Erfgoed Leiden en omstreken

Info

VVDW#33: Gevelfragmenten Heilige Geesthofje Breestraat

De vondst van deze week zijn drie gedecoreerde natuurstenen fragmenten van de verdwenen voorgevel van het voormalige Heilige Geest- of Cornelis Sprongh-hofje aan de Breestraat.

Het Heilige Geesthofje werd gesticht door Cornelis Sprongh. In zijn testament in 1690 bepaalde hij dat na zijn dood het huis ‘daer de Heilige Geest boven de gevel staet’, naast zijn eigen woonhuis, beschikbaar kwam voor ‘seven oude vrouwspersonen, sijnde weduwe ofte vrijsters, ende oud boven de vijftich jaeren’.

Heilige Geesthofje omstreeks  1870, tekening W.C. Mulder, uitgave maatschappij tot bevordering der bouwkunst

Volgens latere afbeeldingen was de gevel bekroond met een fronton met beeldhouwwerk, waarin een duif als symbool van de Heilige Geest. Cornelis Sprongh woonde zelf in een groot woonhuis op de hoek met de Vrouwensteeg, huis Assendelft. Tussen 1582 en 1585 woonde en werkte daar de bekende drukker Christoffel Plantijn. Cornelis Sprongh overleed in 1706 en het huis kwam beschikbaar voor het hofje met zeven vrouwen. Het hofje raakte later in verval en in 1851 verhuisden de bewoners naar een nieuw gebouwd hofje op de hoek van het Steenschuur en de Doezastraat.


Renaissancestijl
De gevel van het Heilige Geesthofje werd tot nu toe als één van de eerste Leidse gebouwen in renaissancestijl beschouwd. Deze stijl ontstond uit de hernieuwde belangstelling naar de klassieke oudheid waarvan de architectuur bepaald werd door de verschillende zuilenorden. Renaissancearchitectuur kwam in Leiden voor vanaf ongeveer het midden van de 16de eeuw tot 1630. De gevels uit deze periode zijn rijk geornamenteerd en voorzien van natuurstenen decoraties, waaronder de opvallende horizontale natuurstenen banden in het metselwerk. Op de uitbundige renaissancearchitectuur volgde een architectuur die veel ingetogener en aan het eind van de zeventiende eeuw zelfs sober van aard werd. De bakstenen lijstgevel van het Heilige Geesthofje had dan ook een typerende renaissancevormgeving,  met zijn pilasters, verdiepte boogvelden en natuurstenen decoraties, venster- en deurkozijnen, blokken en lijsten.


Sloop
Bekend is dat het hofje aan de Breestraat in 1875 werd afgebroken om plaats te maken voor  de nieuwe sociëteit van studentenvereniging Minerva, naar ontwerp van prof. E.H. Gugel (VVDW#6: Neorenaissance meubilair in Minerva).

Cornelis Spronghhofje aan de Breestraat in Leiden, 1870, foto J. Goedeljee


De architectuurhistorische waarde van de bijzondere voorgevel werd gelukkig erkend. De gevel werd gered van sloop en vervolgens, als studiemateriaal, heropgebouwd op de binnenplaats van de toenmalige Polytechnische school (nu TU Delft) aan de Oude Delft in Delft. Gugel was hier hoogleraar bouwkunde. De gevel werd in 1949 weer afgebroken en teruggebracht naar Leiden. In 1974 kwamen de restanten terecht in de collectie “her te gebruiken bouwmaterialen” van monumentenzorg.

Natuursteen fragmenten van de gevel van het Heilige Geest- of Cornelisspronghofje uit 1688 (ELO, P.J. De Vos).


Collectie Historische Bouwfragmenten

Fragmenten van deze gevel werden vorige week aangeboden aan het depot Historische Bouwfragmenten van Erfgoed Leiden en Omstreken. De fragmenten betreffen een rijk geprofileerde blok van het gebogen fronton boven de voordeur of van de gevelbekroning, een profileerde band van één van de pilasters en een gedeelte van het gebeeldhouwde festoen boven de voordeur. De collectie Historische Bouwfragmenten is een studiecollectie van vrijgekomen bouwfragmenten van Leiden en omgeving, waarvan herkomst bekend is. Eerder is in deze collectie al de natuurstenen jaartalsteen van het hofje opgenomen. Met letters is hierop met een Romeinse cijferreeks MDCLXXXVIII het jaartal 1688 aangeduid. Dit is opmerkelijk omdat de renaissancegevel zou dateren uit de 16de eeuw.


