Molen de Valk heeft sinds een paar weken een andere kleur. Het voormalig crème-wit maakt nu op veel plekken plaats voor zonnig okergeel. En er kwam een aantal kleurdetails bij. Dankzij het werk van een kleuronderzoeker, zwart-wit foto’s en enkele schilderijen kwamen we achter de oudst-bekende kleurstelling van deze stellingmolen uit 1743. Molen de Valk is nu in oude luister hersteld. De wieken en askop laten nog even op zich wachten: die worden eerst vervangen en dan ook geschilderd.
Eerder is al eens geprobeerd om de historische kleuren van de achttiende-eeuwse stellingmolen terug te vinden, maar zonder resultaat. Inmiddels is er met kleuronderzoek meer mogelijk. Zowel in het onderzoek van verflagen, maar ook door nieuwe mogelijkheden door middel van historische afbeeldingen. Daarom was het een goed moment om het nog eens te proberen, en nu wel met het gewenste resultaat.
Voor het kleurherstel: veel crème-wit en een beetje donkergroen. Foto door Inger Groeneveld, Erfgoed Leiden, 2024.
De kleuren van Molen de Valk
Molen de Valk kent sinds de jaren 1970 twee hoofdkleuren: donkergroen en veel crème-wit. De kozijnen en ramen in de stenen romp waren helemaal crème-wit. Dit was historisch gezien een beetje gek. Door de vele kleuronderzoeken in Leiden wisten we namelijk zeker dat raamhout en kozijnhout meestal niet in dezelfde kleuren geschilderd werden. Uit kleuronderzoek op molens in andere plaatsen blijkt ook dat molens oorspronkelijk ook kleurige accenten hebben. Vaak rondom het wiekenkruis, de voorzijde van de kap (voorkeuvelens) en het sierlijke naambord van de molen (baard). Kortom, was Molen de Valk vroeger meerkleuriger, en zo ja hoe dan? Het was belangrijk om hierbij in gedachten te houden dat kleurenpaletten ook heel lokaal bepaald kunnen zijn. Zo is de kleurstelling van een Zuid-Hollandse stellingmolen niet hetzelfde als die van een houten zaagmolen op de Zaanse Schans.
Speuren naar historisch hout
Het was tijd om een ervaren externe kleuronderzoeker1 naar historische verf op de molen te laten zoeken. Dat gebeurde op een steiger. Maar eerst zetten onze eigen bouwhistorici op een rijtje op welke plekken er nog historisch hout aanwezig kon zijn. Want zonder historisch hout geen historische verflagen. Vanaf 1925 kampte de molen namelijk met een periode van extreem verval. Met de jaren dertig van de twintigste eeuw en oorlogsjaren als dieptepunt. Er stond in 1945 alleen nog maar een romp zonder stelling of wieken. Na de oorlog onderging de molen verschillende restauraties, en is ook veel hout vervangen. Helaas voor het kleuronderzoek gingen daarmee ook veel oude verflagen verloren. Op enkele plekjes na…
De ontmantelde molen in 1946, vlak voor de eerste restauratie. Uitsnede uit een foto door Hendrik Jonker (PV_GN00692900).
Zwart-wit foto’s
Voor, tijdens en na het kleuronderzoek op de steiger doken experts van Erfgoed Leiden, waaronder ook de molenaars zelf, in het historische beeldmateriaal van de molen. Dat waren vooral zwart-wit foto’s die niet verder teruggingen dan ongeveer 1860. Maar het waren wel véél foto’s, waaronder ook negentiende- en twintigste-eeuwse glasnegatieven, die tot in detail heel goed in te zoomen zijn.
