De Romeinen maakten in de keuken veel gebruik van wrijfschalen, ook wel mortaria genoemd. Dit waren aardewerken kommen, met in de bodem harde steentjes. Op het ruwe oppervlak dat zo ontstond, konden kruiden worden fijngewreven. De pulp werd vervolgens gemengd met vloeistoffen, om zo een pap of saus te maken. De schalen hebben daarom altijd een schenktuit.
De mortaria zijn typisch Romeins, maar vinden we ook in Leiden bij archeologische opgravingen. Dit toont aan dat de inheemse bevolking na de komst van de Romeinen, hun keukencultuur (in ieder geval voor een deel) hebben overgenomen.