Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950

Interview 2 met mevrouw C.A. Zandvliet, Leiden

Interview met mevrouw C.A. Zandvliet (1927)



Projectbeschrijving
Het Oral History-project Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog is een initiatief van Erfgoed Leiden en Omstreken in samenwerking met de Leidse Video en Smalfilmliga. In een zestal interviews zijn herinneringen aan de oorlog in Leiden en omringende gemeenten vastgelegd. Doel van dit project is de geschiedenis levend houden en bronnenmateriaal te verzamelen voor onderzoek en educatie.

Voorwaarden
De opnamen en gegevens zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen zonder toestemming van Erfgoed Leiden en Omstreken niet voor publicatie worden gebruikt.
Bij eventuele publicatie van de onderzoeksresultaten welk verband houden met deze collectie de volgende bronvermelding te geven: Erfgoed Leiden en Omstreken.
De gebruiker van deze collectie verplicht zich de persoonlijke levenssfeer van de geïnterviewden in woord en geschrift te eerbiedigen en Erfgoed Leiden en Omstreken te vrijwaren van alle aansprakelijkheid voortvloeiend uit aan de collectie ontleende gegegevens.

Toegankelijkheid
Het interview van mevrouw C. A. Zandvliet is hieronder te bekijken en te beluisteren. De filmopnamen zijn in een aantal delen geknipt met daaronder de transcriptie met tijdscodes. Het is mogelijk om in de tekst te zoeken door de optie zoeken te selecteren in de menubalk van de browser.

Samenvatting
Mevrouw Zandvliet is één van de dochters uit het gezin Zandvliet, dat schuin tegenover de Hartebrugkerk in de Haarlemmerstraat woonde op het adres waar ook de gelijknamige Zandvliet’s boek-en kantoorboekhandel was gevestigd. Mw. Zandvliet heeft zeer gedetailleerde herinneringen aan de oorlog; het gezin waarin zij opgroeide en de scholen die zij bezocht. Zij vertelt onder meer over de gezinsleden, de veranderingen in de zaak van haar vader, broers die onder moesten duiken, over een razzia op de Haarlemmerstraat, over de Soldaat van Oranje die zij achter hun huis zag varen, het neerstorten van een Duits vliegtuig op het Elisabeth Ziekenhuis en vele andere gebeurtenissen in het dagelijks leven in Leiden tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Trefwoorden: Tweede Wereldoorlog, Haarlemmerstraat, Meisjes HBS, Soldaat van Oranje,
Razzia’s, Elisabethziekenhuis, Arbeidsinzet, Hongerwinter, Bevrijding, Joden, NSB.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 1


Interviewer:
#00:00:01# Ik ga een interview met u houden naar aanleiding van een aantal gesprekken die wij hebben gevoerd over uw belevenissen hoe u de oorlog ervaren heeft. U heeft ook een hele mooie map, ik noem het maar een documentatiemap, geschonken aan ons Regionaal Archief Leiden - en daar zijn we u ook heel dankbaar voor - want er staat ontzettend veel informatie in. Ook voor het interview dat wij nu afnemen heb ik daar ook heel veel aan gehad. Ik heb een aantal vragen en laten we maar gewoon beginnen.

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:38# Ja, dat lijkt me uitstekend...

Interviewer:
#00:00:40# Een van de eerste vragen, we beginnen natuurlijk een beetje chronologisch, is: vertelt u eens iets over de gezinssamenstelling, uit wat voor een gezin komt u, wat deden uw ouders, broers, zussen...

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:52# Nou, ik was toen - het gaat over 1940 - 12 jaar, dus nog een schoolmeisje. Ik woonde op de Haarlemmerstraat, waar mijn vader een boek- en kantoorboekhandel had. Het was schuin tegenover de Hartebrugkerk. We hadden een groot huis en ook een groot gezin, want we hadden elf kinderen. Ik had vier zusjes onder mij en vier zusjes boven mij, dus ik was de middelste. En ik had twee broers. Ik was ook op de Haarlemmerstraat op school, dat was bij de nonnen. Dat was op de Haarlemmerstraat 32, die school is nu afgebroken en daar heb ik dus onderwijs genoten. Nou ja, dat was niet altijd genieten natuurlijk bij de nonnen , maar het onderwijs was uitstekend. Voor de oorlog een soort voorbereiding en in de oorlog ook...Ja, dat is eigenlijk wat het gezin betreft. We hadden ze dus in alle soorten en maten: de jongste was 2 of 3 toen de oorlog uitbrak en mijn oudste zus was - geloof ik - toen 19 of 20 of zoiets dergelijks.

Interviewer:
#00:02:23# Vertelt u eens iets over de winkel van uw vader, want daar heeft u eigenlijk uw hele jeugd doorgebracht...

Mevrouw Zandvliet:
#00:02:31# Ja, het was dus...die winkel is opgericht in 1917. Dat was eerst in het kleine pandje daarnaast en dat was nog geen boekhandel maar echt een kantoorboekhandel van briefpapier. Mijn moeder zei altijd "oh, het was zo'n prachtig mooi, schattig winkeltje". Het grote pand wat dus toen de boekhandel was, dat was toen - meen ik - een textielzaak en dat pand is begin 1900 daar neergezet. Voorheen was het een tuin, dat kun je op oude foto's nog zien. Daar woonde een echtpaar, die - geloof ik - kamers verhuurden aan studenten. En mijn vader heeft toen in 1917 of iets later dat pand gekocht van die familie, is dus naar het grote pand verhuisd. Het was wel een beetje een probleem...ze hadden natuurlijk wel een paar kinderen, maar dat echtpaar kon er niet direct uit. Dus het was passen en meten, maar dat ging heel erg goed. Toen zijn zij in de winkel begonnen als kantoorboekhandel. Ze leverden, zeg aan alle scholen - er waren toen natuurlijk veel katholieke scholen die gebouwd werden - dus mijn vader was echt een zakenman dus die was echt leverancier van schriften, inkt en alles wat je krijgen kan. Nou, dat was een goedlopend bedrijf en op een gegeven moment is daar de boekhandel bijgekomen en was toen dus een boekhandel en kantoorboekhandel...

Interviewer:
#00:04:35# Weet u nog wanneer dat was, welk jaar ongeveer?

Mevrouw Zandvliet:
#00:04:37# Nou dat was ver voor 1940 en toen heeft mijn vader nog een boekhandel uit de Maarsmansteeg...ja, dat moet ergens in het album staan..heeft hij die winkel overgenomen en toen is hij dus met boek- én kantoorboekhandel begonnen. Toen is een oom van mij uit Delft, dat was een broer van mijn moeder, en die is toen als...nou ja....als assistent gekomen in de winkel, dus voor verkoop. Het was een prima zakenman, die heeft ook eigenlijk mijn twee broers opgeleid in het bedrijf. Mijn vader was vaak op pad naar scholen, leverde ook aan kantoren voor wat er toen allemaal nodig was. En mijn oom is tot 1940 bij ons in het bedrijf gebleven en toen heeft hij een functie gekregen bij een boekhandel - eenzelfde soort zaak in Utrecht. Mijn oudste zus is, geloof ik, ook nog enige tijd in de zaak geweest en toen kwamen mijn broers dus in de winkel en die zijn er gebleven tot ze overleden waren eigenlijk.

Interviewer:
#00:06:21 Ja, dat is een hele tijd eigenlijk, he?

Mevrouw Zandvliet:
Ja....

Interviewer:
#00:06:24# En uw broers waren toen op een leeftijd dat ze dat ook goed konden...?

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:27# Nou, ze waren jong. Ze zijn op de HBS in de Marienpoelstraat geweest. Ik geloof niet dat ze eindexamen gedaan hebben, want ze waren - hoe jong ze waren - altijd in de winkel bezig. Wij als kinderen ook. 's Zondags gingen wij met de hele club naar beneden en dan gingen we winkeltje spelen. Een paar waren dus klant en een paar waren de bedienden. En er bestond ook, herinner ik me nu, kartonnen geld, stukjes, guldens, - dat was zeker ook voor scholen - ik weet het niet. Wij betaalden met kartonnen geld. Dat vonden we prachtig natuurlijk! Ja....ja, dat was heerlijk die winkel...En we tekenden ontzettend veel, want we hadden in de winkel schetsboeken, kleurpotloden, tekenvoorbeelden. Mijn ouders zetten ons vaak aan het tekenen en dan werd er een prijs uitgeloofd wie de mooiste tekeningen had.... Ja...we hebben ons nooit verveeld op de Haarlemmerstraat...En het was natuurlijk altijd een komen-en-gaan van kennissen, vrienden en vriendinnen, want de winkel had geen aparte opgang. Dus als iemand in de winkel stond, was het "nou, ik ga wel even naar boven" of mijn vader zei "nou, loop maar even door naar boven". Dus het was echt een instuif, zeg maar. Dat hield helaas halverwege de oorlog op, want je had natuurlijk niets meer te presenteren. Je kon niet zeggen "blijft u eten" of wat, ja, er was niks dus dat is in de oorlog eigenlijk...maar na de oorlog is het weer in grote mate teruggekomen...Ja... #00:08:32-6#

Interviewer:
#00:08:21# We gaan even terug naar het begin van de oorlog en u heeft daar ook hele scherpe herinneringen aan... kunt u daar wat over vertellen?

Mevrouw Zandvliet:
#00:08:28# Ja, kan ik eerst iets over de school vertellen of niet......liever niet, nee...Nou, begin van de oorlog. Ja, we wisten natuurlijk mobilisatie, maa als kind zegt je dat niet veel. Ik herinner me in de nacht van 10 mei - we hadden een lange gang - enmijn kamer was eigenlijk de eerste kamer en op de gang was een heel groot raam. Daar keek je uit op het stadhuis en op Vroom&Dreesman. Ik herinner me dat ik 's nachts wakker werd van...tja, ik hoor iets...dus ik uit bed en toen zag ik dat mijn vader alleen voor het grote raam stond naar buiten te kijken en ik zei niks en ging d'r ook naast staan kijken. Ik herinner me wel dat ik een paar vliegtuigen zag en zag dat er één brandde. Ik kan me niet herinneren of er een neerstortte, maar ik heb een brandend vliegtuig gezien. En toen ineens kwamen mijn twee broers aan en die waren al op het dak geweest, dus die kwamen toen naar beneden toe en die zeiden "ja, we zijn op het dak geweest enne we zien vliegtuigen", dus toen stonden we met z'n vieren. Na een minuut of tien kwam mijn moeder aan, want die had natuurlijk lawaai gehoord op de gang en die kwam aan "wat is hier aan de hand?", dus die stond ook voor het raam en toen zei mijn vader "dit betekent oorlog"! Nou, dat heb ik nooit vergeten dat zinnetje.
#00:010:11# Toen zijn we met z'n allen 't dak opgegaan, wat natuurlijk levensgevaarlijk was, behalve de jongsten want die waren nog op bed. We stonden op het dak. Je had niet veel platte daken in de binnenstad. Het waren allemaal puntdaken, dus we stonden als enigen - behalve onze overburen - te schuilen. De overburen hadden ook een plat dak en die stonden ook op het dak. En ik herinner mij een achterbuurvrouw van de Stille Rijn en die keek door zo'n heel klein zolderraampje naar buiten. Nou ja, toen stonden wij daar en liepen wat heen en weer en toen kijk!, nou toen zag je honderden vliegtuigen aankomen uit Valkenburg, zo die richting, en nou ja, drommen parachutisten die er uitkwamen. Ja, dat was echt een adembenemend gezicht. We stonden echt vol verbazing te kijken tot het ophield. En toen zijn we naar beneden gegaan waar toen inmiddels de radio aanstond natuurlijk. Nou dus, ja...de rest liep een beetje heen-en-weer en door het huis, maar ik bleef bij de radio zitten en je hoorde iets van vliegtuigen en toen hoorde ik op de radio "over enige ogenblikken volgt een proclamatie door de koningin"...Ik herinner me ook nog....ik had nóóit het woord proclamatie gehoord, maar ik begreep toen ineens wat het woord betekende, dan praat de koningin niet zelf. En toen werd, geloof ik, na een half uur later de proclamatie voorgelezen - ik heb een grammofoonplaat waar het nog opstaat - en ja, nou ja, dat was het toen eigenlijk. We liepen een beetje heen-en-weer van voor naar achter, van boven naar beneden. De winkels waren open, maar het was uitgestorven op straat. We hadden dan een erker, dan kon je zo heerlijk doorkijken.
#00:012:26# Ik herinner me wel dat je rijtjes militairen zag, die dan dan zo in elkaar gedoken met een een geweer langs de huizen liepen. Ik herinner me ook dat in de Hartebrugkerk waren wel 's ochtends kerkdiensten. Je kunt het je nu niet voorstellen, maar er waren elke ochtend vier diensten, die waren behoorlijk bezet. Daar gingen toen mijn zusjes die ochtend naar toe en of iedereen nou wist dat het oorlog was dat weet ik niet, want niet iedereen had natuurlijk de radio nog in de kerk. En de volgende dag was het natuurlijk Pinksteren of zondag en ..nou ja...het was vrijdag dat de oorlog uitbrak. Dus d'r werd zaterdagavond wel in de kerk gezegd, dat in de Pinksterdagen er geen kerkdiensten waren dus was de kerk gesloten. We hebben toen maar zo'n beetje - 't was prachtig weer, we hadden een grote plaats die dus van achteren op de Aalmarkt keek zeg maar, d'r zat natuurlijk de Stille Rijn tussen. Ja, we hebben maar zo'n beetje...ja, iedereen deed maar wat...ik voelde me, geloof ik, ook niet lekker dus ik begon te huilen , dus m'n zusjes werden weggestuurd om een borduurwerkje voor mij te kopen.
#00:013:49# Zo werden we zoet gehouden. Nou, en toen in de loop van de ochtend werd het ineens druk in de winkel, want er kwamen Nederlandse militairen en die vroegen om alle plattegronden, dat herinner ik me nog, en kaarten van Leiden en omstreken. En ik herinner me nog zó goed, dat mijn zussen...ja, ze moesten ook iets hebben van De Kaag, dus......nou ja, ik weet niet wat er daar mee te maken had. En ze moesten rode potloden hebben, dus mijn vader had gelukkig een goeie klant. Ik neem aan dat ze betaald hebben, dus dat vonden we wel even spannend natuurlijk: militairen met zo'n auto voor de deur...

Interviewer:
Kan me voorstellen...

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 2


Interviewer:
#00:00:01#
Maar u heeft zelf ook nog zo'n kaart gehouden, he? U heeft later in uw kamer zo'n kaart opgehangen en aan het eind van de oorlog ging u daar wat mee doen...

