Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Het Gulden Vercken

  • Leiden
  • Geschiedenis 1601-1700

Gevelteken wordt bewaard in Regionaal Archief Leiden

Gevelsteen "HET GULDEN VERCKEN"

..........
GT_1180

In één van de kamers van Erfgoed Leiden aan de Boisotkade bevindt zich een opmerkelijke gevelsteen waarvan de herkomst met een aantal vraagtekens is omgeven.
De gevelsteen toont een naar links kijkend varken met daarboven een kroontje. