-1863). Hoogleraar in de Rechtsgeleerdheid te Deventer, Franeker en Leiden. Ter halver lijve links, op gevorderde leeftijd, in toga met ridderorde. Met facsimilé van zijn handtekening. Uit de collectie van Erfgoed Leiden en Omstreken (PV_PV62054). 

Christelijke slaven werkten beter
Dat wordt in het pamflet duidelijk. Want in Suriname had het godsdienstonderwijs door de Evangelische Broeders goede resultaten opgeleverd:

“Deze menschlievende poging heeft zich, bij ervaring, als hoogst nuttig doen kennen; zodanig, dat de Ingezetenen der Kolonie, niet alleen geen ijdele vrees voor de meerdere beschaving der zwarte bevolking koesteren, maar ziende, dat de tot belijders van het Christendom gevormde Slaven, betere menschen werden, die met meerdere getrouwheid hunnen pligt betrachten, en aan hunne Heeren hoogere achting toedroegen (...).2

Kortom: de angst dat godsdienstonderwijs de tot slaaf gemaakten opstandig zou maken was ongegrond. Integendeel, christelijke slaven werkten beter.

“Roeinegers” en vaartuigen
De toespraak bij het 25-jarig bestaan van de Maatschappij verduidelijkt deze gedachtegang enigszins. De Maatschappij had namelijk niet de macht de slavernij op te heffen. Maar, het opheffen van de “innerlijke slavernij” – geen christen zijn – kon wel. Dat de Maatschappij de slavernij niet kon stoppen klopt. Maar, erg veel energie werd er ook niet in gestoken. Integendeel. In het financieel overzicht bij de toespraak staat de aanschaf van “roeinegers en vaartuigen”. Die brachten de zendelingen het binnenland in. Hier staan de tot slaaf gemaakten opnieuw tussen de voorwerpen.

2023 09 02Tentboot met roeiers op een rivier. Hoewel de foto in ca. 1910 is genomen, is de boot die erop te zien is, een zogenaamde tentboot, zoals die door plantage-eigenaren tijdens de slavernij gebruikt werd. De boot werd aangedreven door roeiende slaven, terwijl de planter en zijn vrouw en kinderen onder het afdak zaten. Uit de collectie van het Tropenmuseum (Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen). 

Hendrik Tydeman
Ter vergelijking: in de beide buurlanden van Suriname was de slavernij in 1833 (Engeland, Brits-Guyana) en 1848 (Frankrijk, Frans-Guyana) afgeschaft. In Nederland ging het een stuk langzamer. Een van de ondertekenaars van het Leidse pamflet, professor Hendrik Tydeman, pleitte in 1828 voor het aanpassen van het slavenreglement. In 1842 was hij met hoogleraar theologie Johan Frederik van Oord lid van de Leidse Antislavernijkring. Maar beide professoren stemden in 1842 ook in met een verzoek van het Ministerie van Marine om geen antislavernijvereniging op te richten...3

Uiteindelijk droeg de Haagsche Maatschappij toch wel iets bij. De lessen waren vaak het enige lees- en schrijfonderwijs dat op de plantages gegeven werd.

Ariela Netiv
11 mei 2023

Literatuur:

1. Reformatorisch Dagblad 18 mei 1973, p. 2: Proefschrift dr. K.A. Zeefuik. Hernhutters verkondigden Surinaamse slaven ondanks blanken het Evangelie.
2. C.M. Moes, Het vijf en twintigjarig bestaan der Maatschappij ter bevordering van het Godsdienstig Onderwijs onder de Slaven en verdere Heidensche Bevolking in de Kolonie Suriname : plegtig gevierd te Paramaribo, den vierden Julij 1854, p. 13 en 49.
3. Gert Oostindie en Karwan Fatah-Black, Sporen van de slavernij in Leiden, Leiden University Press 2017, p. 59-60.


Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, Twitter, Mastadon, Instagram en Facebook houden zij u op de hoogte.

kaart