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:11# Ja, dat was de landkaart van Nederland die ik bijhield. Daar ben ik pas aan begonnen in '44 met...toen bij de luchtlandingen bij Arnhem, toen ben ik daar mee begonnen. Toen kregen we pas voor het eerst illegale krantjes 's avonds om 7 uur werden in de bus gedouwd en dan gingen we naar mijn kamer, dat was het hoofdkwartier zei m'n moeder altijd...we gaan even naar het hoofdkwartier...dat was m'n moeder, m'n vader en mijn twee broers en dan kleurde ik de plaatsen rood die bevrijd waren, he...ja, dat vond ik wel spannend. En toen werd ook nog de eerste ochtend van de oorlog, 10 mei, herinner ik me ook. Toen werd mijn oudste zuster opgebeld en die werkte toen, geloof ik, net op een verzekeringskantoor op de Rijnsburgerweg, dat ze opgehaald zou worden..Nou ja, en zij was echt altijd prominent aanwezig in de familie: oh, spannend, spannend...En toen kwam er een militaire wagen voor met Nederlandse soldaten natuurlijk. Nou, ze stapte in die auto...ik zie nog voor het raam dat ze instapte...ik vond haar gewoon een oorlogsheld toen en ging ze mee. Na een uur kwam ze terug, toen had zij ponsplaatjes moeten maken van alle militairen in Leiden waar dan hun naam opstond, geboortedatum enz. dus dat had ze toen moeten doen op kantoor en ze heeft toen tegelijkertijd voor ons een plaatje gemaakt...voor de kinderen, die kregen we om onze nek.

Interviewer:
#00:02:07# En u heeft nog één van die plaatjes...

Mevrouw Zandvliet:
#00:02:11# Ja, ja, van mijn jongste zusje. Ik heb mijn plaatje toen ook zo gewoon weggegooid, maar mijn jongste zusje heeft een plaatje en dat zit in een album.

Interviewer:
#00:02:24-3# De eerste oorlogsdag zat erop, zeg maar, en hoe verliep dat verder? Hoe ging het met het dagelijks leven?

Mevrouw Zandvliet:
#00:02:30# Nou ja, we liepen maar wat heen-en-weer en mijn moeder vond het heerlijk dat ze alle kinderen om d'r heen had. Ze zei "oh, wat heerlijk dat ik jullie allemaal om me heen heb.." en ja, ik weet het niet eigenlijk. We zaten voor het raam natuurlijk. Ik herinner me dat ik met een zusje voor het raam zat en dat er een rij vrachtauto's aan kwam en wij keken er zo aan de achterkant op, zo'n open wagen en aan weerskanten lagen allemaal gewonde miilitairen..een vréselijk gezicht, die reden richting Haarlemmerstraat - Hooigracht. Ze zullen dus naar het Elisabeth (gasthuis - red.) gegaan zijn en ik weet nog dat één militair naar boven keek, naar het zusje en ik voor het raam. We mochten toen van mijn vader niet meer voor het raam zitten, dat was toen natuurlijk allemaal te gruwelijk wat je allemaal zag. Ja, en toen 's zondag was het Pinksteren. Ja, d'r gebeurde eigenlijk niet veel. Er werd gegeten en de radio...maar ik werd toen ziek dus we hebben toen wel...zaterdagmiddag...ik geloof dat het rond de middag was...de sirenes gingen. We gingen met z'n allen naar beneden in het magazijn hebben we allemaal gezeten. Er gebeurde niets, dus - na afloop veilig signaal - gingen we weer naar boven toe..En 's avonds of overdag dezelfde dag was er weer een luchtsignaal, maar m'n vader en m'n broers hadden ondertussen het magazijn helemaal leeggehaald en matrassen neergelegd dus we hadden allemaal onze eigen plaats. Dus als we moesten schuilen dan bleven we daar zitten en we hadden een zij-uitgang naar de poort die op de Stille Rijn uitkomt. Ja, we hebben toen ook 's nachts gezeten natuurlijk en ja, je wist dan niet, soms duurde het heel lang, maar d''r stonden er een paar op en dan liepen ze de winkel in en dan gingen ze maar wat boeken kijken en zo . En toen het laatste bombardement...luchtalarm, dat was op de dag dat Rotterdam werd gebombardeerd. Het was, geloof ik, dinsdag 14 mei.

Interviewer:
#00:05:07# Maar, toen was u al ziek of...

Mevrouw Zandvliet:
#00:05:09# Toen was ik al ziek, want ik lag op bed en -nou ja - ik moest flink zijn want de hele familie dacht natuurlijk dat ik zenuwachtig was en down.. en ik weet nog goed dat ik op 14 mei op bed lag toen de sirenes gingen 's middags. En dus ik stapte uit bed en ik ging met m'n mantel aan ook naar beneden en we zaten met z'n vieren op een matras na elkaar en dat duurde en duurde ontzettend lang. En ik was dood- en doodziek en toen stonden een paar zusje op en toen kon ik gaan liggen. Nou, dat heeft lang geduurd dat luchtalarm en toen het veilig-signaal was, toen konden we dus weer naar boven toe en toen zakte ik onderaan de trap in elkaar dus mijn vader bracht me naar bed en ik was helemaal buiten westen maar toen kwam de familie 's avonds zeggen "je hoeft niet meer bang te zijn. Nederland heeft gecapituleerd". Nou ja, dat...en ik lag te ijlen "de Duitsers komen" , dat hoorde ik later dus, "de Duitsers komen, de Duitsers komen". Nou ja, ik herinner me vaag iets dat ik op de slaapkamer van m'n ouders lag, m'n ouders er bij...ja, ik was eigenlijk min of meer buiten bewustzijn dus daar herinner ik me niets van. En Nederland had dus gecapituleerd, dus ik hoorde wel "nou, het wordt nou weer net als voorheen". Dus de volgende dag dacht de familie nou, je kan wel opstaan, maar kon ik natuurlijk niet en zusje, kom nou 'ns kijken voor het raam, want er marcheren Duitsers door de Haarlemmerstraat. Nou, ik had totaal geen interesse.
#00:07:07# En toen was het in de loop van de middag, m'n moeder kwam met de thermometer aan, nou die vertrouwde het toch niet, nou, ik geloof dat ik 41 had. En dan weet ik nog wel dat ze de kamer uitrénde. Nou binnen de kortste keren stond de huisarts voor m'n bed, nou die zei tegen mijn ouders komt u maar mee en die zei toen, hoorde ik later, dat ik direct naar het ziekenhuis moet en het bleek dus dat ik buikvliesontsteking had. De dokter zei ja, ik moet eerst bellen want de ziekenhuizen liggen vól natuurlijk, maar als het niet lukt moet ze bij mij thuiskomen". Hij woonde op de Zoeterwoudse Singel. Nou, uiteindelijk kon ik toch naar het Elizabeth Ziekenhuis toe. Ik weet dat mijn moeder later zei, de Hooigracht lag vol met bebloede kleding van mens en militairen. De Duitsers hadden inmiddels de hele parterre in beslag genomen en de kinderzalen ook. Daar kon ik niet op, dus ik ben op een zaal bij de volwassenen gelegd. Nou ja, er werd dag en nacht gewaakt bij mij, maar goed, ik heb het overleefd en ik heb drie weken in het ziekenhuis gelegen. En de Duitsers gingen na twee weken weg en die nou die nonnen...het was ongelooflijk...die gingen geloof ik nooit naar bed, want er waren natuurlijk ook gewone patienten, De niet-erge patienten waren natuurlijk al direct de eerste dag naar huis gestuurd en nou ja, ik mocht na zo'n drie weken weer naar huis en ik was natuurlijk heel erg vermagerd en ik herinner me nog - er waren toen geen taxi's want dat mocht ook niet vanwege benzine, he - dus ik hing tussen mijn ouders in, over de Hooigracht naar de Haarlemmerstraat, maar ik herinner me nog wel toen, ik dacht alles ziet er zo vrolijk uit, 't was druk, de mensen winkelden en de bloemenman die stond op de hoek van de Donkersteeg, die d'r nu ook nog altijd staat, dus ja, het was natuurlijk een heel verschil als die weken terug dat ik naar het ziekenhuis moest.

Interviewer:
#00:09:32# En hoe was het op school inmiddels, want u bent daarna waarschijnlijk weer naar school gegaan?

Mevrouw Zandvliet:
#00:09:37# Nou, op school bij de nonnen dat was grappig, dat vergeet ik nooit, want dat was in 1938 dat Beatrix verwacht werd in die tijd en we waren hevig liederen aan het instuderen dat ken ik ook nog welkom, welkom, lief prinsesje en toen vertelde de juffrouw ook we gingen oefenen voor als het luchtalarm zou zijn. Maar er wás nog helemaal geen sirenes in Leiden, maar we zouden toch al gaan oefenen en dan zou de juffrouw ineens onverwacht zeggen "klas verlaten" en dan moesten we allemaal uit de bank in een rijtje naar buiten toe. Nou, we vonden dat heel bijzonder natuurlijk en dan gingen we naar buiten naar de Beestenmarkt liepen we om, want er was toen een schuilkelder gepland. Nou, daar is nooit iets van gekomen en dan maakten we een ommetje en dan zaten we weer in de bank dus we vonden dat heel leuk. Dus dat werd steeds geoefend. Nou, Beatrix werd inmiddels geboren natuurlijk en toen de oorlog uitgebroken was in '40 toen werd het natuurlijk serieuzer, want toch was er toch écht gevaar. Dus we oefenden toen ook vaak en we zaten dus boven op de eerste of tweede etage en dan zei de juffrouw niet meer klas-verlaten, maar we hadden zuster Sita - dat was het melkzustertje beneden in de keuken en zuster Sita was belast om af en toe aan de bel te trekken...dat waren dan oefeningen en die trok dan onverwacht aan de bel en dan moest de hele klas naar beneden toe. En dat was fantástisch georganiseerd, keurig in een rijtje twee-aan-twee de trap af en er waren enorme lange gangen. Elke klas had z'n eigen stuk gang, dus dan moest je tegen een muur gaan zitten.
#00:11:43# Nou ja, zo oefenden we af en toe. We vonden het een aardige onderbreking natuurlijk en....toen...was het een keer dat de sirenes gingen, dus voor het eerst dat de sirenes echt gingen, maar dat was niet het bombardement van het station maar toch was in Leiden iets aan de hand dat de sirenes gingen, dus wij vlógen uit de bank. Nou, we liepen nu in draf de gang in en de trap af natuurlijk en gingen dus tegen de muur zitten op onze plek en de schooljuffrouw die stond daar natuurlijk voor , natuurlijk ook helemaal geschrokken. En toen zei de juffrouw "meisjes, zullen we met elkaar gaan bidden", dus wij het Onze Vader bidden en we hoorden aan het eind van de gang rumoer en ik vond dat ontzettend goed, want ze had net zo goed kunnen zeggen We gaan Piet-Hein zingen, want als je je mond opendoet dan kan je niet om je moeder roepen. Dus wij...nou ja, Onze Vader en het Wees Gegroet en later moest ik altijd denken...dat eindigt dan met "nu en in het uur van onze dood" maar dat...op zo'n moment besef je dat helemaal niet. Nou, toen kwam de hoofdzuster kijken, die liep alle gangen door, spierwit, nou toen signaal-veilig was gingen we weer terug naar de klas. We waren natuurlijk nog wat rumoerig..nog even dit.. en de juffrouw "nou, meisjes, waren we gebleven...nou, we zullen maar weer boven aan het blad beginnen"....en nou, dat was 't.
#00:13:29# En we kregen huiswerk op en je ging naar huis en dat was niet iets van Ouderavond of..of...kinderen getroost worden. Nou, ik kwam thuis en we gingen eten en ja, ongelóóflijk hoe je...we waren daar helemaal aan gewend, geloof ik, dat het allemaal anders werd. Enne...ja, dat is geloof ik de enige keer dat ik op de school luchtalarm heb meegemaakt, maar ik kan niet anders zeggen dan dat die nonnen geweldig waren.


Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 3


Interviewer:
#00:00:01# Ik kan me herinneren...u heeft mij iets verteld dat u contact heeft gehad met Soldaat van Oranje. Hoe kwam dat?

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:10# ja, dat kwam zo...ik vertelde zojuist dat ik uit het ziekenhuis kwam in juli '40 en als kind speelden we altijd op de Stille Rijn, dat was de achterkant van ons huis...Ja, er was toen geen verkeer, dus het was er altijd heel rustig..er waren nog meer kinderen natuurlijk van al die zakenmensen die je had...We hadden ook een joods meisje, herinner ik me, Klaartje Spier...en dat hield eigenlijk in '40 helemaal op. Ja, je werd allemaal ouder natuurlijk, dus dat spelen van kinderen...en ik was uit het ziekenhuis gekomen en ik dacht op een avond om een uur of half zeven...ik ga 'ns even...nou ja, naar buiten naar de Stille Rijn en het was daar doodstil en ik herinner me nog dat ik via de Vrouwensteeg gegaan was, dus ik kwam er bij de Kippenburg uit...Ik hoorde lachen op het water en ik keek en daar zie twee kano's met twee studenten erin. Je had dat studentenhuis op de Stille Rijn. Ze hadden het grootste plezier en ik dacht...nou, wat is dát nou voor een toestand. Ze hadden de kano's aan elkaar gebonden dus in elke kano zat één student en die ..nou, ik stond te kijken....Ik ben naar huis gegaan en zei tegen m'n moeder "Nou, ik heb nou zoiets vreemds gezien" en m'n moeder zei "Ach, meisje, dat zijn studenten die hebben altijd wat bijzonders". Nou, daar bleef het dus eigenlijk bij.
#00:01:51# En dat was 1940 nota bene. Nou, het was tientallen jaren later...ik geloof....ik weet het niet precies...ik denk wel dat het...nou....twintig of dertig jaar later was...toen kwam ineens het boek uit van Erik Hazelhoff-Roelfzema..en wij hadden altijd boeken beneden, dus ik moest natuurlijk elk nieuw boek beetpakken, dus ik dacht Nou, leuk dat boek...ik zat te kijken en dan zie ik er een foto in staan..ik dacht Heee, dat ken ik dat plaatje...'t water met twee studenten in aan elkaar gebonden kano's met op de achtergrond de Aalmarkt en als tekst stond er onder "zo probeerden zij naar Engeland te ontkomen" dus er stond geen plek bij waar het was...maar ik herkende direct dat het de Aalmarkt was...en ik dacht Nou, gód, leuk dat is precies wat ik gezien heb. Dus ik heb...toen was het geloof ik...eigenlijk toen niets gedaan, maar toen kwam Erik Hazelhoff toch een beetje....of dat boek nou besproken werd, dat weet ik niet precies...ik heb toen naar de uitgeverij geschreven in Utrecht...ik geloof dat dat het Spectrum was...dat ik die foto had gezien of ik daar een exemplaar van kon krijgen en die schreven een aardige brief terug, dat ze hadden die foto niet, maar ik moest me maar wenden naar de echtgenote van Erik Hazelhoff-Roelfzema in Hawai.
#00:03:34# Ik dacht, nou, ik een aardige brief geschreven naar mevrouw Hazelhoff-Roelfzema en mijn verhaal verteld, dat ik uit dat boek die foto had gezien en dat ik wist dat dat in Leiden was enz. enz. en dat mijn moeder gezegd had "meisje, dat zijn studenten die hebben altijd wat bijzonders", want hij was ook student in Leiden. Nou, toen kreeg ik met een week bericht van Erik Hazelhoff zélf en dat hij m'n adres doorgegeven had aan zijn archief in Nederland met dan het verzoek. En toen kreeg ik eerst een brief van dan die...archivaris zeg maar, dat de foto was slecht maar hij zou hem door een fotograaf laten restaureren..Nou toen kreeg ik een práchtige foto daarvan, dus...ontzettend leuk...en hij schreef...hij vond het een interessante brief, want ze wisten nu ook meteen waar die foto gemaakt was, natuurlijk, want dat stond er natuurlijk niet bij....dus dat had dan ook met '40 te maken, maar dat kwam natuurlijk pas tientallen jaren later...achter, ja...ja...