Jaartalsteen met in letters de Romeinse cijferreeks MDCLXXXVIII; 1688


Neorenaissance
Uit archiefonderzoek en vergelijk van historische kaarten blijkt ook dat de renaissancegevel wel eens veel jonger kan zijn dan gedacht. De gevel wordt op de vogelvluchtkaarten van Liefrinck uit 1574, Bast uit 1600, Blaeu uit 1633 en 1649 en Hagen uit 1675 niet afgebeeld. Op die kaarten is een hoger huis met een trapgevel getekend.  Op het buurperceel rechts staat wel een laag huis met een lijstgevel. De geschiedenis lijkt duidelijk te worden door een tekening van Jacob Timmermans uit 1787. Hij tekent de bekende gevel van het Heilige Geesthofje, met rechts daarnaast een vrijwel identieke gevel. De voorlopige conclusie is dat de gevel van het Heilige Geesthofje een kopie is uit 1688 van de 16de-eeuwse gevel van het buurpand.


De vraag is waarom in 1688 deze gevelarchitectuur gekopieerd was, aangezien de renaissancearchitectuur toen als ouderwets moet zijn beschouwd en men op een veel meer ingetogen wijze bouwde. Mogelijk is een verklaring te vinden in het eigendom van het perceel . Het perceel, waar later het hofje kwam, is in 1670 gekocht door Cornelis Sprongh, die ook de eigenaar was van het buurperceel met de 16de-eeuwse renaissancegevel.  Wellicht heeft Sprongh met het verlengen van het bestaande gebouw opzettelijk willen aansluiten bij de bestaande architectuur, hoewel het eenvoudiger was geweest om ook daar de gevel te moderniseren. Er lijkt dus doelbewust gekozen te zijn voor een oudere vormentaal. Wellicht heeft Sprongh daarmee willen verwijzen naar de belangrijk bewoner van het hoekhuis, de boekdrukker Christoffel Plantijn. Het toepassen van historiserende architectuurvormen om de ouderdom en daarmee het belang van een gebouw te benadrukken was niet ongebruikelijk.

Heilige Geest- of Cornelisspronghofje in 1787, tekening Jacob Timmermans


Nieuwe inzichten

De herontdekking van de gevelfragmenten, in combinatie met  de jaartalsteen, heeft geleid tot nieuwe inzichten over de verdwenen gevel van het Heilige Geest- of Cornelis Spronghhofje, het vermeende vroege voorbeeld van renaissancearchitectuur in Leiden. Zo dateert de gevel hoogstwaarschijnlijk uit 1688 en kan gezien worden als een voorbeeld van zeventiende-eeuwse ‘neorenaissance’. De fragmenten zijn opgenomen in de collectie Historische Bouwfragmenten en staan nu voor toekomstig onderzoek ter beschikking.


Edwin Orsel, Erfgoed Leiden en Omstreken

Over Vondst van de week (#VVDW)

Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte. Bekijk ook andere archiefvondsten, bodemschatten én bouwgeheimen via 'Erfgoed in Kaart'.




Bronnen:

  • Dröge, J. et al., 1996, Architectuur en Monumentengids Leiden, Leiden, p.12-13.
  • Jesse, H.J., 1934, Christoffel Plantijn te Leiden 1582-1585. Heilige Geest-Hofje aan de Breestraat 1692-1850, Leids Jaarboekje 1933-1934, 26ste deel, Leiden, p.1-17.
  • Sormani, A.J, 1938, Een noodkreet om het dreigend verloren gaan van een oud Leidsch bezit, Leids Jaarboekje 1938, 30ste deel, Leiden, p.206-209.
  • Sormani, A.J, 1944, Het huis van Plantijn te Leiden. Een verbetering, Leids Jaarboekje 1944, 36ste deel, Leiden, p.214-215.

Bron: ELO, SAII, eerste register, fol.179-350, folio 262.














kaart