Erfgoed Leiden en omstreken

Info

VVDW#16: Een echte Josje Smit!

Dagelijks komen massa’s mensen met beeldende kunst in aanraking zonder dat ze er specifiek naar op zoek zijn. Dat kan zijn omdat deze werken op straat geplaatst zijn. Of omdat ze een integraal  onderdeel vormen van openbare gebouwen, bijvoorbeeld in de vorm van een wandsculpturen, -schilderingen of glas-in-loodvensters. De naoorlogse periode was hiervoor een gouden periode. In 1951 bepaalde de overheid dat bij het neerzetten van rijksgebouwen voortaan 1,5% van de bouwsom aan kunst moest worden besteed. 1 Zo konden mensen ook buiten musea in aanraking met kunst komen. Vanaf 1954 paste de gemeente Leiden deze percentageregeling toe bij gemeentelijke nieuwbouw.2 Hierdoor is er nu zoveel kunst aanwezig in gebouwen uit de wederopbouwperiode, zoals scholen, universitaire gebouwen, ziekenhuizen, sportcomplexen, en rijks- of gemeentelijke kantoren.

De wederopbouwperiode kenmerkt zich door een innige samenwerking tussen architect en kunstenaar. De kunst was niet slechts een toevoeging als het gebouw al klaar was, maar werd vaak vanaf het begin mee ontworpen. Het zit meestal op een prominente plek als centrale hal of trappenhuis en versterkt de architectuur. Dikwijls zegt de kunst iets over de functie van het gebouw.

Wandsculptuur uit het vroegere Agnes Lyceum

Doordat tegenwoordig de wederopbouwarchitectuur zo onder druk staat  heeft dit vanwege de verbondenheid ermee grote gevolgen voor de kunstwerken.  Deze verdwijnen simpelweg als de gebouwen gesloopt worden. In sommige gevallen wordt besloten het kunstwerk uit te nemen zodat het herplaatst kan worden. Dat is ook het geval bij de keramische wandsculptuur afkomstig uit het vroegere st. Agnes Lyceum aan de Eijmerspoelstraat. De school is in de loop van 2013 gesloopt, maar de gemeente Leiden heeft als eigenaar wel eerst de sculptuur laten verwijderen voor herplaatsing.


Het Agnes Lyceum in 1965

De wandsculptuur van het st. Agnes was geplaatst in een zichtas, aan het einde van de lange gang aan de noordzijde van de school op de begane grond. Het werk is opgebouwd uit organische, afgeronde vormen. Talloze kinderen zijn er langs gelopen sinds de bouw van de school in 1965. Het moet voor hen een goede plek geweest zijn zich van hun spiekbriefjes te ontdoen, de restaurator Mandy Slager vond deze bij het verwijderen van het kunstwerk.



Wie is de kunstenares?

Wat de kwetsbaarheid van dit soort kunst verhoogt is het gebrek aan kennis. Soms is niet eens bekend wie de kunstenaar is, en als dat wel zo is ontbreekt de naam in overzichtswerken. Ook van de wandsculptuur van het st. Agnes was de maker onbekend. Het vermoeden van de architectuurhistoricus van Erfgoed Leiden en de restaurator dat de Amsterdamse Josje Smit (1926-2003) de kunstenaar was, werd bevestigd door de vondst van Smits signatuur aan de voorzijde, geheel links. Over het werk van Smit is erg weinig geschreven.3

Josje Smit werkte zowel figuratief als abstract, met uiteenlopende materialen als textiel, glas, keramiek en beton. Smit koos vaak voor het contrast. De ronde, organische vormen in haar werk contrasteren met de hoekige, modernistische architectuur. Haar grote keramische en betonnen wandsculpturen in openbaren gebouwen kunnen gevonden worden in Amsterdam, Alkmaar, Zaandam, Gouda en Leiden. Het werk voor het st. Agnes was haar tweede Leidse wandsculptuur. Eerder vervaardigde ze er een voor de Van der Klauwtoren aan de Kaiserstraat uit 1955 die begin 2013 gesloopt is. Deze is door de Universiteit Leiden uitgenomen voor herplaatsing.

Om ervoor te zorgen dat er meer kennis komt over de kunstwerken die tijdens de wederopbouw in openbare gebouwen zijn ontstaan is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2006 begonnen met een inventarisatie ervan. Deze inventarisatie is nog gaande. In Leiden is de Historische vereniging Oud Leiden begonnen met een soortgelijk initiatief. Dit zal ongetwijfeld nieuwe aandacht opleveren voor individuele kunstenaars, en zo ook voor Josje Smit. Het mooie van haar werk is dat het zich prachtig leent voor verder onderzoek. Haar ateliernalatenschap is namelijk nog bijeen in Amsterdam in haar vroegere woonhuis en atelier aan de Oudezijdse Voorburgwal, het grachtenpand de Gecroonde Raep. Als eigenaar van dit huis beheert de Vereniging Hendrick de Keyser dit ateliernalatenschap. Conservatie, inventarisatie en onderzoek zouden hier hand in hand kunnen gaan.


Esther Starkenburg


Bronnen

1. Burkom, Frans, Yteke Spoelstra en Simone Vermaat (red.), Kunst van de wederopbouw Nederland 1940-1965, Rotterdam 2013

2. ELO Archief Wethouders 1929-1982, 0559 95, rapport Culturele raad Leiden. Culturele instellingen en activiteiten te Leiden waarbij de gemeente direct of indirect betrokken is’, 30 oktober 1968

3. Wijk, Oscar van, Beelden in Gouda: kunst van de twintigste eeuw, 2001; Verwiel, H.J., Josje Smit, kunstenares in vele technieken, in: Centraal Orgaan Scheppend Ambacht (C.O.S.A), juni 1981.














kaart