Interviewer:
#00:04:56# Dat is een mooi verhaal, inderdaad....

Mevrouw Zandvliet:
#00:04:58# Ja, ja,

Interviewer:
#00:05:00# We gaan wat verder in de tijd en wat mij opviel was dat het 25-jarig jubileum van de kantoorboekhandel viel eigenlijk midden in de oorlog en ik zag een foto daarvan - tenminste van de viering daarvan - een winkel vol met bloemen...toen dacht ik gelijk Waar komen die bloemen allemaal vandaan...weet u daar iets van?

Mevrouw Zandvliet:
#00:05:30# Ja, ik herinner mij het 25-jarig bestaan, want ik was toen natuurlijk nog op school, wij hadden natuurlijk allemaal een vrije dag gekregen en ...eh...ja, er hadden advertenties in de kranten gestaan, dus....Nou er waren ontzettend bloemen, want natuurlijk zakenrelaties en uitgeverijen en wie dan ook....

Interviewer:
#00:05:51-6# ...maar dat was toch wel verkrijgbaar in die tijd...

Mevrouw Zandvliet:
#00:05:53# Ja, ja, bloemen waren er natuurlijk vol op, natuurlijk, en ja...d'r was een receptie in de winkel. Ja, of er wat gepresenteerd is weet ik niet. Of de mensen iets kregen...ik denk het haast niet...

Interviewer:
#00:06:12# ...nou, we hebben het nu over 1942. Er was toen al schaarste...

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:17# ..ja, toen was er al schaarste. Vooral koffie en thee en zo...dat was een hopeloze toestand, maar we hebben dus toen toch thuis wel gevierd met elkaar, natuurlijk. En ja, dat was een..ja..een heel mooie dag. Dat herinner ik me wel. En vrij kort daarna waren mijn ouders 25 jaar getrouwd en dat werd dus uitbundig gevierd met alle familieleden...En dat is ook thuis gevierd. We hadden gelukkig voldoende ruimte boven, die twee kamers en ik herinner me...nou ja, waar ze al die tafels en stoelen vandaan gehaald hebben weet ik niet, maar ik herinner me zó'n lange tafel en zó'n tafel en ik geloof dat er wel 30 mensen waren...zoiets. En toen was het...we hadden, zeg maar, een lunch, een warme lunch, iets van...ja, eerst natuurlijk koffie en toen soep en broodjes en ja, dat was voor die tijd was dat al heel bijzonder en één van mijn zussen die het beheer had over de bonnen, die had stiekum wat bonnen gespaard, dat we dan voor die dag iets extra's hadden...ja...dus..Ja, bloemen waren er volop te krijgen. Ja...inderdaad heb ik die foto ook in het album...

Interviewer:
#00:07:46# Ik even naar een ander onderwerp...Die broers van u, die waren natuurlijk wel aantrekkelijk voor de Duitsers om ingezet te worden voor Arbeitseinsatz.... hoe is dat bij u verlopen bij u thuis?

Mevrouw Zandvliet:
#00:08:01# Nou, dat...die waren thuis natuurlijk nog veilig..eigenlijk begon dat zo'n beetje in '43..geloof ik. Toen kwam de oproep van dat alle jongere mannen moesten zich melden bij het Arbeidsbureau. Dat was dus op de Doezastraat. Ehh...jongens boven de 16 of 17..dat weet ik niet precies en dat was voor de tewerkstelling in Duitsland. Dus, ja, iedereen...je moest je melden, dat wil dus niet zeggen dat je dan weg...nou ja, iedereen ....moest je je wel melden, niet melden...En ik herinner me dat toen de bisschop, Kardinaal de Jong in Utrecht die waren zeer actief met alles...en die liet direct een brief voorlezen in de kerken 's zondags over de Duitse bezetting en dat we dat niet gewild hadden..en dat we dat dan maar moesten dragen, maar nu was eigenlijk de oproep van Duitsers dat alle jonge mannen zich moesten melden...en nou, dat was dan alleen maar om de Duitsers de overwinning te bezorgen...Onze Vijand...dus dat was een félle brief, was dat...Dus ja, toen dachten veel mannen Nee, ik ga niet...ik meld me niet, he, want...En die brief werd de volgende dag in duizenden exemplaren illegaal verspreid, dus iedereen vond het gewéldig, he?
#00:09:42# Nou ja, die jongens wachtten maar af en ze zeiden Ik ga me niet melden en mijn jongste broer...dan kregen we thuis toen - illegaal natuurlijk - bericht dat hij opgeroepen of hoe-dan-ook zou worden. Mijn moeder had altijd in een klein kamertje een plunjezak met laarzen en kleding voor het geval dát, maar hij zei Nou ik meld me niet, ik ga weg. En m'n moeder...waar ga...Nou, zei 'ie, ik zeg niet waar ik naar toe ga, dan kunnen jullie me ook niet verraden..Toen is hij naar die bewuste oom in Utrecht gegaan, die - naar later bleek - hevig in de illegaliteit zat..En die belde toen 's avonds op: de groeten van je zoon, het gaat prima! Oh, heerlijk,is...Nee, hij is alweer weg, ik zeg niet waar naar toe... dus af en toe werd er in de winkel...kwam d'r eens iemand....de groeten van uw zoon, maa er werd niet gezegd waarover. En mijn moeder...nou, die "oh, nou, fijn, dank u", terwijl als tien minuten later uit school waren dan was mijn moeder bij wijze van spreken in tranen van tatatada maar dit was ook een soort triomf: we zijn de Duitsers de baas! En toen..dus we kregen wel steeds bericht.
#00:011:08# En toen had mijn vader contact met de illegaliteit - niet dat hij zelf op pad ging - dat kon met zo'n winkel en het gezin niet, maar hij steunde wel financieel want de middenstandswinkel hadden goede jaren natuurlijk, omdat er natuurlijk niet veel te koop was en die hebben toen geregeld dat mijn broer, zogenaamd, voor de Duitsers ging werken. Die hadden een of ander bouwproject in Zevenhuizen of Zevenaar, dat weet ik niet precies. En mijn broer die ging daar dus zogenaamd werken, hij moest wel even één dag gaan kijken. Hij kreeg dus een werkbewijs. Elke week werd er een loonzakje bij ons in de bus gedaan met z'n loonstrookje. Er zat natuurlijk geen geld in, maar hij had alleen een loonstrookje. Dat moest je dus altijd bij je dragen en wanneer die aangehouden zoú worden, had 'ie toevallig net een vrije dag, dus dat was prachtig. En zo is hij er dus doorgekomen.....

Interviewer:
#00:12:29# En later in de oorlog....

Mevrouw Zandvliet:
#00:12:30# ...en toen was het in...nóg later toen begonnen de Duitsers echt met razzia's dat jongens van straat opgepakt werden. En ik herinner mij dat - ik was toen op de Garenmarkt op school - dus ik 's ochtends om 08.15 uur de deur uit met mijn tas...ik kom het portiek uit...en ik kijk zo ..ik dacht heee..en toen stond er - die brug is nu weg - maar op elke hoek stond een Duitse militair: aan de Mare-kant en aan de Oude Rijnkant. Dus ik stond even te kijken. Hee, wat heeft dat te betekenen? En tegelijkertijd kwam een meisje die ik kende van school, die woonde op de Haarlemmerstraat richting Pelikaanstraat, Diny, die kwam vanuit de Bruggenplein (?), riep mijn naam, kwam op een holletje naar mij toe ..zijn je broers thuis? Ik zei niets, want ja, je moest natuurlijk oppassen..ze zei "de Duitsers die houden razzia's vanaf de Pelikaanstraat, ze doen huiszoeking en ik ben mensen aan het waarschuwen", dus dat vond ik erg knap. En toen wij zo stonden te praten, begon één van die Duitsers te schreeuwen naar ons, dus ze zei "ik ga gauw verder". Dus zij is op een holletje de Haarlemmerstraat...zij kende natuurlijk, ja, al die zakenmensen die kenden elkaar natuurlijk allemaal... die hadden allemaal meestal allemaal wel zoons. Ja, en ik stond even..., ja, ik dacht als ik even...me omkeer en ik ga naar binnen toe, dat is een beetje verdacht, want er liep ook verder niemand op straat. Ik dacht, nou, ik ga maar de kerk in, dus ik liep op m'n dooie akkertje, helemaal niet gehaast, liep ik de kerk in die erg vol was. Ik weet nog precies welke bank ik ging zitten. Als ik er binnenloop dan denk ik nog dáár zat ik toen, achterin.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 4


Mevrouw Zandvliet:
#00:00:01# En de mannenbanken waren in de zijkanten, nou, die waren heel erg goed bezet, maar dat was altijd al. Ik weet niet...nou, dus ik zat zo'n beetje te wachten....ja, ik moet toch zeker tien minuten wachten voor ik naar huis ga. En toen zag ik een dame binnenkomen, die keek en ik dacht "heee, dat is juffrouw die-en-die", dat was een onderwijzeres van de Korevaarstraat en ze woonde op de Botermarkt. En die stond stil en die liep al die mannenbanken langs en ik dacht oh, die is mannen aan het waarschuwen dat ze dus niet naar buiten moeten. En - wonderlijk - die priester was die mis aan het doen, dat ging door en er werd gezongen en gebeden en zij liep al die banken langs....

Interviewer:
#00:00:46# En wat deed ze dan, bij die mannen fluisteren..?.

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:49# Om ze te waarschuwen, he, en die mannen bleven zitten maar ze heeft ze natuurlijk allemaal gezegd "gaan jullie niet de kerk uit, want dan loop je in de val". Hoe die mannen later weggegaan zijn? Mogelijk dat ze via de achterkant, de Romanuszaal, zeg maar, bij de Mare daar had je de achteruitgang. Dat heb ik ook nooit gevraagd toen ik thuis kwam...hoe is dat nou met al die mannen gegaan. Nou, toen ben ik naar huis gegaan en ik moest natuurlijk, iedereen lag nog op bed, want het was ontzettend koud, dus ik naar de slaapkamer van mijn ouders "de Duitsers zijn razzia's aan het houden'! Nou, die vlógen uit bed naar mijn broers toe: jongens, uit bed! En ja, ik ben toen naar school gegaan en ik begrijp nog niet, want ik moest naar school richting van die Duitsers en ik kon niet de Donkersteeg in, maar dat ik het gedurfd heb..

Interviewer:
#00:01:50# ..om er langs te lopen...

Mevrouw Zandvliet:
#00:01:52# ...om die Duitser te passeren, die mij...nou ja, ik ben toen de Mare opgegaan, ben de Van der Werfstraat ingelopen. Als ik daar loop, dan sta ik altijd even stil...op de hoek en dan zie ik ineens twee Duitsers die kwamen aanrennen en dan zie je van die laarzen, die maakten altijd zo'n lawaai en ik keek om en ze liepen naar een huis, trapten de deur in - want het waren natuurlijk toch allemaal wat armoedige huizen - schreeuwende, nou ja, ik ben maar doorgelopen...ik kon niet anders. Nou, toen ben ik via de Haven, geloof ik, en de Hooigracht - ik weet niet - ben ik op school gekomen waar het ook een zenuwachtige toestand was voor de school want het bleek dat ze op allerlei plaatsen razzia's aan het houden waren.
#00:02:48# Nou, en toen..ik was natuurlijk ook ontzettend benieuwd hoe het thuis zou aflopen, dus toen ik thuiskwam, waren die Duitsers weg, want het was middaguur, en mijn broers die liepen nog rond die hadden eerst op het dak gezeten, maar daar was het té koud dus ze moesten...je kon via de keuken bij ons op het dak komen. En ja, ze hadden in huis lopen zoeken, he, want...toen had mijn vader het idee gekregen...we hadden van die enorme - dat had je vroeger - van die enorme houten toonbanken..Er waren drie toonbanken, die waren zó hoog en zó breed en dan aan de achterkant van die grote laden. En vader had van de achterste toonbank alle laden afgezaagd, die voorkanten met die trekxxxx (??) tegenaan gedaan, daar matrassen ingelegd en daar zijn mijn broers toen, zeg maar ín de toonbank, gaan liggen, daar lagen matrassen en een kussen. Nou, dat was natuurlijk geen pretje, want ze waren daar in de kou, in het donker, maar ja, je vond dat eigenlijk alweer normaal dat je dacht: nou gelukkig de Duitsers zijn wij te slim af.
#00:04:10# En toen herinner ik me...dus ze sliepen d'r 's nachts ook...ze kwamen alleen eruit als ze naar het toilet moesten of, ja hoe dat met eten ging, dat kan ik me niet herinneren. Ze zullen wél iets gekregen hebben, denk ik. Het was de tweede of derde nacht en toen kwam mijn jongste broer die kwam naar boven. Ik werd wakker van het lawaai. Ja, want die zei dat m'n andere broer die was ziek! Hij zegt, hij ligt te rillen en hij heeft ook al koorts en hij is helemaal....dus, paniek natuurlijk...iedereen naar bed, er moesten natuurlijk weer slaapkamers geregeld worden en mijn zieke broer ging toen in een bed boven, mijn andere broer is weer onder de toonbank gaan liggen...

