Exact 53 jaar na de oprichting fuseerde op 25 maart 1972 de Turnkring Leiden en Omstreken met de Haagse Turnking. Gezamenlijk vormden zij Leidsenhage. De geschiedenis van de Leidse Turnkring
Nederland likte na de Eerste Wereldoorlog zijn wonden. Het (verenigings)leven pakte langzaam maar zeker de draad weer op. De krachten werden gebundeld. Zo’n zeven jaar na de oprichting van de ter ziele gegane Leidsche Turnbond (LTB; 1912-circa 1915) werd op 25 maart 1919 de Leidsche Turnkring door het bestuur van het Gewest Zuid-Holland van het Gymnastiek Verbond in een buitengewone vergadering geconstitueerd. In het dagelijks bestuur klinken respectabele namen. Zo werd A. Dirks, voorzitter van Leidens oudste gymnastiekvereniging Hercules, voorzitter. Aan zijn zijde trof hij M.G.B. (Wil) Dieben- Konings, presidente van Brunhilde, als secretaresse, terwijl Donarvoorzitter J.J. (Koos) Herweijer de financiën zou beheren. Tegelijkertijd werd een Technische Commissie, een Pers- en Propaganda- en een Wetscommissie geïnstalleerd.
Na een jaar, op de eerste jaarvergadering, bleef het bestuur ongewijzigd. Gezien het werkprogramma in het achterliggende jaar werd zowel het bestuur als de TC niet uitgebreid. Het werkprogramma voor 1920 beloofde op turngebied veel. In voorbereiding waren onder meer een propaganda-uitvoering in Hillegom, acties om openluchtsport te bedrijven en wandel- en fietstochten. “Bij ijs zal er dezen winter een schaatstocht worden gehouden,” aldus het Leidsch Dagblad. Of er inderdaad ijs geweest is en er dus geschaatst is, vermeldt de historie niet.