Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Waterkelders ontdekt

Aan de Hogewoerd 59-61 zijn afgelopen week twee waterkelders ontdekt. Waterkelders zijn gemetselde afgesloten bakken, die het regenwater opvingen. Ze zijn wellicht te dateren uit de eerste helft van de 17de eeuw en passen in het voortdurend zoeken naar zuiver drinkwater in de historische stad.

Drinkwatervoorziening
De Leidsche Duinwatermaatschappij (LDM) begon in 1878 met het winnen van water uit de duinen van Katwijk en importeerde het via waterleidingen de stad in. Zuiver drinkwater is sindsdien steeds meer een vanzelfsprekendheid geworden. Het is nu nauwelijks nog voor te stellen dat in het verleden drinkwater, met name in de steden, een fundamenteel probleem was. Net als in andere Hollandse steden nam met de verstedelijking ook de vervuiling van de watervoorziening toe. Allereerst werd het grachten- en rivierwater ondrinkbaar. In Leiden voltrok dit zich al aan het eind van de middeleeuwen.
De inwoners van de stad waren voor hun drinkwater onder meer afhankelijk van waterputten, regentonnen en aanvoer van vers water van buiten de stad. De opkomst van de Lakenindustrie en een enorme bevolkingsverdichting na het Leids ontzet van 1574 betekende een verdere verslechtering. Bodemvervuiling zorgde er namelijk voor dat ook het grondwater verontreinigde.

Als alternatief werd regenwater opgevangen. Vermoedelijk vanaf de 17de-eeuw werden hiervoor waterkelders aangelegd, waar grote hoeveelheden (gratis) opgevangen regenwater kon worden opgeslagen. De kwaliteit van het water bleef op peil, omdat de bakken hermetisch van de omgeving waren afgesloten. De daken van gebouwen zorgden voor de opvang van het water.

De waterkelders die zijn aangetroffen bij Hogewoerd 59-61 zijn ca. 115cm x 130cm breed en ca. 130cm diep. Ze zijn geschikt voor opslag van ca. 1750 liter water. De waterkelder is overdekt met een gepleisterd bakstenen tongewelf en toegankelijk via een “mangat” van ca. 40 bij 40cm dat iets hoger opgaat en met een sluitsteen werd afgedekt. Op grond van de bouwhistorische kenmerken van het metselwerk en plavuizen kan de waterkelder in de 17de eeuw (misschien 18de eeuw) gedateerd worden. De bakstenen keldermuren zijn (deels / over de hele hoogte) betegeld met bruine en gele okerkleurige geglazuurde plavuizen van rood bakkend aardewerk. De tegels zorgen ervoor dat de kelders waterdicht zijn. Het verzamelde drinkwater kon hierdoor niet weglekken en vuil grondwater kon niet van buitenaf in de bak doorsijpelen. De watertoevoer en -afvoer gebeurden via loden buizen. De beperkte omvang van de kelders duidt erop dat ze geschikt zijn voor huishoudelijk gebruik. Ze zijn al aangetroffen in rijke als modale huishoudens. De waterkelders worden tijdens werkzaamheden in de stad steeds vaker aangetroffen. Meestal zijn de waterkelders ingegraven op het binnenterrein of in bijgebouwen.
Maar regenwater werd niet alleen door burgers zelf opgevangen, omstreeks dezelfde periode – vanaf de 17de-eeuw – verschenen in stad zelf steeds meer (semi-)publieke waterpompen, zoals o.a. de garenmarktpomp (zie schatten in 3D) óf de waterkelder in het Schachtenhofje waarin ruim 25.000 liter water kon worden opgeslagen (zie VVDW 42 (2015)).

Toch bleef drinkwater in de stad een probleem. Ook het regenwater was immers vervuild, zowel door organisch materiaal afkomstig van dakpannen en goten als door het gebruikte lood van goten, dakbedekking en leidingen. Ca. 1850 was er sprake van een teveel aan lood in het regenwater. Het meest sprekend voor de slechte kwaliteit van het drinkwater waren de cholera-epidemieën die Leiden in de negentiende eeuw teisterden. De nood aan zuiver drinkwater zorgde ervoor dat uiteindelijk duinwater via drinkwaterleidingen de stad werd in gepompt. Onder deze evolutie raakte aan het einde van de 19de eeuw de waterkelders in onbruik. Zij kregen wel eens een nieuwe bestemming als beerput.

De twee kelders die werden aangetroffen in Hogewoerd 59 en 61 dragen bij aan het onderzoek over drinkwatervoorziening in de Leidse binnenstad. Over de regenwaterkelders of -bakken wordt steeds meer bekend, zo werden de afgelopen tijd nog exemplaren gevonden bij Middelweg 38, bij Rapenburg 88, bij Nieuwe Rijn 54, bij de opgraving van het voormalige Kamerlingh Onnes Laboratorium, etc. Desondanks blijft de hamvraag waar ze precies in de stad voorkwamen – bij wat voor huistypes – en welk verband er was met de mate van vervuiling van het grondwater rond die locaties.

Over Vondst van de week (#VVDW)
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen.
Via deze site en het twitter-account @ErfgoedLeiden of facebook.com/erfgoedleiden houden zij u op de hoogte.
Bekijk ook andere archiefvondsten, bodemschatten én bouwgeheimen via 'Erfgoed in Kaart'.

Pieter-Jan de Vos

 

kaart