Interviewer:
#00:05:00# Jan was ziek geworden, he..

Mevrouw Zandvliet:
#00:05:02# ...ja, mijn oudste broer die bleef dus boven, die ziek was. En toen had mijn vader een goed idee...mijn broer die lag op een kamer met een breed bed - je had toen nog zo'n halve ledikant dat tegen de muur stond - toen heeft mijn vader een matras, wat smaller was dus je had zo'n soort sleuf aan de muurkant - mijn broer die ging in dat bed liggen want die was dus doodziek met een tafeltje, met een thermometer en pillen en dit-of-dat, en één van mijn zusjes die nogal dun en wit eruit zag, die moest dan de hele dag in haar nachtgewaad op haar kamer zitten aan de overkant en als er nou onraad was, dan moest mijn broer opschuiven in die sleuf, dan met een deken daarover, en dan moest mijn zusje als de donder in dat bed. Dan was mijn zusje dus de patient. Nou, dat is goed gegaan en de volgende dag kwam wel de dokter, want het bleek dat mijn broer longontsteking had, dus het kreeg - penicilline bestond nog niet - dus, ja, en mijn zusje had geen leuke taak want die kon niet naar beneden, die zat de hele dag op haar slaapkamer op het randje van het bed in haar nachtkleding. Nou, en toen.... hoe is dat toen gegaan...toen, ja, ze zijn dus niet weggehaald. En na een paar dagen hielden die razzia's weer op en ik weet nog dat mijn vader zei - tussen de middag gingen die Duitsers die hielden gewoon op, die moesten natuurlijk naar de kazerne - en mijn vader ging demonstratief het portiek vegen en dan kwamen die Duitsers langs en dan zei mijn vader: "Ja, die Schönen sind in der Heimat". Hahaha, dat vonden we zo mooi! En toen, ja, mijn oudste broer dat was natuurlijk een punt, die was ziek en mijn jongste broer moest onderduiken..waar naar toe? Mijn oudste zus was toen verpleegster in de Anna-kliniek en er opereerde dr. Van Nes (?) ook. Die kende de familie ook en vroeg er naar "hoe zit dat met jouw broers?" Ja, zei ze, zo-en-zo. Hij zegt "Nou, ik kan maar één...ik wil er één opnemen in het ziekenhuis". Dus toen is mijn jongste broer naar het ziekenhuis gegaan, die moest toen zogenaamd aan zijn voet geopereerd worden. Nou, dat was natuurlijk grappig, want dan zeiden die mede-patienten "nou, wanneer word je nou geopereerd?". Dan zei íe, ja ik heb een ontsteking aan mijn voet, dus hij werd elke dag door de zusters...moest ie zijn voet in een bak water zetten.
#00:08:04# En zodoende heeft hij dus, eh, nou ja...ik weet niet hoe lang in het ziekenhuis gelegen en toén is hij via....naar die zogenaamde bouwplaats van de Duitsers...dat is na dat...via dat ziekenhuis gegaan. En mijn jongste broer...je had toen, die jongens die naar Duitsland gingen, werden gekeurd en toen werd mijn broer...onze huisdokter zei "stuur m naar de keuring, ik zal het verder in orde maken". En mijn broer is dus daar naar toe gegaan en die moest een of ander codewoord zeggen. En toen is mijn broer afgekeurd wegens tb...nou, daar waren die duitsers als de dood voor, natuurlijk, dus die kwam ook thuis. Maar ja, mijn twee broers die konden natuurlijk niet meer in de winkel zitten, want die ene jongste werkte zogenaamd voor de Duitsers. Dus die hebben tot de Bevrijding hebben die boven gezeten...ja...maar die gingen toen studeren voor het middenstandsdiploma, dus dat was...eh....ja, maar dat vond ik een angstige tijd. Dat was in...ik geloof dat dat in '44...ja....dat is geloof ik januari '44 geweest en toen waren de Duitsers natuurlijk nogal fel. Ja, dat was niet leuk. En ik herinner mee ook nog, dat was hetzelfde zusje die dan zogenaamd ziek was...en op de zaterdagavond en mijn moeder zei "waarom is ze nou nog niet thuis...." Ze zat aan een tafel, dat was een geval.. wat er aan de hand was, dat weet ik nu eigenlijk nog niet, maar de Duitsers zaten opeens op de....ik meen op de Herensingel...werd iedereen bij elkaar gedreven: mannen, vrouwen, kinderen, alles....en er werd de hele groep, die werden geleid naar een school bij het Schuttersveld. Daar had je toen een lagere school, dat weet ik niet precies. Nou en daar werden die mensen allemaal vastgehouden. Ze wisten totaal niet wat er aan de hand was. En het duurde uren. En toen hebben ze 's avonds om zes uur-half zeven hebben ze de vrouwen en kinderen, hebben ze toen vrijgelaten. Dus mijn zusje die kwam thuis, nou...vreselijk triest en mijn moeder zei "ach kind, blíjf je nou zo?" en zei huilen : "ja, ik heb...eh...dit-en-dat". Nou, ik... we waren eigenlijk, we vonden het helemaal...we waren helemaal niet onder de indruk, dus zo zie je dat je toch een beetje afstompt eigenlijk, he? Ik herinner me dat ze het later nog wel eens herhaalde en dat ze dan zei "ja, ik werd helemaal niet aardig opgevangen, thuis." En daar had ze volkomen gelijk in! Ja, maar ja, je wende geloof ik aan alles en je incasseringsvermogen werd – geloof ik - ook groter, he, want anders zou je dat niet volhouden. Want er gebeurde natuurlijk elke dag wel iets. Ja....

Interviewer:
#00:11:20# Zeker, zeker....en wat u ook heeft gezien...u was in ieder geval in de buurt toen het vliegtuig op het Elisabeth ziekenhuis is neergestort ...

Mevrouw Zandvliet:
#00:11:31# Oh ja...ja, dat herinner ik me ook ..Dat was weer met dat bewuste zusje, ze was ouder dan ik, ging ik op een zondagmiddag wandelen, liep altijd naar Oegstgeest. Dan konden ze heerlijk een beetje buiten....ze waren net de spoorweg over en we hoorden...en de Stationsweg was altijd ontzettend druk, want iedereen liep altijd op de Stationsweg naar onze bioscoop en we hoorden ineens vliegtuigen, een beetje geratel en direct gingen die sirenes. Nou, ik zag een vliegtuig, zó ontzettend klein, als een tol naar beneden komen. En ik zei "ik wil naar huis" en mijn zusje zei nog "zullen we maar doorlopen?" Ik zeg "nee, ik wil naar huis", dus wij keerden ons om. Op de Stationsweg natuurlijk een gehol en geschreeuw van mensen, die gingen allemaal de Haverzaklaan of -steeg in. Iedereen dacht, geloof ik, dat ie zo ongeveer bij Schuttersveld zou neerkomen. En wij gingen ook die steeg in en ja, de Stationsweg was uitgestorven..en ik zeg "nou, ik wil naar huis". Dus wij liepen op een draf langs die paar huizen, we komen daar bij...even vlak voor Volkenkunde aan, op die hoek en mijn zusje zegt "Kijk!" Nou, toen stonden wij op dat plein, voor Volkenkunde, daar tegenover heb je die lunchroom....ja, toen heette dat Amicitia, geloof ik en wij keken en dat vliegtuig daar pál boven, pál boven!! En ik dacht toen "oh, dat heeft een plat dak, hij zet dat vliegtuig op dat dak neer!" En het leek net of die bleef hangen en wij stonden ...zo...en achteraf vraag ik me af of die piloot ons gezien heeft, want...het was een páár meter!...we stonden recht tegenover elkaar.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 5


Mevrouw Zandvliet:
#00:00:01# Wij weer verder hollen, Steenstraat, de Beestenmarkt op en daar had je..het begin, het Kostuumhuis Erato, dat was iets voor Lakenhal, wij kenden de familie heel erg goed en die stonden buiten voor de deur: pa en ma noemden ze dat altijd en een zoon en een dochter. Wij kwamen aan "wat is er aan de hand?" en wij "ja, d'r is een vliegtuig...hebben we aangeschoten...we hebben het gezien" en we stonden zo met elkaar te praten...en dan heb je de Turfmarktbrug... en toen zei Bram "Kijk!" en toen komt dat vliegtuig komt aanzetten...héél laag, niet op huizenhoogte, want toen had die die huizen geraakt...Hij vloog heel langzaam, recht boven het water, dus die piloot moet nog goed bij zijn bewustzijn zijn geweest....nou, wij stonden te kíjken van....en toen ineens pal voor ons neus...ja, wát het was, weet ik niet...PLOF!...viel er iets in het water. Ik weet niet wat het is, 't vliegtuig is dus rechtdoor gevlogen. Nou, toen zijn wij maar naar huis gegaan, natuurlijk. Wij natuurlijk huilen. En je mocht toen helemaal niet op straat en ik weet, bij ons, de winkel die stond stampvol met mensen, want die liepen natuurlijk te wandelen - het was op een zondag - en dan...je moest natuurlijk ergens schuilen dus de winkel was dus vol. Wij naar boven en toen hoorden wij de volgende dag dat het vliegtuig bij het Elisabeth neergekomen was, dus hij moet volgens mij aan het eind - zeg maar ongeveer bij de Haven - rechtsaf gegaan zijn, want hij is aan de achterkant....eh...alleen glas beschadigd, maar ja, dat was ongelóóflijk! Ik heb er ook allemaal foto's van. Krantenknipsels. En het frappante is, dat jaren later, toen werd de Balkan verbreed voor de Lakenhal en toen las ik in de krant, ze waren dus bij de Lakenhal bezig en hadden ze uit het water, hadden ze iets opgevist en dat was zo goed als zeker van een vliegtuig uit de oorlog. Ik las dat en dacht "oh god, dat is...eh....dat kan niet anders...en ja, jammer dat ik toen niet gereageerd heb natuurlijk! En ik heb járen later, toen dat verhaal weer helemaal bovenkwam, toen heb ik weer eens opgebeld naar de gemeente, dus... Ik vertelde dat en hij dacht: nou we zullen het nazoeken, maar ze konden..hij zegt "nee, we kunnen 't niet...", maar ik weet niet...maar het heeft wel in de krant gestaan toen. En jammer, dat ik het toen niet uitgeknipt heb, maar..eh..ja, dat was toch op het nippertje, natuurlijk, he? Alleen ruiten waren er vernield en verder..eh...ja, van de patienten niemand gewond geraakt.

Interviewer:
#00:03:29# Ehm...in 1944 brak eigenlijk de zwaarste tijd aan qua voedseltekorten en dergelijke. Kunt u eens vertellen hoe dat in uw gezin er aan toeging: waar gingen pa er op uit om voedsel te halen of hoe ging...

Mevrouw Zandvliet:
#00:03:46# Ja..in '44 dat was rampzalig, vooral dus toen de Spoorwegstaking natuurlijk enzovoort..inmiddels waren wel een paar zusjes naar de boeren toe, want mijn vader kwam vaak bij de boeren. Eén zusje is geweest, Hanny die is bij een boerenfamilie geweest tot ver na de bevrijding. Ik geloof tot augustus. Ik heb nog een zusje gehad, die is ook bij een boerenfamilie geweest in Hazerswoude. Die is er ook heel lang geweest. En nog, Greet, is ook bij Hazerswoude geweest, maar die kon...dat was geen type voor...en dat was een gezin met volwassenen en zij was natuurlijk..veel te jong...dus die is thuisgekomen. En dan had ik nog een oudere zus, die kwam...dat station ...die is in Rijpwetering bij boeren geweest, dus er waren er toen wel wat uit huis. En mijn oudste zus, die was dus verpleegster in de Annakliniek, dus was ook natuurlijk...die kwam wel eens in de week naar ons toe. En...eh...ja, het was natuurlijk....en mijn vader ging er natuurlijk vaak op uit....Hij ging...

Interviewer:
#00:05:16# Kunt u daar wat over vertellen?

Mevrouw Zandvliet:
#00:05:18# Ja...hij ging..eh...ik weet wel, dat hij elke dag - in Rijpwetering, geloof ik - kon hij melk halen en hij had in de winkel van die grote flessen voor inkt, omdat 'ie dat aan de scholen leverde, en dan had 'ie dus twee van die flessen en die zaten in een jute zakje met een een touw om zich heen ...met twee van die grote flessen. En die ging dus altijd melk halen en dan kwam 'ie altijd om een uur of 4 thuis. Nou, dan zei mijn moeder "kinderen, allemaal een beker melk". Dat was gewéldig! En toen op een keer, mijn vader kwam maar niet, en mijn moeder...god, er zal wel weer iets gebeurd zijn, want hij kwam altijd op dezelfde tijd thuis. Nou, toen kwam uiteindelijk, stukken later, kwam hij thuis zónder melk en mijn moeder "hoe komt dat nou?". Hij zegt "ja, hij was op de terugreis, lopend...lópende was hij...of met de fiets, dat weet ik niet...nee, ik geloof met de fiets dat dat toen nog kon..En toen zag hij, ik geloof bij de Wilhelminabrug - en er liepen natuurlijk ontzettend veel mensen die bij de boeren voedsel gingen halen - en hij zag dat die allemaal door de Duitsers werden aangehouden en al het voedsel werd afgepakt. En toen dacht mijn vader, nou ik keer me om en die is een eindje terug gefietst en die is aan de waterkant gaan zitten in het gras. Die heeft eerst zoveel melk opgedronken als 'ie kon en de rest heeft hij leeg laten lopen in de sloot. Ja...ongelooflijk, ja...

Interviewer:
#00:07:02# Want hij liet het liever...

