Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Joost Frans van der Lindenpoort

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700
  • Geschiedenis 1701-1800
  • Gebouwen

Gevelteken Grevenstraat 16


GT_1796 Foto Hartstra

Het hofje is gesticht in 1668 en verbouwd tussen 1691 en 1736. De architect is onbekend. Het hof wordt bestuurd door een college van regenten.

Het hofje van Joost Frans van der Linden heeft een U-vorm, met midden in de tuin en een dwars daarop staand kleiner huisje. De huisjes hebben twee bouwlagen met een zolder. De gevels worden verlevendigd door nissen en een geprofileerde gootlijst op klossen. Sinds in 1936 de aanpalende krotwoningen werden gesloopt, is het hofje vanaf de Grevenstraat goed zichtbaar.
Van der Linden bezat een poort met een steegje met huizen aan de Marendorpse Achtergracht die nu van der Werfstraat heet. In de volksmond werd deze gracht ook wel Stinkgracht, of met enige ironie ook Rozengracht genoemd.
In 1668 liet hij aan zijn nicht Maria van der Linden, bij testament, fondsen na waarmee zij een hofje op zou moeten richten.
Wie er kwam te wonen mocht Maria zelf bepalen; "arme luyden, die 't haer zal believen te laten bewonen".
In het testament stond geschreven dat de “huyskens ende hare erven eewiglyk by arme luien, voor niet en sonder huer daer” voor te geven, zullen moeten worden bewoond. Het hof bestond uit huisjes met erf, rondom een vierkant, beplant pleintje gelegen, 'met eene poort en slob' volgens de Leydse Courant van 1870.
Omdat hij weinig kapitaal naliet, verkeerden de huisjes al snel in vervallen toestand. Hier kwam pas verandering in toen François Houttijn in 1691 via een legaat geld deed toekomen aan de Remonstrantse Gemeente. Weliswaar had hij dit geld voor de bouw van een eigen hofje bestemd. De regenten van het hofje gebruikten een deel van het geld allereerst voor het opknappen van het Joost Frans van der Lindenhofje. De huisjes op het hofje werden flink opgeknapt en de bewoners ontvingen zelfs preuven, zoals gebruikelijk op een hofje.
In 1736 ontdekte de ijverige ouderling Dorremans het testament van François Houttijn. De toenmalige regenten schrokken van Dorremans woedende reactie en schoven de schuld in de schoenen van hun voorgangers. Gehaast bouwden zij alsnog het François Houttijnhofje, zodat aan de voorwaarden van diens testament werd voldaan. De erfgenamen, dochter Maria en broer Pieter, overlijden echter nog voor tot uitvoering is overgegaan. In 1737 besluit de gemeente alsnog een hofje te bouwen aan de Hooigracht.
Volgens de Leydse Courant van 1870 werd er "voor eenige jaren door Regenten een steen met opschrift boven de poort geplaatst". Waarschijnlijk was dit in 1869 toen het tweehonderdjarig bestaan werd gevierd.


Bronnen:

Leydse Courant van 3 februari 1870.
Website Members Chello


Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder colofon.
kaart