Zwart-wit foto’s tonen natuurlijk geen kleur. Maar ze zijn wel heel geschikt om te zien waar in het verleden lichte (witte), middentinten (kleuren tussen wit en donker in) en donkere kleuren zijn toegepast (bijv. zwart, of kleuren die op een zwart-witfoto heel donker lijken). Zo kun je in ieder geval zien op welke plekken er überhaupt kleurafwisseling was. Zo zagen we dat de molen in de negentiende eeuw en tot aan de oorlog als accent witte “sokken” had. Zo waren de rode accenten van de balkkoppen veel beter zichtbaar. Deze witte “sokken” waren op oude foto's te zien rond de askop op de wieken, de uiteinden van de horizontale balken bij de kap (spruiten) en op de lange dunne balken (schoren) van de molenstaart. Dat betekende ook dat die balken - afgezien van die witgeschilderde stukjes - dus niet wit waren. En de kozijnen van de molenwoning bleken ook niet wit te zijn. Maar welke kleur dan wel?
Op deze uitsnede van een glasnegatief uit circa 1910 is te zien dat er 'witte sokken' zaten aan de schoren (lange slanke balken) van de molenstaart, maar dat de dikke staartbalk juist geen witte sok had. Ook waren de relingen (die toen nog veel slanker waren dan tegenwoordig) wit, evenals de balk-koppen van de stelling. En als je goed kijkt zie je ook witte handvatjes van het kruiwiel. Uit de collectie van Erfgoed Leiden (PV_PV32496.7).
Schilderijen
Enkele schilderijen van de molen, uit de collectie van het Molenmuseum de Valk en Erfgoed Leiden, konden ons meer vertellen over de hoofdkleuren van de molen in de negentiende- en vroeg twintigste eeuw. De schilderijen lieten zien dat een zonnig warm okergeel de belangrijkste hoofdkleur was op het houtwerk van de molen. Maar het ene oker is het andere niet. Daarom is het fijn dat de kleuronderzoeker, ondanks de moeilijkheden om verflagen te vinden, ook daadwerkelijk op enkele plekken oker aantrof. Dit okergeel bleek op bijvoorbeeld alle kozijnen, de wieken en molenstaart, het middenkalf van de grote poortdeuren te zitten. En ook de daklijst van de aanbouw had die kleur.
Johannes Cornelis Roelandse, Korenmolen de Valk gezien vanaf de Rijnsburgersingel olieverfschilderij, te dateren in/voor juli 1925, (uitsnede). Collectie Molenmuseum de Valk inv. 5083, bruikleen erven J.C. Roelandse.
Johannes Cornelis Roelandse, Korenmolen de Valk gezien vanuit het oosten, olieverfschilderij, te dateren voor juli 1925, (uitsnede). Collectie Molenmuseum de Valk inv. 5084, bruikleen erven J.C. Roelandse.
De schilderijen bevestigden verder dat de donkere kleur – van op de zwart-witfoto's - op bijvoorbeeld de luiken en deuren ook 'gewoon' effen donkergroen was. De zandlopers die op foto's uit de jaren 1930 en 1940 te zien waren, werden daarom niet teruggebracht. Deze kwamen alleen voor in de periode van verval van de molen.
Deuren en luiken met zandlopers. Het schilderwerk van de molen heeft ook een nogal bonte periode gekend. Uitsnede uit een glasnegatief door Willem Johannes Kret uit 1930. Uit de collectie van Erfgoed Leiden (PV_GN001694).
Gewone kleuren, nieuwe verhoudingen
In de nieuwe situatie werd het (lood)wit een bewuste accentkleur. Dat is te zien bij de ramen en de liggers van het stellinghek. En verder bij de 'witte sokken' om de balkuiteinden, ook die op de stelling. Het donkergroen bleef (in een iets andere tint) behouden voor de luiken, deuren en elementen in de kop van de molen. Doordat deze vrij ‘gewone’ kleuren in een andere verhouding zijn toegepast, lijkt het kleurbeeld al met al toch heel anders: veel warmer.
Een goed voorbeeld hiervan is de voordeur van de molenwoning. Deze was oorspronkelijk niet effen groen maar had tot in de naoorlogse jaren altijd houtkleurige panelen. De tweekleurigheid van de voordeur is nu terug, en ook de kozijnen kregen daar een okergele kleur. Hierdoor is deze historische 'zondagse' entree veel sprekender geworden. Precies zoals het ooit bedoeld was.