Mevrouw Zandvliet:
#00:07:04#Ja, hij zei "ik laat het liever in de sloot lopen, dan dat ik het aan de Duitsers geef" Dus...en hij is ook een keer, toen is hij wel gepakt. Hij ging ook vaak naar Den Haag. Toen reden de treinen nog. En dan had je natuurlijk uitgevers die...ja...boeken en dingen..en mijn vader wilde natuurlijk ook materiaal voor de winkel hebben. Hij ging dan altijd naar een uitgeverijen toe en één van die directeuren, die zijn vrouw was geloof ik ziek en die moest eieren hebben, dus mijn vader met eieren daar naar toe. Nou, wij kregen thuis nooit een ei maar dat was dan goed...En toen was hij in Den Haag op het Hollands Spoor en hij was uit de trein gestapt en hij was.. kennelijk een beetje onzorgvuldig had hij opgeborgen, want hij werd aangehouden op het station of 'ie dus even mee wilde gaan. Dus hij werd in een politiepost in een kamer gezet. "Wilt u uw zakken even leeghalen". Nou d'r kwamen natuurlijk die één of twee doosjes eieren vandaan. Nou ja, die agent liep de kamer uit en mijn vader dacht "oh jee, ik heb in mijn jaszak papiertjes met adressen". In elk geval wat niet bestemd was voor de Duitsers. Maar er stond een potkacheltje, toen gooide 'ie dat in een potkacheltje die papieren, maar hij liet van emotie, liet hij de klep vallen dus diréct kwam er een agent: wat gooide u in het kacheltje? Oh, dat was een papiertje van mijn boterham, zei mijn vader. Dus zodoende..Hij heeft wel een boete gekregen en...die boeren, hij moest - geloof ik - naam en adres opgeven. Ik weet wel, die hebben ook een boete gekregen, maar mijn vader heeft dan die boete betaald..ja...Maar mijn vader die heeft ontzettend veel, nou die ging elke dag op pad, vaak met een zusje van me die toen net van school af was en die ging dan mee. Dus die is later ook nog wel vaak alleen gegaan..ja.

Interviewer:
#00:09:20-8# En u bent ook wel eens meegegaan, he, geloof ik?

Mevrouw Zandvliet:
#00:09:40#Ja..nou, ik ben nooit mee...nee, ik was geen type voor voedsel, maar ik moest wél in de kerstvakantie en mijn jongere zusje had ook kerstvakantie natuurlijk en toen zei mijn vader "jullie moeten naar Hoogmade, want dan moeten jullie aardappelen halen". Bij een boer, die was in de winkel geweest, en...nou, stuur de kinderen maar..enzovoort, enzovoort. Wij, in de kerstvakantie, 's ochtends 08.00 uur van huis met twee boterhammen...nou, die waren op de Hoge Rijndijk natuurlijk al op. Nou, ik weet niet hoe wij in Hoogmade gekomen, want ik wist niks, maar dat zal ik onderweg wel gevraagd hebben natuurlijk. En het was koud en we liepen daar en we hoorden vliegtuigen en toen werd mijn zusje zo bang voor die vliegtuigen. Ik zei, joh dan gaan we zingen. Dus ik zette iets in van...nou ja...een marslied ofzo..nou dat was natuurlijk allemaal niks. Nou, uiteindelijk kwamen we 's middags bij die boeren. Die keken ons zo aan van..eh...moeten jullie nú komen? Hij had zijn zondagse pak al aan, dus dat was natuurlijk niet het moment om het land op te gaan. En, hij zei "oh, nou, ja, ik zal wel wat halen". Nou dan kregen zó'n zakje aardappelen mee . Wij weer terug. Nou, de familie zat natuurlijk te wachten. Mijn moeder was zó boos, zegt ze "hoe kan die man nou"..he..we kwamen 's middags om 4 uur weer thuis. 's Ochtends 8 uur van huis. Niet gegeten of niks. Die boer...ja...dus ik was niet de aangewezen persoon voor voeding. Een ander...mijn zusje, die had misschien gezegd, mag ik wat drinken of zo..Die kwam altijd thuis, dan had ze brood gekregen, een boterham gehad. Ja, ik was er niet voor gebouwd, dus...eh.

Interviewer:
#00:11:21# Maar ja, u werd weer ingezet voor andere dingen..

Mevrouw Zandvliet:
#00:011:24-0# Ja..nou...ja, ik hielp thuis wel veel met toch wel...ja...en ik was natuurlijk op school. We hadden elke dag school en daar werd echt streng de hand aan gehouden natuurlijk en we kregen enorm veel huiswerk op, dus dat had ík natuurlijk wel, maar ik vond dat een heerlijke afleiding want verder was er ook niks.

Interviewer:
#00:011:50# En op school werd er ook wel voedsel verstrekt, he, voor de kinderen...

Mevrouw Zandvliet:
#00:011:54#Ja, eh, dat was op de Garenmarkt. Toen was het aanvankelijk in '44, dat was nog voor de Spoorwegstaking, kreeg alleen de laagste klassen voedsel uit een ton. Het is - geloof ik - alleen de eerste twee of drie klassen , maar toen was het in '44 werd een spoorwegstaking dus er ws totaal geen vervoer. Ze hadden ontzettend veel buiten-leerlingen uit Oegstgeest, Wassenaar, Voorburg, Den Haag, Gouda, noem maar op dus het leerlingenaantal werd gehalveerd want niemand kon komen. Er waren geen fietsen, niemand had een auto...de ouders, err waren geen trams. Dus toen kregen alle klassen voeding. En dat werd....we hadden ook alleen 's ochtends les, want vanwege de kou - er waren toen geen ..... om te stoken. Er was dus 's middags zat er een andere school in bij onze lagere school, geloof ik. Nou, we kregen dus elke ochtend rond 12 uur - half één moesten we een pannetje meenemen en een lepel. Ik had altijd een steelpan. Nou ja en de directrice die stond er met een witte jasschort aan en ik...eh... hap! Nou ja, we aten dan het voedsel op, het was toch écht iets extra's. Het werd toen een beetje moeilijk, want naarmate de honger erger werd dan bleven de meisjes staan in de hal totdat de directrice klaar was en die gingen toen de ton uitschrapen, he?
#00:13:44# En ja, moet je nagaan...het was toennogal een eliteschooltje: veel kinderen van professoren en artsen, notarissen, advocaten. Ja, die hadden het juist het zwaarste natuurlijk. Mijn vader had natuurlijk materiaal om te ruilen. En die kinderen die stonden dan met elkaar de ton uit te schrapen en dat werd een beetje geruzie en gedrang, dus dat kon ook niet. Dus toen zei de directrice: elke dag geeft één klas...mag één klas uitschrapen. . Dus er stond elke dag....En 's zondags kregen we..... 's zondag was natuurlijk heerlijk, want dan had je toch ook weer minder meisjes, want dan zeiden de ouders "nou, ga maar niet helemaal naar Leiden lopen vanuit Oegstgeest". Dus ik ging 's zondags altijd met mijn pannetje naar school.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 6


Interviewer:
#00:00:01# En wat kreeg u dan?

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:03# 's Zondags was het meestal lammetjespap,..ja..het was ook wel, dat gebeurde, dat we het niet mochten eten dat het bedorven was. Ja.....

Interviewer:
#00:00:12# Da's ... natuurlijk

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:13# Ja, dat....we hadden een amanuensis..en ik weet een keer dat er soep was en dat vonden we altijd lekker, maar dat mochten we niet...dat ging...dat mochten we niet eten..ja....En daarnaast...eh...dus ik bofte dan nog wel, want thuis kreeg ik dan natuurlijk ook eten, terwijl ik op school ook eten had gehad. En we kregen toen, dat was van de gezamenlijke kerken in Leiden, die organiseerden maaltijden in het Lidwinahuis op de Zoeterwoudsesingel, meen ik, ja...En ik heb die nog, die uitnodigingen. En die kregen mijn oudere broer en mijn zusje en ik, kregen we af en toe een uitnodiging voor een maaltijd in het Lidwinahuis: diep bord, vork, lepel en mes meebrengen. Nou, dan moest je d'r 's middags om één uur komen en...eh...in een zaal daar stonden lange...ja, ik denk dat er wel een paar honderd jongeren zaten en eh...nou ja, het was gewéldig wat je toen kreeg. Ik geloof een keer zuurkool...nou ja...ja, dat was werkelijk heel erg geweldig. Dat was al in '44, was dat...toen was het Zuiden natuurlijk bevrijd en toen ging...langs...nou ja, langs bepaalde smokkelwegen kwam er voedsel uit het Zuiden naar het Westen toe. Enne...dan sprak er altijd een dominee en een priester-geestelijke dus, aan het begin en aan het eind. Ja, dat vond ik altijd gewéldig! En de laatste maaltijd...eh...hebben we gehad...het was in de week van de bevrijding, want toen was die zondag daarvoor, het voedsel uitgegooid op 29 april, dus toen had je het idee van..eh...we hebben het wel gehad..En toen hadden we een paar dagen daarna ook zo'n maaltijd. Ik weet goed dat die priester die toen sprak of die dominee die zei "nou, de bevrijding is nou heel dichtbij". Lachend: nou, dat was ook zo! En toen hebben we met elkaar het Wie Neerlands Bloed gezongen, geloof ik. Ja, ja...ja, dat was heel geweldig!

Interviewer:
#00:02:43# En toen kwam de bevrijding daadwerkelijk dichterbij...

Mevrouw Zandvliet:
#00:02:46#Ja, we hadden natuurlijk eerst het voedsel dat uitgeworpen werd. Ja, dat was...ik was die zondag naar school gegaan voor mijn pannetje eten, 29 april, en toen kwam één van de leerlingen die stond en die ..."Kíjk, wat ik net opgeraapt heb!" en dat was zo'n pamflet, hadden vliegtuigen uitgegooid dat er voedsel zou worden uitgeworpen. En ik weet nog goed, ik stond een beetje achteraan en iedereen ging binnen dat...en ik zei "mag ik dat pamflet hebben?" Dus ik heb van haar dat pamflet gekregen en ik rénde naar huis toe, natuurlijk, om het nieuws te vertellen. En het was een práchtige dag, een zondag, en de plaatsdeuren stonden open en ik kwam binnen en ik zei "Kijk, kíjk wat ik heb!" Nou mijn broer die zou het voorlezen, hè, dat...eh...enzovoort. Maar hij had twee woorden gezegd en toen zei iemand "Daar héb je ze uit Voorburg!" Vliegtuigen heel laag overkomen, dus wij renden allemaal de trap op, de zolder, trap op, luik open. Wij stonden allemaal diréct op het dak. Nou, dat was gewéldig dat je die vliegtuigen, drie-aan-drie, daar zijn ook foto's van gemaakt toen, die vlogen richting Valkenburg, ja dat....niemand zei een woord, dat was zó ongelooflijk, dat je elke keer die vliegtuigen maar aan zag komen en toen...mijn moeder die was helemáál aan het eind van d'r latijn en je had dan dat luik, dat was...die had dan zo'n vierkante opening naar beneden, daar stond onze brandtrap tegenaan naar de zolder, dat wij zijn samen op het randje van dat luik gaan zitten. . En ze zat daar maar te kijken en ik weet nog dat mijn moeder zei "dít mag je nooit vergeten!". Nou, ik heb het natuurlijk ook nooit vergeten. Ja, dat was énig! En toen de volgende dag tóch weer naar school en ik herinner me - we hadden toen als eerste natuurkunde - ik moet nog altijd denken als ik in de Raamsteeg loop, dan kijk ik naar boven en dan zie ik dat raam van dat natuurkundelokaal en we zaten in de les en dan elke keer hoorde je de vliegtuigen aankomen, dus dan vlogen we met z'n allen naar het raam om naar de vliegtuigen te kijken, dus van lesgeven is er die week...d'r werd op school nooit gesproken over de oorlog, wat dan ook...maar dus, die laatste week, dus na dat van dat, toen dat voedsel uitgeworpen werd, toen was er ineens de docenten die kwamen los met Na de oorlog dit en na....allemaal, dus..eh...en wij zijn toen nog maar een paar dagen nog naar school geweest want toen 4 mei 's avonds toen kwam dus de aankondiging van de capitulatie, dus toen hebben we drie weken vrij gehad...ja....

Interviewer:
#00:05:53# Want wat gebeurde er eigenlijk met die ...

Hier greep het mijn talent wel aan.

Geweldig! ...

Interviewer:
#00:06:9# Eh...ik was gebleven bij..eh...een vraag over de kinderen op school, want er zaten vast ook wel NSB-kinderen en ook Joodse kinderen bij u op de twee scholen waar u op zat tijdens de oorlog: kunt u daar iets over vertellen?

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:22# Nou, ik...ja..ik herinner me alleen... jaren denk ik over zekere NSB-kinderen, maar dat werd niet....eh...gezegd of in de klas, d'r werd nooit over politiek gesproken, noch bij de nonnen, noch op de Garenmarkt. Dat was...eh...verboden gebied, maar ik herinner me wel dat bij de nonnen nog op school .. het was op een gegeven moment een enorme toestand, want er was één NSB-meisje uit Oegstgeest, dat was bekend, want haar vader was een bekende NSB-er en zij droeg dus een NSB-speldje op haar jas en dat één van de paar kinderen van de klas, die hadden dat speldje d'r afgehaald en in de goot gestopt. Nou, dat kind was dus naar de zuster gegaan. Nou dat was natuurlijk een enorme, ja, toestand en ik weet nog de hoofdzuster die was werkelijk helemaal ontdaan, die dacht Ja, wat gaat er gebeuren!? Die Duitsers waren zo streng met straffen, dat was inmiddels al verder weg in de oorlog, dus toen werden de straffen nog erger. En ik herinner me, toen kwamen we allemaal bij elkaar - het was een bepaalde gelegenheid - de hele school bij elkaar in een lokaal of hoe-dan-ook, toen kwam een andere non, riep dat NSB-meisje of ze eventjes mee ging naar achteren en toen, wij de kinderen werden allemaal behoorlijk toegesproken door de non dat dat absolúút niet..eh...kon. Nou, dat kind is teruggekomen, d'r is gelukkig niks...eh...geen narigheid van gekomen, maar het was natuurlijk wel...ja, je wist ook dat je ook niks - dat leerde ik al vanaf de eerste dag: zwijgen, nooit iets zeggen - want er waren natuurlijk NSB-ers in de buurt, winkeliers, en ik hoorde laatst nog iemand van de Mare Oh, dat waren NSB-ers! Nou, dat heb ik nooit geweten. Mensen waren daar natuurlijk erg voorzichtig mee.

Interviewer:
#00:08:43# Er woonde tegenover u, waar u woonde daar woonden ook NSB-ers...

