Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: Lichtreclame in 1931

Reclame met kunstverlichting was in 1931 vernieuwend. Door de uitbouw van de elektriciteitsopwekking werden allerlei toepassingen mogelijk die het straatbeeld veranderden. Zo ook in Leiden: Haroem aan de Nieuwe Rijn 48 plaatste een L-vormige lichtbak met reclameletters.

Eind 19de eeuw had het pand een rijkversierde winkelpui gekregen, met een centrale dubbele entree in een ondiepe portiek. Deze entree was bekroond met een fronton met houtsnijwerk. De pui had aan weerszijden van de entree grote etalages.

Foto van de winkelpui van Nieuwe Rijn 48 in 1919.
Archief Erfgoed Leiden en Omstreken

Metamorfose
In 1931 onderging de winkelpui van Nieuwe Rijn 48, op de hoek met de Hartesteeg, een opvallende metamorfose. De ondernemer koos een voor die tijd moderne reclame-uiting die we tegenwoordig liever weren uit het straatbeeld: een lichtbak.

Foto van de winkelpui van Nieuwe Rijn 48 rond 1935.
Archief Erfgoed Leiden en Omstreken

Het pand kreeg een nieuwe winkelpui met een opvallende reclamevoering: een grote  L-vormige lichtbak met reclameletters. Deze was gemaakt van melkglas, gevat in ijzeren L- en T-profielen. Onder en bovenop de lichtbak bevonden zich luifels. De onderzijde was opgebouwd uit slanke houten kozijnen, vermoedelijk met metalen roeden. De pui had een entree op de hoek. De borstwering en de kolommen naast de entree waren bekleed met Naamse steen (hardsteen). De pui werd ontworpen door architect J.P. Vermeer uit Voorburg. Haroem was in die tijd een bekend koffie- en theemerk. Deze naam was prominent aanwezig op de melkglazen lichtbak.

Foto van de winkelpui van Nieuwe Rijn 48 rond 1939.
Archief Erfgoed Leiden en Omstreken

Het bedrijf Haroem heeft tot ten minste 1963 bestaan. In 1964 werd de pui uit 1931 aan de Nieuwe Rijn gesloopt.

Advertentie van Haroem in het Leidsch Dagblad van 4 januari 1934

Andere voorbeelden
Opvallende gevelverlichting was in Leiden rond 1930 niet vreemd. Boekhandelaar S.B. van Kloeten liet in 1935 door architect H. Lamberts een nieuw pand bouwen op de hoek van de Breestraat en de Vrouwensteeg (Breestraat 52). Dit gebouw is nog steeds aanwezig. Het heeft een sterk verticaal accent op de hoek, met aan de bovenzijde een bekroning van ondoorzichtig wit glas, dat oorspronkelijk als lantaarn dienst deed.

Ook de grote warenhuizen maakten in de jaren 30 veelvuldig gebruik van opvallende etalage- en gevelverlichting, zoals te zien op een avondfoto van  Peek & Cloppenburg (Breestraat 80) en Vroom & Dreesmann (Breestraat 82) uit 1934. In hetzelfde jaar werd ook de kunstverlichting van de firma Gerzon (Breestraat 142) op de foto gezet.

Ontwikkeling in gebruik van elektriciteit
Kunstverlichting was in die tijd een veelbesproken onderwerp. De ontwikkeling ervan hangt nauw samen met de elektrificatie van Nederland: de uitbouw van de elektriciteitsopwekking en -distributie. Leiden kreeg in 1907 een elektriciteitscentrale, aan de Langegracht. De nieuwe vorm van energie maakte allerlei toepassingen mogelijk die het straatbeeld veranderden. ‘Zo startte de elektrificatie van de stadsverlichting, de elektrische tram verscheen met een wirwar aan bovenleidingen, en er ontstond lichtreclame.’

Philips en etalageverlichting
In 1930 kwam de directeur van de Philips Demonstratiezalen in Amsterdam naar Leiden om een lezing te geven over etalageverlichting. De lezing vond plaats in de foyer van de Stadsgehoorzaal ter gelegenheid van een tentoonstelling over elektriciteit  en was bedoeld voor middenstandsorganisaties. De directeur sprak van een kentering die plaatsvond in het gebruik van elektrische verlichting van winkels, en hij benadrukte het commerciële belang van dominante kunstverlichting. De spreker ging specifiek in op de plaatsing van armaturen in de etalages. Zo mochten de lampen de bezoeker absoluut niet verblinden. Aanlichten van de te verkopen producten stond centraal. Hij sprak ook over de verschillende soorten verlichting, zoals gericht en diffuus licht en verschillende soorten lichtbronnen, zoals vacuümlampen (een voorloper van de latere gloeilampen) en gasvullingslampen. De vacuümlampen gaven een geler licht in vergelijking met het vrij witte licht van de gaslampen.

Toen
Ook in de bekende architectuurhandboeken van J.G. Wattjes uit de jaren 30 werd het belang van goede etalage- en gevelverlichting voor winkels benadrukt: ‘Het verlichten van gevelgedeelten van verschillende bouwwerken beperkt zich langzamerhand niet meer tot enkele dagen van bijzondere feestelijkheden, doch vindt vaak permanente toepassing, uit hoofde van reclame.’ (Constructie van gebouwen uit 1933, deel 5 , p. 159).

Nu
De gemeente stelt subsidie ter beschikking voor het verwijderen van storende reclame en het vervangen van gevelreclame die passend is bij de locatie en de historische gevel. In dit kader is deze vondst boeiend. Het huidige reclamebeleid sluit lichtbakken uit, maar reconstructie van historische gevelreclames wordt juist gestimuleerd.

Meer informatie over het aanvragen van subsidie voor gevelreclame is hier te vinden.

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte.

Met dank aan architect Wim Hofman, die Erfgoed Leiden wees op de historische winkelpui uit 1931.

Cas Nagtzaam

 

kaart