Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Eerste steen G.J. van der Linden oud 9 jaar

  • Genealogie
  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Eerste steen Vliet 4A

...
Vliet 4A - GT_2134

In de muur van het pand Vliet 4A bevindt zich een eenvoudig gevelsteentje: G.J. van der Linden oud 9 jaar 12 mei 1916. De vraag is natuurlijk: wie was die eerstesteenlegger en welke relatie had hij met dit pand? Die vragen zijn eenvoudig te beantwoorden door raadpleging van het boek van Riet van der Linden en Rinus Vrind “Drukkerij Van der Linden. De eerste eeuw” (1901-2001). Zij schrijven uitvoerig over het bedrijf dat door Eduard Johannes Jacobus van der Linden en Maartje Maria Dreef (die op 9 september 1896 getrouwd waren) op 18 november 1901 opgericht werd. De Boek- en Handelsdrukkerij was toen gevestigd op het adres Oude Rijn 4, maar verhuisde al in augustus 1907 naar het grotere pand Rapenburg 127, tussen de Vliet en Doezastraat. Maar de zaken gingen kennelijk zo goed dat in 1916 een pand aan de Vliet gekocht kon worden, dat met zijn tuin grensde aan de tuin van Rapenburg 127, zodat er een verbinding tussendoor mogelijk was. Dit pand werd vervangen door nieuwbouw, waarvan het (door Van der Linden zelf gedrukte) bestek nog bewaard is. De eerste steen werd gelegd door de jongste zoon Bart, officieel Gijsbertus Johannes, geboren 2 februari 1907. In zijn jonge jaren werd hij ‘schele rat’ genoemd, tot hij (buiten medeweten van zijn ouders) dat zelf in het ziekenhuis liet corrigeren, zodat hij weer rechtuit keek. Later kreeg hij een mooie baan bij AEG in Amsterdam. Hij trouwde met Stien, de oudste dochter van M.A.M. van Noort, de bekende banketbakker (en snackbar) aan de Doezastraat, dus om de hoek.

Merkwaardig is dat de auteurs van genoemd boek een tekening van de steen opgenomen hebben met als bovenste regel: 1E STEEN GELEGD DOOR, terwijl die op de steen in de gevel niet te zien is. Er is ook geen ruimte voor gezien het metselwerk, en aan de bovenkant van de steen zit frijnslag, zoals aan de andere randen. Frijnslag bestaat uit een reek kleine inkepingen dwars op de rand, bedoeld om deze sterker te maken zodat er geen stukken afspringen, en tegelijkertijd als een versiering. Hoe dit te verklaren is, is niet eenvoudig voor te stellen en beide auteurs zijn inmiddels overleden. Misschien was dit een concept op papier, maar was zo’n grote tekst te duur of paste die slecht in het metselwerk. Hoe dan ook, op de steen heeft het nooit gestaan.

Over een bedrijf waar zoveel gebeurd is in meer dan honderd jaar, valt veel te vertellen, maar over het wedervaren van de drukkerij en kopieerinrichting (lichtdrukkerij en dergelijke) is dus een boek te vullen. Voor het eenvoudige steentje zou het wel veel luxe zijn als daarop hier ingegaan werd.


Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, auteur P. de Baar. Zie verder ons colofon
kaart