Mevrouw Zandvliet:
#00:08:48# Ja...ja...die hadden een grote winkel en ook een heel groot gezin en die waren ook al NSB-ers al ruim voor de oorlog, want er waren natuurlijk ook...d'r kwamen ook veel nieuwe NSB-ers, zo in '41-'42 want toen ging het met de Duitsers aardig en dan kon je mooie baantjes krijgen natuurlijk.., Maar díe waren al vanaf het begin lid van de NSB, hoewel niet alle leden van het gezin, dus...eh...een zoon en een dochter niet...en dat waren goeie huisvrienden van ons: mijn ouders bridgden daar en bij de geboorte...er had bij ons één van ons roodvonk en toen hebben zij één van die babies genomen, dus ik ben er ook wel boven geweest met mijn zusje, want die was dan vriendin met één van die meisjes. En, ja, ik herinner mij die nacht van 1940, dat wij met z'n allen op dat dak stonden dat zíj met z'n allen ook op het dak stonden. Ja... ja, ik kon natuurlijk niks zeggen en híj dus - de vader van het gezin - die werd dus 's ochtends weggehaald met een overvalwagen, maar we spraken....elk contact was natuurlijk verbroken in de oorlog...ik geloof dat mijn ouders nog één keer zijn geweest maar we hebben nooit iets kunnen zeggen. Ook niet na de oorlog van dat ze iets misdaan hadden of ...eh, nou ja, er viel eigenlijk....ze waren wel NSB-er maar wat dat verder inhield, dat ...je kunt niet zeggen van..eh...want er waren natuurlijk ook veel Joden...winkels op de Haarlemmerstraat, maar ja...d'r viel eigenlijk niets negatiefs van te zeggen. Ze zijn wel na de oorlog dus....hebben ze straffen gekregen, dat wél...en toen is die zaak eigenlijk ook...ja...verlopen, zeg maar. Ja....

Interviewer:
#00:11:00# Heeft u iets gemerkt van het onderduiken van Joden of andere mensen bij u in de buurt of heeft uw familie daar iets mee te maken gehad?

Mevrouw Zandvliet:
#00:11:08# Nou, eigenlijk..ik heb altijd het idee gehad dat mijn vader wel wat mensen geholpen heeft...eh...maar ja, ik zou toch zo dolgraag eens vragen maar...ja...ik...hij was altijd goed bevriend met die Frank van de Haarlemmerstraat, want die woonden drie huizen verder en die stonden wel eens bij mijn vader in de winkel te praten en buiten, dus dat waren hele goeie...nou ja...kennissen. Ze hadden met al die zakenmensen wat, maar ...ja, wat het nou met dat ophalen en weghalen...Ik weet dat mijn vader een keer - dat vind ik wel verdacht - maar daar kom ik nooit achter, dat mijn vader die was weg de hele ochtend een dag en ik zat 's middags thuis mijn huiswerk te maken en alleen mijn moeder was in de kamer en dat mijn vader...en toen kwam mijn vader binnen en dat...zei hij "zo, nou, de hele familie Frank is naar het ziekenhuis toe" en mijn moeder zei níks. En ik dacht, hoe jong ik ook was, ik dacht... de tóón van z'n stem...ik dacht: als nou een hele familie in een ziekenhuis ligt dan moet er iets van dramatiek of paniek in die stem...maar ik vond het éígenlijk dat hij het een beetje zei, met iets van een soort opluchting of....eh... na een prestatie, he, van "he, dat is gelukt". Maar het wonderlijke is, mijn moeder vroeg ook niks en ik vroeg ook later niet "wat is er nou met die familie gebeurd"? Ja, dat...eh...wonderlijk, de dingen gebeurden en na een half uur was er weer iets anders aan de hand. Ik heb dus toen wel...eh...nog niet eens zo lang terug, misschien vijf of tien jaar terug, eens bij andere mensen van de Haarlemmerstraat geïnformeerd en toen heb ik wel gehoord dat één die heeft er in...in Endegeest gezeten, maar die heeft daar dan weer ontslag gekregen - ook illegaal natuurlijk. En ja, ze zijn alle vier weer teruggekomen.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 7


Mevrouw Zandvliet:
#00:00:01# Enne...maar ik ben d'r nog niet helemaal uit, bijvoorbeeld de Breestraat 58, geloof ik, naast de Gehoorzaal en daar hebben tien Joden gezeten in de oorlog en het wonderlijke is: de dag van de bevrijding, ik ging elke keer de Breestraat op en dan weer naar huis vertellen. En met mijn zusje, was ik háár weer kwijtgeraakt en dan ging ik maar weer alleen en dan ging ik aan het eind van de ochtend alleen de Breestraat op - via de Vrouwensteeg en de Kippenbrug en toen kom ik daar, op de Breestraat, waar je dan links de Gehoorzaal hebt en toen zie ik zo, eigenlijk midden op de weg, zo'n kringetje van acht á tien mensen staan, en ik denk "ach en dan zie ik Isaac staan. Isaac Frank. Nou, mijn conclusie is, hij moet daar volgens mij óf gezeten hebben, want we waren nauwelijks bevrijd, dus dan kan je niet van ver weg komen. En..eh....ik was heel erg opgelucht, dat weet ik wel, dat ik hem toen zag. Maar ja, je ging toen ook niet naar huis zeggen van...ja, het is wonderlijk. Het waren allemaal momentopnamen, want je viel natuurlijk van het een in het andere die bevrijdingsdagen, maar ...en dan had je verderop...tegenover de Hema, had je een hoedenzaak, twee, van Van Amerongen dat ik herinner me ook want ze hadden een jongetje en die zijn ook weggehaald. Maar dat hóórde je ook niet, he , dat...niemand sprak ergens over. Enne...en ik heb wél mijn vader verdacht ...ja, het is zo jámmer dat je dat na de oorlog, dat je daar niet meer mee bezig was. Mijn vader die was een verwoed schakeren die had een vriend...Een vriend?...Een een kennis, dat was een geestelijke die in Leiden gestudeerd had en die was in een klooster in Zuid-Limburg en die kwam eens in het jaar op vakantie in Leiden en dan had 'ie...het Elisabeth Ziekenhuis had een paar panden met kamers en die konden dan, logees, konden daar een kamer krijgen. En dat was ook een briljant schaker, dus als 'ie in Leiden kwam dan moest 'ie altijd, kwam 'ie elke dag naar ons schaken en werden wij opgebeld door het ziekenhuis "Pater Solms (??) is gearriveerd, hij komt vanavond naar u toe". En dan kwam pater Solms bij ons schaken. Nou, die man zat er 's avonds tot 12 uur en...eh...want waar ze allemaal over zaten te bomen, weet ik niet. Als mijn vader jarig was met Oud en Nieuw, práchtige brieven allemaal van hem. En toen mijn vader overleden was, toen vond ik in een laatje ook nog brieven van die pater Solms (???). Hij was wiskundeleraar en dat was een brief die had hij geschreven in '44 en dan heeft hij het over...Zuid-Limburg dus...en over boeren en over dat dat zo moeilijk is. Ik dacht op een gegeven...en toen zei die...toen de zin "je begrijpt me wel". Ik heb niks begrepen en ik heb later...ik heb helaas die brief verscheurd, toen dacht ik, ja, wat-wat...een beetje cryptische omschrijving eigenlijk!

Interviewer:
#00:03:55# Maar u dacht later, dat dat met onderduiken te maken had.

Mevrouw Zandvliet:
#00:03:58# Heb ik toen later bedacht en toen heb ik eens de bu'....mensen opgebeld die op de Haarlemmerstraat gewoond hadden, ook en toen zei ik "gut, jullie woonden toch vlak bij die Joodse familie Frank, wat is daarmee gebeurd?" Die wist dan het een en ander te vertellen en ik zei "ja, en dan zal ook die-en-die...Ik zeg "waar hebben die dan gezeten?" En toen zei hij "nou, zover ik weet in Limburg". En toen ging er ineens bij mij een licht op! Toen dacht ik, toen dacht ik ineens aan die brief, he, en die pater Solms (???) die altijd...tot de Spoorwegstaking '44, altijd als 'ie in Leiden logeerde dan kwam die elke avond naar ons toen, want d'r moest elke avond geschaakt worden...enne....ja, het was een beetje een verstrooide professor! Ik moest altijd vreselijk lachen, want dan kwamen we uit school en dan moesten we zeggen "dag, pater Solms" en dan zei 'ie "dag..eh..niét je naam zeggen". Nou, we waren net als schaakstukken en dan zei 'ie "nee, want die dat is de oudste en die dat was degene die zo goed zwemt en die...dan ben jij Toos" Dat vond ik ook...dat duurde altijd vijf minuten! Dan stond maar met je hand, dus je mocht nooit je naam zeggen , dat vond ik...maar ik...ik wilde nog...ik ben dat nog een beetje aan het uitzoeken met die familie waar ze nou precies gezeten hebben, ja...

Interviewer:
#00:05:37# Ik heb nog een andere vraag: U zei daarnet iets over de verjaardag van uw vader dat ie altijd zoveel brieven kreeg van die pater....ja, er waren natuurlijk heel veel kinderen bij u in het gezin...Kunt u iets zeggen over hoe werden de feestdagen en hoe werden verjaardagen gevierd, want werden ze gevierd of was...

IMevrouw Zandvliet:
#00:05:55# In de oorlog? Jawél...ja, dat werd in de....feestdagen werden altijd...wij als kind, weet ik nog goed! Als je 's ochtends wakker werd, ging je dus - wie jarig was voorop - naar de slaapkamer van mijn ouders om te zeggen dat we jarig waren . En dan kwam altijd van onder het bed dus een kado. Ja, dat was altijd heel leuk thuis. We ging ook wel eens iets doen...eh...ik was in de vakantie jarig en dan gingen we naar de Hortuszicht op de Singel, naar de speeltuin enne....ja, dat was...verjaardagen werden altijd goed gevierd, ja....

Interviewer:
#00:06:35# Dat daar was...daar waren wel middelen voor?

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:36# Jaaaa, ja, ja, ja, nou ja...vanaf '44 werd het natuurlijk wel minder, maar er werd toch wel altijd iets bedacht...van...eh...er werd ook wel eens een keer allemaal pannenkoeken, dat we kregen, dat ja...er viel natuurlijk wel eens wat te regelen !

Interviewer:
#00:06:56# En met Kerstmis?

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:58# Kerstmis werd ook altijd goed gevierd, want mijn ouders gingen dus natuurlijk altijd naar de nachtmis toe. En dan - de twee oudsten bleven thuis - en dan was in de tussentijd de kamer prachtig...ontbijttafel gedekt met ...nou ja, witte kleden en rode linten en nou ja, ontzettend...nou ja, dat was geweldig! En dan kwamen mijn ouders uit de nachtmis en we hadden zó'n grote stal, hadden we, met zúlke beelden . Die waren van Poelman van de Hoogstraat. En dan..eh..nou ja, dan zongen we kerstliedjes natuurlijk..ja, dat was heel sfeervol altijd.

Interviewer:
#00:07:39# En was er dan nog iets te eten of...

Mevrouw Zandvliet:
#00:07:41# Jaaa, nou de laatste Kerstmis eigenlijk niet. Ik weet eigenlijk niet...ja, we zullen wel íets gegeten hebben, maar het was natuurlijk...d'r was ook geen nachtmis meer natuurlijk. D'r was helemaal...dat is eigenlijk zomaar voorbijgegaan. Ik geloof niet dat we daar iets aan gedaan hebben.

Interviewer:
#00:08:05# We gaan even terug naar de bevrijding, want u wilde ook iets vertellen over de bevrijdingsavond..

Mevrouw Zandvliet:
#00:08:12# Ja...nou dat was...we hadden dus zondags eten uitgegooid..ja, en ik ging vrijdags nog naar school toe 's ochtends. Of Dolle dinsdag? Nee, dat was daarvoor.. nee, ik heb het nu over de bevrijding enne...Ik kwam thuis uit school - m'n moeder zei Oh god, vreselijk, we hebben nu echt helemaal geen eten meer in huis - d'r was ook met die bonnen, geloof ik, iets fout gegaan. Maar..eh...moeder zei Ja, maar ... één zusje kwam uit school en die had gezegd: de Duitsers die gaan capituleren, dus het hing natuurlijk al een beetje in de lucht en toen...je moest 's avonds om 9 uur binnen zijn en ja, de ellende was: je had geen radio, geen telefoon, je kon niet naar buiten toe, geen krant, dus ja, je was ontstoken van alle nieuws en dat was ontzéttend koud die avond, dus we gingen allemaal vroeg naar bed. Alleen mijn vader die was in de winkel bezig. En we lagen in bed en mijn jongere zusje kwam bij mij op de kamer liggen en we lagen plannen te maken: als de koningin terugkomt, dan gaan we naar Scheveningen! Ja, dat idee...ik had het idee van 1813, Willem van Oranje die ....ik zeg Dan gaan wij naar Scheveningen! Toen niet te weten dat 'ie al in Brabant zat. Nou, en toen opeens hoorden we dat iemand de trap op kwam rennen en hóllen - we hadden natuurlijk een lange gang - naar de slaapkamer van mijn moeder. Ik zei Joh, d'r is wat aan de hand! Dus wij liepen naar de slaapkamer van mijn moeder. Ik hoorde mijn moeder nog nét zeggen Zou het écht waar zijn?! En toen zegt 'ie Ja, Jan zegt dat de Duitsers gecapituleerd hebben. En je moest 9 uur binnen zijn en om 8 uur was juist het bericht doorgegeven door..eh..Radio Oranje of Belgie..ik weet niet...
#00:010:15# En wij allemaal weer uit bed natuurlijk! Naar beneden en dat was vréselijk ja, je kon..je kon niet naar buiten gaan, want het was te gevaarlijk...je kon ook niet iemand opbellen van Is het echt wel wáár?! Je kon geen radio aanzetten. Eh...d'r was niks, je kon niet zeggen Nou we trekken een fles wijn open of we gaan koffie maken, want er was eenvoudig niks. We hadden alleen water uit de kraan, dat was het enige. En...ik weet nog goed: toen ineens hoorden we schrééuwen!! En toen liep d'r een Duitser...dus die man zal dronken geweest zijn, die liep midden op de Haarlemmerstraat te brullen!!! Ik zie 'm nog zo... met z'n geweer, maar d'r liep niemand op straat, dus dat hadden we óók gehoord. Ja, en dat was natuurlijk...ja...de een liep naar boven, de ander weer naar beneden en de ander in de keuken om iets te drinken, dat was....nou ja..Toen zijn we toch uiteindelijk met de ....en de jongsten lagen op bed en er waren één of twee bij de boeren nog. Nou toen zei m'n moeder Nou, kinderen, ik vind we nou met elkaar het Wilhelmus moeten zingen, want dat hadden we natuurlijk vijf jaar niet gezongen, dus...Jan, mijn oudste broer, die ging aan de piano zitten...
#00:11:35# Nou ja, we hebben...het werd later het succesnummer van ons op verjaardagen, want we begonnen met het Wilhelmus maar we waren allemaal natuurlijk zeer geemotioneerd dus bij het laatste woord bij elke zin kwam er een snik en zo ging dat door en toen kwam "Ben ik van ...bloed". Zo ging dat! En toen was het "Den Vader..." ik weet nog goed, "Den Vaderland getrouwe, blijf ik tot in ..." en toen begonnen we allemaal tegelijk te huilen en we vielen elkaar om de hals. Nou, dat was ons bevrijdingsmoment! Ja, we hebben d'r laatst nog om moeten lachen, want dat...eh....of ja, huilen ook natuurlijk. Ja, dat was dus hét moment. Dus toen...dat was de avond van 4 mei en toen moest ik van mijn vader beneden komen, want hij had...bevrijdingsetalages, had hij al voorbereid via een kunst...hoe noem je dat...nou ja, een artiest in Oegstgeest.
#00:012:46# En toen moest ik van mijn vader ramen zemen aan de binnenkant, maar...spons en zeem dat bestond niet meer en dan had je van die linnen zakjes daar zat iets in van..ja, het lijkt wel krijt of zo en we moest met zo'n zakje op het raam dan was het raam wit bepoeierd en met een doek weer...dan was het raam schoon. Dus mijn vader de hele avond bezig geweest om die etalages te maken en de volgende ochtend, toen ben ik direct met mijn zusje naar de Breestraat gegaan omdat we dus dáchten dat we toen al bevrijd waren maar dat duurden één of twee dagen...enne..toen, ja, toen zag ik de burgemeester op het stadhuis, die ging dan weer weg. Het was vréselijk druk op de Breestraat en ik weet nog...d'r kwam een voedselvliegtuig - denk ik - heeeel laag over, nou ik dacht wérkelijk dat 'ie neer zou storten of huizen zou raken. En iedereen zwaaien en brullen, ik denk dat het ook een voedselvliegtuig was, want hij vlieg héél laag over de Breestraat.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 8