Johannes Cornelis Roelandse, Korenmolen de Valk gezien vanuit het oosten, olieverfschilderij, te dateren voor juli 1925, (uitsnede). Collectie Molenmuseum de Valk inv. 5084, bruikleen erven J.C. Roelandse.
De herstelde voordeur. Foto door Inger Groeneveld, Erfgoed Leiden, 2024.
De kleuren van de baard
De kwetsbare historische baard van de molen (het sierbord met de molennaam) hangt binnen in het museum; de baard buiten is een kopie. Het kleuronderzoek naar de oorspronkelijke baard van Molen de Valk bleek het meest verrassend. Op de baard werd namelijk wél een dik historisch verfpakket aangetroffen. En wat bleek: de randjes en letters van de baard waren een heel lange periode wit van kleur. En dus niet donkergroen of zwart op een crèmekleurige achtergrond, zoals we dat tegenwoordig gewend zijn. De achtergrondkleur van de baard bleek helaas helemaal niet meer op de oorspronkelijke baard aanwezig te zijn. Die was er kennelijk afgekrabd. Daarvoor moesten we toch weer op oude glasnegatieven speuren.
De oorspronkelijke baard, maar met naoorlogse kleuren. Onder de zwarte randjes en letters werden historische verflagen gevonden. Maar helaas bleek onder het crème-wit niets ouds meer aanwezig. Collectie Molenmuseum de Valk, inv, 5290.
Op deze uitsnede van een laatnegentiende-eeuwse foto zie je goed dat de achtergrond van de baard een “middentint” had. Die was duidelijk lichter dan de donkere kleur op de kop van de molen. Net zo interessant is de middentint van de askop, met een donkere knop en lichter sterretje. Ook zijn de 'witte sokken' op verschillende plekken te zien. Uit de collectie Erfgoed Leiden (PV_GN004585).
Hemelsblauw
Op de oudste negentiende-eeuwse foto’s bleek de achtergrondkleur van de baard een 'middentint' te zijn. Later, rond het jaar 1900, werd de bovenste helft met daarop de tekst "anno 1743” wit geschilderd, met donkere (rode?) letters. De onderste helft met de molennaam bleef een middentint met een wit sierrandje en witte letters. Als kleurige vertaling van deze middentint voor de baard vielen donkergroen, maar ook accentkleuren als fel-kobaltblauw en rood als mogelijkheid af. Deze kleuren waren te donker. Een okertint viel ook af, omdat zo’n kleur niet opvallend genoeg is voor een baard. Baarden zijn namelijk de pronkborden van een molen. Welke sprekende, niet al te ingewikkelde kleur, die in de negentiende eeuw beschikbaar was, kon dat zijn? Dit bracht ons op het idee van een logische basiskleur voor de baard: een eenvoudig hemelsblauw. Een soort boeren-vliegenblauw op basis van kunstmatig ultramarijn pigment, gemengd met wit. Net als het donkerdere kobaltblauw is dit een kleur die vaker in baarden en askoppen is toegepast, ook in Zuid-Holland.
Een voorbeeld van een 18de-eeuwse baard met blauwe achtergrondkleur. Molenmuseum de Valk, inv. 0565, bruikleen De Hollandsche Molen.
Kers op de taart
We zijn erg blij met het voorlopige resultaat. Want de kleurwijziging is nog niet compleet. Met de wieken en de askop wordt namelijk nog even gewacht. Deze worden pas geschilderd als ze vervangen worden. Dan kan ook de 'kers op de taart', de askop, beter bekeken worden. We weten dankzij de oude glasnegatieven inmiddels dat die ook in het verleden driekleurig was, maar hoe precies, dat blijft nog even een verrassing.
Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze website, X, Instagram en Facebook houden ze je op de hoogte.
Voetnoten
[1] Suzanne Fischer, Kleuronderzoek exterieur Molen de Valk Leiden, 11 juli 2023 (print rapport: Amsterdam 2023).
Inger Groeneveld, met veel dank aan Suzanne Fischer, Philip Pijnnaken en Daniëlle Boer
8 augustus 2024