Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: De Ammoniet

  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Gebouwen

Gevelteken Papengracht 25

.............
GT_1003


Foto van de steen vóór de restauratie.

Gevelsteen ter herinnering aan het 25 jarig jubileum van de Leidse Geologische Vereniging.
De schelp van een ammoniet -een fossiel weekdier- is opgenomen in een gevelsteen van mergel. Deze steensoort is zacht maar goed weerbestendig.

De gevelsteen werd in 1959 aan het Rijksmuseum voor Oudheden aangeboden door de lustrumcommissie van de Leidse Geologische Vereniging.
De vereniging vierde in 1959 haar 25-jarig bestaan en wilde dit jubileum extra luister bijzetten door de schenking van een gevelsteen die duidelijk zichtbaar met Geologie te maken had. In de eigen collectie vond men een miljoen jaar oude ammoniet, die door de preparateur Jan van der Linden in de Limburgse mergel werd gevat.
De steen zit in de achtergevel van het museum en niet in de gevel van het voormalige Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie omdat het pand aan de Papengracht, een voormalig koetshuis, vroeger bij het Museum voor Natuurlijke Historie hoorde. Hier was de geologische collectie opgeslagen.
Het Museum voor Natuurlijke Historie was de voorloper van het Rijksmuseum voor Oudheden.

Het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie werd in 1820 bij Koninklijk Besluit opgericht. Het bestond toen uit een samenvoeging van enkele bestaande collecties. Coenraad Jacob Temminck was de initiatiefnemer van dit plan. Hij zag het museum vooral als een onderzoeksinstituut omdat er al een relatie met de Rijksuniversiteit Leiden was. De collectie werd gedurende de volgende 150 jaar nog veel verder uitgebreid, voornamelijk door regelmatige buitenlandse expedities en het verkrijgen van particuliere verzamelingen uit erfenissen.

Van 1820 tot 1913 was het museum aan de Papengracht in Leiden gewoonlijk alleen op zondagen voor publiek geopend. Wel konden studenten en wetenschappers er op aanvraag rondgeleid worden.

In 1913 verhuisde het museum naar een nieuw gebouw aan de Raamsteeg, waar slecht één klein zaaltje ter beschikking stond voor exposities. In 1950 werd ook dit zaaltje gesloten wegens gebrek aan toezicht. Sindsdien kwamen er alleen nog bezoekers binnen voor rondleidingen, lezingen en zeldzame, tijdelijke tentoonstellingen.

In 1976 verscheen de nota, ‘Naar een nieuw museumbeleid’ die voor het museum tot gevolg had dat het een centrale functie ging vervullen binnen het vakgebied door middel van het samenstellen van tijdelijke en rondreizende tentoonstellingen en door uitleen van stukken uit zijn collectie aan andere musea. Een eigen permanente expositie was er toen echter nog steeds niet.
Die kwam er pas toen het museum in 1986 de zogenaamde ‘Nationale Presentatie’ op het gebied van de natuurlijke historie kreeg toebedeeld door de minister. Er werden plannen gemaakt voor een nieuw gebouw en de regering was bereid hieraan mee te betalen. Dit resulteerde ruim tien jaar later (1998) in het succesvolle museum Naturalis. Naturalis werd deels gevestigd in het voormalige Pesthuis waar eerder het Legermuseum gevestigd was.

Bronnen:
G.A.M. Offenberg, Gevelstenen in Nederland, Uitgeverij Waanders, 1986

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Zie verder colofon
kaart