Mevrouw Zandvliet:
#00:00:01# Nou, en toen ging ik weer naar huis en toen dacht ik wat is er voor ons huís aan de hand? Het stond zwart van de mensen, maar die stonden allemaal naar die etalage te kijken en ik vind het zó jammer dat daar nooit een foto van gemaakt is! Want...links stond er een heel groot wit houten kruis en daarvoor iets van een beetje groen, gras een beetje heuvelachtig, bovenaan een helm van een soldaat en ik herinner me een rood-wit-blauwe vlag die zo gedrapeerd was en een fluwelen kussen ernaast met allemaal...ja...onderscheidingen..ja, hoe mijn vader daaraan kwam, weet ik niet, maar die lagen d'r al opgespeld en zó'n vaas met witte lelies, stond d'r naast en dan was ...ja, echt lint was er niet maar ik denk dat dat gemaakt was van hard papier of van karton en dat lag d'r zo gedrapeerd voor en er stond Den Vaderland getrouwe, blijf ik tot in den dood! Nou, het was werkelijk...het was zwart van de mensen die er de hele dag naar stonden te kijken. Niemand zei wat en de rechter etalage, daar stond een heel groot - had die kunstschilder ook gemaakt - een geschilderd portret van koningin Wilhelmina. En ook een vlag en een grote vaas met oranje bloemen, maar ja, d'r werd naar gekeken maar niet dat de mensen ervoor stil stonden: het was allemaal...en ik heb de hele stad afgezocht altijd of ik een foto kon vinden, maar helaas....Als ik goed kon tekenen dan zou ik het zó kunnen uittekenen, maar...En het wonderlijk is, mijn oom - dat is van wat nu de Lifo is op de Nieuwe Rijn - dat was dus lichtdrukkerij en fotografie - en dat was de oprichter daarvan van een broer van mijn vader en die woonde in Rotterdam en die is met zijn gezin in '40 gebombardeerd met zijn hele gezin dus die kwam in de meidagen met zijn vrouw en drie kinderen, kwam hij naar Leiden toe. Toen lag ik wel in het ziekenhuis, maar dat heb ik natuurlijk allemaal later gezien en..eh...hij was fotograaf en toen is hij gaan...heeft hij...kon hij dat pand toen huren op de hoek van de Aalmarkt en de Vrouwensteeg, bij de Kippenbrug. Daar heeft hij woonruimte kunnen krijgen dus daar heeft hij gewoond met zijn gezin en toen is hij een foto...nou ja, eigenlijk voor bedrijven begonnen, hoe noem je dat...lichtdrukken en zo dergelijke. En later ook fotograferen, mij hij heeft in de meidagen bij de bevrijding heeft hij ontzettend foto's gemaakt want die heb ik praktisch allemaal en wonderlijk dat hij nooit die etalage heeft gefotografeerd. Maar ja, het waren allemaal foto's van de Breestraat: militairen, de burgemeester enzovoorts, enzovoorts. En alles speelde zich af op de Breestraat toen, dus...maar dat heb ik altijd jammer gevonden. Dat kom ik natuurlijk nooit meer tegen die foto.

Interviewer:
#00:03:40# Wat heeft u verder nog meegemaakt op de Breestraat: van..ja...de capitulatie

Mevrouw Zandvliet:
#00:03:47# Ja, nou, oh ja, dat is iets vreselijks gewoon. Dat was dus de eerste dag van de bevrijding en ik ging met mijn zusje samen naar de Breestraat toe, waar het natuurlijk ontzéttend druk was en de burgmeester ging toen net weg, hevig toegejuichd..Ik ben toen met mijn zusje..we zijn toen naar huis gegaan naar mijn ouders om te vertellen wat er allemaal...wat we gezien hadden. Toen ben ik weer met mijn zusje naar de Breestraat gegaan en toen ben ik haar kwijtgeraakt op de een of andere manier. Ik was haar wel kwijtgeraakt, want ik was alleen thuis...en toen dacht ik in mijn eentje Ik ga weer naar de Breestraat, misschien zie ik haar wel, en toen liep ik in de Maarsmansteeg en toen hoorde ik een lawaai, van een gejoel en ik dacht Nou, d'r is weer iets van...nou, alles was nieuw voor je natuurlijk...Ik de Maarsmansteeg uit, en rechts had je nog In Den Vergulden Turk, met dat...ik weet dat ik dáár stond en toen zie ik een...hoge vrachtauto aankomen en d'r stond...met een open laadbak en d'r stond dus een man tegen die..eh...dingen aan, nou die man die zag er vréselijk uit en die had een bord om zijn nek hangen - of stond voor z'n voet, dat weet ik niet - maar werkelijk zo'n groot bord en daar stond op Ik ben de moordenaar van dokter Flu. En in de hoek stonden twee BS-ers..met eh...geweren. En die auto die reed een eindje...en die stond dan stil en dan moest je 'm aan zijn armen omhoog doen Leve de Koningin- Leve de Koningin - Leve de Koningin...en de mensen joelen! Ik vond dat zó afschuwelijk. En toen reed die bus, die auto, weer een eindje en dan was het weer hetzelfde.
#00:05:55# Ik weet nog goed, ik ben toen naar huis gerend, ik heb niets aan mijn ouders verteld, ik kwam langs hun kamer naar mijn slaapkamer gaan en ik ben op bed neergeploft en ik heb liggen huilen, want...ja...ikke...want je was dat soort dingen niet gewend, natuurlijk! Het was ook helemaal niet Hollands, he ja, ikke...ja, dat vond ik heel afschuwelijk. En toen, dat was zaterdag, dat was dus de eerste, dat was de ochtend van de bevrijding en toen...'s zondags gebeurde d'r eigenlijk niets, maar er bleek dus achteraf dat de capitulatie nog niet officieel getekend was, he, want die Duitsers die wilde...die zeiden Dat geldt niet voor West-Nederland, dus er moest nog overlegd worden...Uiteindelijk is de capitulatie pas getekend op 6 (!) mei en de BS mocht ook niks meer doen, tot de capitulatie officieel getekend was, dus die kwam dus maandag weer in actie, dus ik weer naar de Breestraat toen want ja, wanneer zouden de Canadezen komen, nou ik weer ...een drom mensen die achter de BS aan liepen...nou ik dacht, ik zal ook maar meelopen...Ik kan nog de winkel aanwijzen in de Pieterskerkchoorsteeg en daar ging dan een raam open en er hingen dan twee vrouwen uit en die kwamen naar beneden en die waren kaal geknipt of kaal, nou ja, raar afgeknipt en ze hadden de haren in de handen en ze moesten met de BS mee, dus de Breestraat op..nee, de Breestraat niet, die heet Nieuwsteeg..daar achter, die steeg...ná het politiebureau en ál die joelende mensen er omheen. Nou ja, ik liep zo'n beetje achteraan ..ik kon niet joelen, ik vond dat zó afschuwelijk!
#00:08:10# En die gooiden dan de haren neer en op het politiebureau en de Zonneveldstraat op dat plein, stonden twee stoelen en ze moesten op die stoelen gaan staan, dus zooo...tegen het publiek...nou ja, d'r stonden honderden mensen die stonden daar...nou ik, ik heb de benen genomen. Ik weer naar huis. Ik heb het nooit...ik heb het nooit verteld. Ook niet de volgende dag of hoe dan ook: ik vond het zó afschuwelijk! Ik ben naar huis gegaan, ik ben weer op mijn bed gaan liggen janken en ik weet, dat ik 's avonds in een dagboek schreef dat ik toen bijhield, We zijn pas vier dagen bevrijd en ik heb al vaak moeten huilen, want ja...op de bevrijdingsavond huilden we al natuurlijk en dan weer die moordenaar en ja....ja, ik vond het afschuwelijk, maar het aardige was de volgende dag toen de Canadezen kwamen.

Interviewer:
#00:09:16# Wanneer kwamen die?

Mevrouw Zandvliet:
#00:09:17# Die kwamen dinsdag, 8 mei, zo in het middaguur en we kregen ook die dag wat voedselpakketten, dezelfde dag. En, ik geloof dat het ook de laatste dag was, dat het voedsel uitgeworpen werd. En ik heb op de Breestraat gestaan, dus..eh..tegenover het stadhuis daar heb ik gestaan. Ja, dat was enig. Dat was zó ontzettend leuk, he?! Ja, al die juichende mensen..en dan een verschil met de Duitsers die we weg zagen gaan op Dolle Dinsdag; toen stond ik op dezelfde plek. Ja...ja, dat was enig! . Ja, die Canadezen, ja, en toen kregen we ook het voedsel, want we hadden 's avonds het eerste uit het pakket gehaald met...nou ja, met van alles en nog wat. Ja, dat was een feest. En het feest daarvoor was natuurlijk het Zweedse wittebrood, dat hebben we in maart gekregen, geloof ik, ja, ja...dat was ook heel geweldig.
Interviewer:
#00:10:35# U bent later nog naar het Oosten van het land gegaan, he, met uw zusje?

Mevrouw Zandvliet:
#00:10:39# Ja, toen was....werd het bevrijd.., je mocht de eerste drie maanden de stad niet uit of in, he, vanwege d'r waren besmettelijke ziekten en toestanden. Niemand mocht de stad ui of in. Ik herinner me wel als je op straat liep, nou je zag Canadezen en Rode Kruishelpsters die liepen er veel in de stad. En mijn ouder zusje die had een adres in Lichtenvoorde waar ze dan met d'r vriendin 's zomers - ook in de oorlog - de eerste jaren op vakantie ging. Nou, zij had contact gehad met die mensen, dat..ze mocht komen en ik was erg vermagerd en nou ja, of ze een zusje mee mocht nemen. Nou dat mocht. Dus, na half augustus mocht je weer de stad uit, dus wij zouden naar Lichtenvoorde gaan. Maar ja, hoe moest je daar komen? D'r was geen trein, bus, niemand had een auto maar d'r was op de Hoge Rijndijk een garagebedrijf, het is er nu nog: als je van de Hogewoerd komt, is het aan linkerkant. En d'r stond, ja, in een of ander blaadje: mensen die naar het Oosten of het Noorden wilden, die konden dan mee want die gingen voedsel ophalen in het Noorden of het Oosten. Nou, wij ons opgegeven, je kon dan voor een paar gulden, kon je dan met die auto mee. Acht uur, maar ja, d'r stond achterin - geloof ik - een houten bank en een paar houten stoelen, want het was natuurlijk gewoon een open vrachtwagen. Nou, wij werden in die auto gehesen. Ik denk dat, ja, er misschien twaalf mensen waren. Nou, we hadden - of we eten bij ons hadden - weet ik niet. Wij thuis afscheid genomen van de familie. Huilen natuurlijk allemaal, ja...

Interviewer:
#00:12:38# Moest u daarheen of wilde u dat zelf graag? Of werd u door uw ouders aangebracht?

Mevrouw Zandvliet:
#00:12:44# Nee, dat deden we spontaan! Dat ging...we namen afscheid en iedereen begon te huilen: m'n moeder en wij en de zussen en...Ja, ik weet niet, ik geloof dat we al die tranen kwijt moesten op de een of andere manier.

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 9




Mevrouw Zandvliet:
#00:00:01# Dus toen zijn we dus met die vrachtauto op pad gegaan. Het was natuurlijk aan de ene kant stil op de wegen, want d'r was geen verkeer, herinner ik me, want het waren alleen maar militaire wagens en Rode Kruiswagens. Want er moesten natuurlijk veel mensen uit Duitsland uit die kampen opgehaald en die werden natuurlijk overal in Nederland naar ziekenhuizen gebracht. Nou ja, wij zaten daar en toen waren we - ik meen - in Apeldoorn en toen moesten wij d'r af, want ze gingen naar het Noorden en wij konden natuurlijk...moesten naar Lichtenvoorde toe. Dus wij werden afgezet. Nou, we stonden op een weg waar alleen verkeer was. Je zag geen levend wezen. Niet iets van een restaurant of ...d'r was totaal niets. We stonden eigenlijk midden in het puin. Nou ja, we stonden met z'n drietjes en de een na de andere wagen reed langs. Uiteindelijk stopt er een vrachtwagen, Canadees of Amerikaans, dat weet ik niet, en die stopten en er kwamen twee militairen naar ons toe. Nou, wij zagen d'r natuurlijk, dat besefte je toen niet maar we zagen d'r natuurlijk vreselijk uit. Niet gegeten, we waren natuurlijk al verhongerd. Nou, ik legde in mijn beste Engels uit waar wij naar toe moesten. We hadden het op een briefje geschreven: Lichtenvoorde. Wij werden keurig achterin die auto gehesen. Nou, daar stonden we. Je kon ook niet zitten, dus...ik geloof dat we maar gestaan hebben. Dat weet ik niet meer precies. Nou ja, dat was een vreselijk tocht, want we reden echt door het oorlogsgebied heen, he?! Arnhem, alles...kapotte bruggen, huizen, gebouwen. We hebben geen levend mens gezien. Het was, ja het was eigenlijk.... midden in de oorlog zaten we, zeg maar.

