Erfgoed Leiden en omstreken

Info

VVDW: Prehistorische vindplaats #Sumatrastraat

In de Sumatrastraat in Leiden zijn resten gevonden uit de IJzertijd. Tijdens graafwerkzaamheden voor het nieuwe riool zagen archeologen op ongeveer 1 tot 1,5 m onder de huidige straat grondsporen van greppels, kuilen en een ingegraven paal. Deze vondsten lijken erop te wijzen dat hier 2000 jaar geleden mensen woonden. Tijdens eerder onderzoek werden al kleine stukjes inheems-Romeins aardewerk en botmateriaal gevonden.  Een bijzondere vondst, omdat hier niet eerder sporen van bewoners zijn gevonden uit die periode.

Rioolwerkzaamheden
Vanwege wateroverlast bij zware regenbuien wordt in de wijk de Oude Kooi een extra rioolstelsel aangelegd. In een aantal straten was tijdens de graafwerkzaamheden een archeoloog van RAAP aanwezig om deze werkzaamheden te begeleiden op plaatsen waar archeologische resten verwacht worden in de ondergrond. Zo ook in een deel van de Sumatrastraat.

Vooronderzoek in 2012
In de Sumatrastraat zijn in 2012 boringen gezet. Dit booronderzoek vond plaats met boren die met de hand in de grond werden gestoken. Op het gedeelte van de Sumatrastraat tussen de Atjehstraat en de Timorstraat werd uit het opgeboorde materiaal uit twee boringen duidelijk dat nog archeologische resten in de grond konden zitten. Uit de boringen bleek dat tussen de 1,1 en 1,9 m onder de huidige straat een donkere laag aanwezig is. Deze donkere laag wijst erop dat hier ooit het maaiveld was, het niveau waarop de mensen liepen. Inmiddels is dit niveau verdwenen onder een dik pakket zand dat voor de bouw van de woonwijk de Oude Kooi is aangebracht. In de donkere laag werden kleine stukjes inheems-Romeins aardewerk gevonden. Dat is aardewerk waarvan wordt verondersteld dat het door de oorspronkelijke bewoners van dit gebied werd vervaardigd in de Romeinse tijd (12 voor- 450 na Chr.). Het was de eerste aanwijzing voor een vindplaats uit deze tijd in dit deel van de stad.

Bodem van de rioolsleuf waarin grondsporen zichtbaar zijn.

Vondsten
De bevindingen uit het vooronderzoek was aanleiding om in dit deel van de Sumatrastraat een archeoloog aanwezig te laten zijn tijdens de graafwerkzaamheden. En inderdaad tijdens het graven van de rioolsleuf werden in de wand van de sleuf niet één maar meerdere donkere lagen zichtbaar. Het ging om een donkere laag op ongeveer 1 meter en een laag op ongeveer 1,5 m onder de huidige straat. Tijdens het dieper aanleggen van de sleuf werden deze lagen in dunne plakje afgegraven. Tijdens dit afgraven werden verkleuringen, zogenaamde grondsporen, zichtbaar van wat ooit greppels, kuilen en een ingegraven paal waren.

Vondstmateriaal
Uit de donkere lagen en uit de grondsporen is vondstmateriaal verzameld. Het gaat om scherven aardewerk en om botfragmenten van onder andere dierlijke kaken. Bij het wassen van het aardewerk werd de versiering op de scherven zichtbaar. Er zijn een aantal fragmenten besmeten aardewerk - dit is aardewerk waarbij op de wand van de pot een kleipapje is aangebracht om de pot ruwer te maken - en een fragment met vingerindrukken. Deze versiering wijst op een datering in de IJzertijd. De precieze datering moet nog worden onderzocht.

Wand van de rioolsleuf met de twee donkere lagen, waarin vondstmateriaal is gevonden.

In de ondergrond zijn meerdere donkere lagen aangetroffen. Het kan niet worden uitgesloten dat het jongste niveau inheems-Romeins is. Om dit vast te stellen is uitgebreider onderzoek van het aardewerk nodig. Dat gebeurt pas als de archeologische begeleiding van de werkzaamheden in de Oude kooi is afgerond.

Waarom is dit bijzonder?
Deze vindplaats is bijzonder, omdat in Leiden ten noorden van de Rijn tot nu toe nog nauwelijks vindplaatsen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd zijn aangetroffen. Het is nog niet duidelijk, waarom dat zo is. Misschien omdat op deze plek nog niet zoveel onderzoek is gedaan. Dus dat er ten zuiden van de Rijn gewoon meer kansen geweest zijn om onderzoek te doen, waardoor ook meer gevonden wordt. Het kan ook het gevolg zijn van het verschil in landschappelijke omstandigheden tussen het noorden en zuiden van de Rijn. Mogelijk was het noorden natter, waardoor hier minder woonmogelijkheden waren. De vondst van de vindplaats op de Sumatrastraat zou kunnen bijdragen aan het antwoord hierop.

Hoe nu verder?
Als alle werkzaamheden zijn afgerond zullen de opgegraven data worden uitgewerkt. Doel is om vast te stellen uit welke perioden de vindplaats precies dateert, wat de landschappelijke omstandigheden waren van deze vindplaats en op wat voor een soort vindplaats de grondsporen en het vondstmateriaal duiden. Om zo bij te dragen aan onze kennis over de vroege geschiedenis van het gebied ten noorden van de Rijn.

Marianne Rietkerk (met dank aan RAAP Archeologisch Adviesbureau)

kaart