Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Bodemonderzoek en Bouwhistorie in Leiden 1

Bodemonderzoek en Bouwhistorie in Leiden 1

 

Leiden – Aalmarktschool
Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek naar 800 jaar bewoning langs de Oude Rijn, ter plaatse van het voormalige St.-Catharinagasthuis

Auteurs: M.F.P. Dijkstra & C.R. Brandenburgh (red.), met bijdragen van: B. Beerenhout, C.R. Brandenburgh, M.F.P. Dijkstra, J. Dröge, M.W. Enderman, K. Esser, J. van Horssen, B. Jansen, J.F.P. Kottman, L.M. Kootker, W. Kuijper, W. van der Meer, M. Melkert, C. Nooijen, N. den Ouden, E.D. Orsel, S. Ostkamp, C. van Pruissen, P. de Rijk, C. Vermeeren, S.L. Verspay-Frank

Jaar van uitgave: 2011

 

In 2007 vond een opgraving plaats op het terrein ‘Aalmarktschool’ in het stadscentrum van de Leiden. De opgraving verschaft een gedetailleerd beeld van de bewoningsgeschiedenis van een deel van de oude binnenstad, waar vanaf de late 13e eeuw het St.-Catharinagasthuis gelegen was.

De oudste sporen dateren uit de 12e eeuw en bestaan uit enkele sloten die in het buitendijkse gebied langs de Breestraat zijn aangelegd. De pre-stedelijke oever maakte deel uit van een vrij open rivierlandschap met voornamelijk zoetwaterplanten langs de oever en her en der bossages. Deze sloten slibden door de wisselende waterstanden van de Rijn telkens weer dicht, waardoor ze enkele malen opnieuw zijn uitgegraven. Rond het jaar 1200 vond een grote verandering plaats. De percelen werden ingericht als bouwkavels voor stedelijke bewoning door de sloten te dempen en heiningen van vlechtwerk aan te brengen. Bij de inrichting tot bouwkavels bracht men langs de oever van de Oude Rijn een doorlopende, gemeentschappelijke beschoeiing aan. Aanvankelijk gebruikte men de drassige oeverzone als afvaldump, maar in het tweede kwart van de 13e eeuw begon men perceelsgewijs met de uitbouw van landhoofden in het water. In de tweede helft van de 13e eeuw werd het gebied opgehoogd tot vlak onder het huidige maaiveld.

De ophogingslagen tegen deze beschoeiingen bevatten een hoop afval, wat veel duidelijk maakt over wat de stadsbewoners aten en wat voor beroepen werden uitgeoefend. Het afval bestond uit slachtafval van allerlei dieren, kapotte kannen en potten van aardewerk, houten kommen, smeedslakken van een smid, gereedschappen en afgedankte schoenen. Een concentratie van ijzerslakken van een smid en afval van een schoenmaker/leerlooier maken het aannemelijk dat twee van de percelen enige tijd bewoond werden door ambachtslieden. Aan het einde van de 13e eeuw lag de oeverlijn lag ter hoogte van de huidige kademuur langs de Aalmarkt. Op de achtererven verschenen op het achtererf enkele houten gebouwen, wat aangeeft dat er in de stad ruimtegebrek ontstond en percelen in de diepte werden opgesplitst. In de 14e eeuw verschenen de eerste gebouwen met stenen voetmuren.

 

Bepalend voor de ontwikkeling van het gebied was de stichting van het St.-Catharinagasthuis kort voor 1276. De kern daarvan werd mogelijk al vanaf het begin gevormd door een bakstenen zaalbouw met koor aan de Breestraat, de huidige Waalse Kerk. In de 14e eeuw verscheen op het achtererf van de oude kern van het gasthuis een opvallend breed gebouw met stenen voetmuren, later vervangen door een tweede gebouw van vergelijkbare afmetingen. Hierbij behoorde ook een grote beerkelder. Het is aannemelijk dat dit gebouw onderdeel uitmaakte van het gasthuis in de vorm van een ziekenzaal of baaierd voor rondtrekkende zwervers. Vanaf de 14e eeuw beide het gasthuiscomplex zich uit door de aankoop van naastgelegen percelen. Tussen 1454 en 1460 volgde een ingrijpende nieuwbouw van het gasthuiscomplex, waarbij langs de zijde van de Aalmarkt nieuwe vleugels werden opgetrokken. De vorming van een binnenplaats maakte de oude perceelsgrenzen overbodig.

De jongste sporen bestaan uit de fundering van de Aalmarktschool, gebouwd in 1862. Ook van de inrichting van het schoolplein zijn enkele muurtjes teruggevonden.

 

Download het onderzoek: hoge / lage resolutie

 

<< Terug naar het 'Publicaties' overzicht

kaart