Interviewer:
#00:02:06# Want u kwam uiteindelijk in Lichtenvoorde aan

Mevrouw Zandvliet:
#00:02:08# Nou, toen kwamen we om een uur of zeven, half acht, denk ik, toen zagen we een bordje Lichtenvoorde en toen die...militairen die wisten ook niet, die hebben ons toen maar daar afgezet in het centrum. En het was vlak bij de katholieke kerk en nou ja, wij heel erg bedanken: thank you, thank you! Oh god, ja, heel leuk! En toen zeiden we Nou we zullen maar bij de pastorie aanbellen, want we moesten...hoe we bij die boerderij konden komen natuurlijk. Nou, dus wij werden daar binnengelaten en ik weet nog goed, die pastoor van die pastorie die was vroeger in Leiden geweest, die kenden ons dat hij zei Kind, wat zie je d'r uit! Dus wij werden in de keuken gedropt bij de huishoudsters. Nou, die kregen de opdracht voor ons een maaltijd klaar te maken en een slaapkamer in orde te maken dat we 's nachts daar, dat we niet verder hoefden naar de boerderij. Dus daar zijn wij toen de eerste nacht gebleven en toen zijn we de volgende dag naar de boerderij gegaan. Nou, dat was een eind lopen maar dat was verrukkelijk natuurlijk. Je liep echt buiten en een grote boerderij, een groot gezin: allemaal knapen, boerenzoons en we zaten 's avonds aan tafel. Er werd natuurlijk alles...moesten wij natuurlijk veel vertellen. En die boerin bakte elke ochtend zúlke pannenkoeken, appelpannen... of spek of appelpannenkoeken, wij alsmaar pannenkoeken eten. Ja, dat was gewéldig. Maar toen wou ik na tien dagen terug, ik had er eigenlijk genoeg van en ik moest ook weer naar school. Mijn laatste jaar. Enne...toen had je ook daarvandaan weer vrachtwagens die naar het Westen gingen met voedsel. En d'r konden ook weer mensen mee. Dus ik ben weer in de vrachtauto geladen, 's ochtends, en af en toe stopten ze ergens onderweg. Nou, toen waren we 's avonds om een uur of zes, half zeven, in Den Haag. En ik moest van de wagen af, want ze gingen niet via Leiden, maar gelukkig reed toen net weer iets van een Blauwe Tram. Je had de halte Het Wachtje, dat was een heel beroemde halte en daar werd ik toen afgezet, dus toen ben ik op de tram gestapt naar Leiden.
#00:04:40# En ik kwam binnen en allemaal weer huilen. We hielden niet op! Ja...dat was, ja, dat was dus mijn reis....Maar mijn zuster die was dat jaar daarvoor ook naar Lichtenvoorde gegaan voor de zomervakantie in augustus en toen hadden ze daar op een middag gezegd - die waren natuurlijk op de hoogte - als je nog naar het Westen wilt komen dan moeten jullie nú gaan! En dat klopte, want 's avonds werd de Spoorwegstaking afgekondigd vanuit Londen. Anders hadden zij nooit teruggekund, dus zij zijn toen 's avonds op de trein gestapt tot Utrecht. Daar moesten ze uitstappen. Nou, 's ochtends om vijf uur werd er bij ons gebeld en daar stond mijn zusje voor de deur, want ze moest natuurlijk in Utrecht wachten tot ze met een trein naar Leiden kon. Ze was helemaal overstuur, want ze zei: het was een cháos van vluchtende Duitsers en NSB-ers! Dat moet iets vréselijks geweest zijn. Ze zegt: dat was óntzettend gewoon! Maar zij moesten dan nog een paar uur wachten tot zij naar Leiden konden, dus ze kwam 's ochtends om uur of vijf in Leiden aan. Toen werd er bij ons gebeld, stond ze voor de deur. En dat was toen de Dolle Dinsdag!

Interviewer:
#00:06:18# Ik heb nog een laatste vraag: in welke mate heeft de oorlog u gevormd tot de persoon die u nu bent? Kunt u daar iets over zeggen?

Mevrouw Zandvliet:
#00:06:29# Nou, dat vind ik moeilijk te zeggen. Het is eigenl...het heeft natuurlijk toch een stempel op je gedrukt. Ik geloof dat het altijd een beetje sluimerend geweest is, he, je had natuurlijk vlak na de oorlog...ja, dan werd het leven eigenlijk leuk met alles. Overal werd gefeest en ja, d'r kwam weer eten en je kon reizen en de kleding..., maar ik heb toch wel altijd..in elk gev...elk jaar de Dodenherdenking meegemaakt, want ik weet dat ik met mijn twee zusjes al in (19)47 was er een Stille Tocht langs het kruis op, dus, bij Volkenkunde. Ik weet dat we toen bloemen gekocht hebben en dat wij daar toen meegelopen hebben in die stoet. En in '48 was er een grote herdenking in de Stadsgehoorzaal, dat herinner ik me ook. Dat was dus voor de mensen van het Stationsbombardement en voor alle Leidenaren die in de oorlog omgekomen waren. En dat was écht een officiële avond in de Stadsgehoorzaal. Dat is in '48 geweest.

Interviewer:
#00:07:39# Heeft de oorlog nog gevolgen gehad voor..eh...ja, voor wat u bent gaan doen na de oorlog qua opleiding of...werk?

Mevrouw Zandvliet:
#00:07:47# Nou, eigenlijk, ja, ik wist het eigenlijk niet. Mijn oudste zus was in de verpleging en dan zei ze God, vind je nou...in de verpleging kon. Toen ben ik in de vakantie nog dus naar de Annakliniek gegaan met haar een paar dagen. En dan mocht ik op de kinderzaal helpen, maar het was toch niet iets.... ...nee, ik...ik kan goed - denk ik - ik kan zieke mensen verzorgen, maar ik moet niks hebben van operaties of....dat soort toestanden, daar was ik niet geschikt voor. Enne, ik had natuurlijk contact met mijn klasgenoten nog, natuurlijk, toen ik eindexamen gedaan had. En toen waren tot nog...we kregen ook nog allerlei folders voor opleidingen. Van Schoevers in Den Haag en dan gingen dus van onze klas gingen er, geloof ik, drie naar Schoevers toe. Of vier. Eén in Amsterdam. Ik dacht, nou dat vind ik eigenlijk, dan heb je een beetje een basis voor je talen, stenografie, wat toen natuurlijk erg ín was. En ik weet wel dat het een kostbare opleiding was, dat mijn moeder zei Ja, gut, en mijn andere zusje kwam ook van school enne...ja, een dure opleiding en de directrice van de Garenmarkt Nou, ik vind 't...dit is een hele dure opleiding en Nou ja, uiteindelijk mocht ik er dan toch naar toe. En...het was vreselijk zwaar eigenlijk voor twee jaar, maar dat vonden ze dan werd het te kostbaar. Ik vond het in het begin...ik begreep er níks van, dat stenograferen in het Frans, Duits, Engels, maar ik heb het er goed van afgebracht, dus...en daardoor heb ik natuurlijk altijd goeie banen gehad, want dat was natuurlijk...nou, als je steno Nederlands had dat was al heel wat, maar natuurlijk in Frans, Duits en Engels dat was natuurlijk helemaal....Want je moest het niet alleen opnemen, maar je moest het ook kunnen uitwerken natuurlijk in goed Frans. . Ja, dus daar heb ik toch nooit spijt van gehad, nee!

Interviewer:
#00:10:06# Ik wil nog even terugkomen op het armbandje, want dat hebben we nog niet besproken maar dat wil ik toch nog even graag van u horen.

Mevrouw Zandvliet:
#00:10:13# Ja, waar heb ik het , nou ja, ik heb het ergens....

Interviewer:
#00:10:17# We zullen het zo laten zien, maar

Mevrouw Zandvliet:
#00:10:19# Ja, ik kan het straks laten zien. Dat was in de oorlog werd natuurlijk het zilvergeld...was niet meer...geldig, dus veel mensen die bewaarden dat en gingen dan dat sparen. En ik spaarde de dubbeltjes en nou ja, dat was moeizaam. Soms kreeg ik met mijn verjaardag van iemand een zilver dubbeltje. Totdat ik er een stuk of tien-twaalf had, want het was inmiddels was het al - geloof ik - '44 en toen hebben mijn ouders 'm daarvan bij Kampenhout op de Haarlemmerstraat een armbandje van laten maken en dat heb ik dus nog dus dat vind ik....Ik kon het toén natuurlijk niet dragen, maar wel na de bevrijding, natuurlijk, ja...Enne, en dan heb ik nog nou ja, verteld dat we in het donker zaten. Van dat pitje. Dat kan ik ook nog laten zien.

Interviewer:
#00:11:16# Vertelt u nog eens over hoe u de avonden doorbracht...

Mevrouw Zandvliet:
#00:11:20 #Nou, eh,

Interviewer:
#00:11:22# ...toen het gas en licht was afgesloten

Mevrouw Zandvliet:
#00:11:23#Ja, in september toen werd het gas en licht afgesloten. Ik dacht laatst nog, nou, de mensen hadden allemaal praktisch geen rekeningen van gas&lichtfabrieken want niemand gebruikte dat! En, ja, toen was het van de winter natuurlijk werd het donker, maar we waren..inmiddels gingen we in de keuken huizen. We hadden gelukkig een grote keuken, dus het hele huiskamerameublement, tafels en stoelen, stond allemaal in de keuken. En dan hadden we dan een kachel, potkachel, en daar werd dan ook op gekookt dus dan hadden we ook de warmte. Enne...dus we huisden altijd in de keuken enne..

Interviewer:
#00:12:06# Had u daar ook licht nog of....

Mevrouw Zandvliet:
#00:12:07# We hadden natuurlijk geen licht, maar mijn vader die had in de winkel dozen met...dat waren pitjes, zogenaamde pitjes, en dan moest je dan in een glas water en daar wat olie opdoen en daar bleef dat pitje op drijven en dan zaten we 's avonds in de keuken en midden op de tafel stond dat pitje, dus ja, als je nou even een knoop ergens aan moest zetten dan moest je.... heel dicht bij het pitje zitten. Maar verder kon je natuurlijk niet, maar mijn oudste broer - dat hadden we dan bedacht - die moest dan een boek uit de winkel werd er dan een boek gehaald wat voor iedereen aardig was: voor jongeren en ouderen. En die las dan voor 's avonds uit een één of ander boek, dus het was...ja, het wa...ja, het is natuurlijk wonderlijk dat je zo'n hele winer met elkaar in de keuken zit. Je moest vaak om zes uur al binnen zijn en dan hadden we ook nog - dat was ná het bombardement van het station - kregen we iemand voor de nacht en die had bij het bombardement in het station zijn huis verloren, hij was op de dag bij familie maar die hadden geen slaapplaats. Nou ja, wij hadden dus een slaapplaats dus je kwam in de winter elke avond, kwam die naar ons toe en ik herinner het me nog: dan kwam ie de keuken binnen en iedereen zat maar op die bevrijders te wachten, maar we vonden dat er maar niks gebeurde natuurlijk! En dan zei 'ie altijd Waar blíjven ze toch die divisies! Ze zíjn er toch? Nou, dat is bij ons thuis een gevleugelde zin geworden later. Als iemand wachtte op iemand of iets, dan was het altijd "Waar blíjven ze toch die divisies?!" En die man kwam dus elke avond bij ons slapen en die ging de volgende dag weer weg, ja...

Interview met mevrouw Zandvliet, fragment 10

#00:00:01# en dat was, ja, dat was na Dolle Dinsdag, want toen begon eigenlijk de ellende, na Dolle Dinsdag. Ja! Ik ging naar school en ineens hoorde je dan op het school...voor de..van...nou, eh...de bevrijders: ze zitten al in Brabant. Nou ja, we wisten het niet en wij de klas in, íedereen die kwam met nieuws aan. Ook docenten. Jaaa, ze zitten al in Brabant! Dus wij in de klas, we waren niet te hoúden natuurlijk! En de directrice die kwam elke dag de absenten opnemen in de klas en die maande ons tot stilte, dat we rústig moesten blijven. Maar na een half uur werd de hele school toen werd de hele school in het gymlokaal ontboden en de directrice hield een korte toespraak en die zei Nou, de bevrijding is nu heel dichtbij, dus gezien de goeie berichten, dus we gaan...jullie mogen naar huis. En ze zei Nou, kinderen, tot ná de bevrijding! Dus wij gingen naar huis. Uitgelaten natuurlijk! En ik weet nog goed, ik kwam op de Breestraat, daar was het enorm druk. Op de trottoirs zwárt van de mensen en de Duitse wagens die reden dus nu de tegenovergestelde als toen de bevrijders kwamen Al die wagens volgeladen, volgeladen, die Duitsers en ik dacht Ja, wat voor een gezicht moet je nou trekken. En ik weet nog dat ik naar de mensen om me heen keek: hoe kijken dié?! Maar iedereen ....niemand zei wat. Het was toch een doodse stilte. Ik weet wel, dat er toen één Duitser van zo'n wagen afviel...Toen ben ik maar naar huis gegaan. Dat was die dag, dat mijn zusje uit Lichtenvoorde gekomen was en die was 's middags weer aardig bij kennis en die zei "Nou, wie gaat er met me mee? Ik ga een bos bloemen kopen en dan ga ik naar de bevrijders-inhalen op de Haagse Schouw." Dus die met z'n tweeen weg, maar ja...en ik was thuis en ja, d'r gebeurde eigenlijk niks en we wisten ook niet - ja, je kon bij niemand informeren natuurlijk! Er was totaal geen nieuws. Nou, en toen om een uur of vijf - half zes kwamen ze teleurgesteld terug met de bloemen. Nou...ja, d'r stonden een heleboel mensen, maar er is geen bevrijder te zien. Nou ja, dat bleek helemaal niet waar te zijn, dus....er was een, ja, geloof ik één militair gezien in Brabant, maar niet dat...eh. Nou, mijn vader zei "Als de geallieerden doorgestoten waren, ze hadden zo door kunnen lopen." Want die Duitsers waren allemaal het land ontvlucht. Maar ja, de volgende ochtend zaten we weer keurig in de schoolbanken natuurlijk.

Interviewer:
#00:03:14# mevrouw Zandvliet, ik ga het afronden. Ik wil u heel erg bedanken voor het interview. U heeft echt een schat aan informatie gegeven en namens het Regionaal Archief Leiden natuurlijk hartelijk dank daarvoor.

Mevrouw Zandvliet:
#00:03:26# Geen dank. Ik heb het graag gedaan. Ik geloof dat we alles, praktisch alles, besproken hebben, he?

Interviewer:
#00:03:33# Nou, dat geloof ik ook.
kaart