Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Villa Pomona

  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Gevelteken Rijnsburgerweg 164

.....
GT_1299

Naam van de villa POMONA in grote keramische (?) letters op de voorgevel van het pand Rijnsburgerweg 164. Villa Pomona, in 1898 ontworpen door de Leidse architect Jesse voor de familie Van Eck.

Dirk van Eck en zijn vrouw Guliana Cornelia Koch betrokken de nieuwgebouwde villa ‘Pomona’ aan het einde van de 19e eeuw, waar vanaf 1899 al 'dames Van Eck' woonden. Zij zetten zich in voor het 'Vrijzinnig Christelijk' geloof zoals blijkt uit diverse advertenties in het Leidsch Dagblad van die jaren.
Het pand was toen nog onderdeel van de gemeente Oegstgeest en gelegen tussen de bollenvelden. De landelijke omgeving werd ooit getekend door de Leidse kunstenaar Kikkert.
Het huis stond dicht bij de macrobiotische tuinderij van zijn broer.
Van Eck was vooraanstaand lid van de SDAP (Sociaaldemocratische Arbeiderspartij) en hij was voorman van de sociaaldemocratische arbeidersbeweging in Leiden.
In het archief van de 'Dirk van Eckstichting' bevindt zich een kasboekje van de aannemer B.J. Huurman die in 1898/99 Pomona heeft gebouwd. Van Eck betaalde in totaal fl.3.811,47 (ofwel 1.732 euro), in drie termijnen cash.
Vanaf 1920 stond Pomona op Leids grondgebied.

Dirk van Eck werd geboren in 1867. Zijn vader, Hubert Johannes van Eck, was burgemeester van Axel en benam zich van het leven toen Dirk nog maar 9 jaar oud was. In 1885 kwam het gezin naar Leiden en woonde aan de Herengracht 13 tot ze in 1890 verhuisden naar de Rembrandtstraat 19. Dirk studeerde rechten in Leiden en werd zich in die tijd sterk bewust van de slechte omstandigheden waarin de arbeidersklasse moest leven. In de stellingen bij zijn dissertatie "Dwangmiddelen van den staat tegenover de gemeente", Leiden, 1890, gaf hij er blijk van een socialist, pacifist en republikein te zijn.
In 1890 vertrok hij uit Leiden en maakte carrière bij de gemeentelijke overheid. In 1899 werd hij benoemd tot burgemeester van Mijnsheerenland en Westmaas. Daarmee was hij de eerste socialistische burgemeester in Nederland. Van Eck raakte echter teleurgesteld in de
socialistische beweging vanwege de onderlinge twisten, wat hem ook opbrak toen hij burgemeester van Boskoop was (1901-1903). Daar waren gewelddadigheden tussen Boskoopse kwekers en anarchisten, en Van Eck als pacifist raakte in ernstige gewetensnood omdat hij politie moest inzetten.
In 1899 trouwde Dirk met Guliana Cornelia Koch. Zij kregen geen kinderen.
Van Eck was vegetariër, rookte niet en was geheelonthouder. Hij was bestuurder van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Sterken Drank, later Alcoholische Dranken
(NV), 1896-1913. Door zijn sobere levensstijl wilde hij zich solidair verklaren met het Leidse proletariaat. Ook moest zijn ascetische levenshouding een voorbeeld zijn voor zijn omgeving. Hij wilde mensen opvoeden in 'menschenliefde en rechtvaardigheidsgevoel'.
Van Eck was erg actief in de stad: hij nam zitting in de gemeenteraad, was van 1920 tot 1935 fractievoorzitter, en deed daarnaast veel werk voor allerlei organisaties in Leiden. In Leiden was Van Eck erg populair door zijn colportage iedere zaterdag, zijn huisbezoeken en zijn keuze ‘voor de gewone man’. Maar toen in 1935 de Leidse SDAP 14 van de 35 raadszetels won en de oppositie opgaf en met de 'burgerlijke' partijen ging samenwerken, trad Van
Eck af. Bestuursverantwoordelijkheid wilde hij niet dragen zolang de arbeiders
de strijd tegen het kapitalisme niet gewonnen hadden.
Buiten Leiden bekleedde Van Eck ook verschillende partijfuncties. Hij was voorzitter van het SDAP-gewest Zuid-Holland (1914-1935). Ook had hij zitting in de Provinciale Staten van Zuid-Holland (1919-1935). In 1923 werd hij lid 34 van het partijbestuur van de SDAP, als opvolger van Loopuit. Van Eck vertegenwoordigde de linkse stroming binnen de partij. Zijn artikelen in De Sociaal-Democraat irriteerden vooraanstaande SDAP-ers die zich afvroegen of hij soms 'zedenmeester' wilde spelen. Maar er was ook waardering. W. Drees was onder de indruk van zijn “nooit verflauwende geestdrift, onbegrensde toewijding [en] grote zuiverheid”. In 1936 verliet Van Eck op 70-jarige leeftijd het partijbestuur. De SDAP werd in 1946 opgeheven en werd hij lid van de PvdA.
Van Eck overleed te Leiden in 1948. Guliana overleed in 1955.


Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart