Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Eerste-steen-steen Drie Octoberstraat

  • Genealogie
  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

De “grootste lak- en emailleerinrichting” van Leiden


Advertentie uit 1927 met een raar plaatje van de Rijwielfabriek van eerst Schotel en later Meijers. Links zie je een impressie van Herenstraat 51 en rechts een impressie van Drie Octoberstraat 2b. De hoek Herenstraat - Drie Octoberstraat is in een tuintje veranderd....


De in 1885 geboren Dordtenaar Dirk Schotel kwam via Den Haag naar Leiden, waar hij in 1909 in het pand Hoefstraat 26a een emailleeroven liet plaatsen en daarmee een bedrijf begon. Een lak- en emailleerinrichting voor van alles en nog wat, maar toch vooral voor rijwielen van rijwielfabrikanten. Het gaat goed met het bedrijf en Dirk verhuist het in 1911 naar Hoefstraat 18 en aarzelt niet om zijn zaak op dat moment de “grootste lak- en emailleerinrichting” van Leiden te noemen. Maar het zou nog groter worden. In 1913 verhuist hij zijn zaak nogmaals. Dit keer naar Herenstraat 51. Om precies te zijn: hij gaat zelf wonen in het huis aan de Herenstraat, maar daarachter op een flink perceel verrijst een flinke fabriek. De architect is de mij verder onbekende N. de Zwart, weer een geval van een timmerman die architect wordt. Schotel noemt zijn zaak vanaf dat moment de Eerste Leidsche Elektrische Vernikkel- en Emailleerfabriek.


Herenstraat 51


Drie Octoberstraat

Wie even vanaf de Herenstraat de Drie Octoberstraat inloopt, treft links in de lange gevel een eerste-steen-steen aan. Die gevel is tegenwoordig de achterkant van Herenstraat 47, hoort bij de Spar daar, maar was vroeger Drie Octoberstraat 2b en was ooit onderdeel van de fabriek van Schotel. En gezien het jaartal op de eerste-steen-steen is dat deel in 1920 bij de fabriek getrokken of misschien was het al onderdeel, maar werd dat deel in 1920 flink verbouwd. In de vergunningaanvraag kun je lezen dat de uitbreiding onder andere het verplaatsen en bijplaatsen van maar liefst 7 elektromotoren betrof, die in totaal 49 pk leverden. Dan krijg je toch de indruk dat het best wel een flinke fabriek was.


Herenstraat en Drie Octoberstraat. In rood het perceel waarop de fabriek van Dirk Schotel stond.


Ergens begin jaren twintig van de vorige eeuw moet Dirk gedacht hebben: ik sta hier nou wel de fietsen van andere fabrikanten te vernikkelen, maar waarom ga ik dat niet met zelf gemaakte fietsen doen, waarom ga ik niet zelf rijwielen fabriceren. En zo geschiedde. Op de Lawat (een soort voorloper van de Leidato) van 1923 presenteert Schotel zijn Rijwielfabriek D.S.L. (“Dirk Scholten Leiden”?) en de journalist die erover schrijft is laaiend enthousiast. In de krant meldt hij over het D.S.L.-rijwiel: “ Er loopen er reeds honderden in de stad, maar na bezichtiging van dit rijwiel zouden we kunnen zeggen: binnekort loopen er duizenden in het land.”



Een pagina uit een artikel uit 1916 over de rijwielfabriek Fongers uit Groningen, de veel grotere concurrent van de Leidse Dirk Schotel. Het geeft een kleine indruk hoe het in een rijwielfabriek toeging, en dan met name bij de afdeling vernikkelen.



Nou, nou, dat klinkt goed en voor Dirk Scholten lijkt een rooskleurige toekomst een zekerheidje te zijn. Maar het loopt anders. Want 2 jaar later gaat de boel failliet. Even lijkt het erop dat het bedrijf inclusief woonhuis geveild gaat worden. Maar het lukt om een doorstart te maken, met een nieuwe directeur, C. Meijers, en de fietsen dragen voortaan de naam C.M.L. (C. Meijers Leiden?). Ik heb het vermoeden dat die C. Meijers de vrouw van Dirk is, Catharina Meijers, of een familielid van haar, een trucje om onder het faillissement uit te komen?


Die faillissements-kwestie geeft ons wel een klein kijkje in wat er zoal in de rijwielfabriek van Scholten stond. Natuurlijk een werkplaats voor de rijwielen en verder een zandblaasinrichting, een vernikkelinrichting met verschillende nikkel- en koperbaden en een zilverbad, aan de zijde van de Drie Octoberstraat een slijperij met 5 slijpmachines, een schraperij en een lakkerij met moffelinrichting en moffelkamer met 3 moffelkasten en 3 gietbakken. “Moffelen” - ik moest het even opzoeken - is het uitharden of verharden van bijvoorbeeld gelakte oppervlaktes. Daarnaast trof je in de fabriek van Scholten natuurlijk ook standaard zaken aan, als een kantoor, magazijn, toonzaal en een machinekamer. Ook dit allemaal toont dat het toch echt wel een flinke fabriek was.


C. Meijers zet dus de zaak voort en adverteert regelmatig oa voor de ‘onverwoestbare” transport- en toerrijwielen van “C.M.L.” In menig advertentie staat ook de fabriek afgebeeld, maar of dat een geheel betrouwbare weergave is…. Ik heb mijn twijfel. In ieder geval is een groot deel van de hoek Herenstraat - Drie Octoberstraat op het plaatje in een tuintje veranderd, waardoor het allemaal wat raar oogt. In 1931 doet Meijers de zaak over aan H.C. van der Horst, maar die gaat in 1935 weer failliet en dat betekent dit keer wel echt het definitieve einde van de fabriek.




Wacht eens even, ik heb het nog helemaal niet gehad over de persoon op de hierboven al genoemde eerste-steen-steen. “D. A. D. Schotel” is David Abram Dirk Schotel, geboren in 1905 te Den Haag, zoon van Dirk. Hij zou te Rotterdam in 1931, vast met de hulp van zijn vader, de Rotterdamsche Emailleer- en Vernikkelinrichting “Renata” beginnen.
kaart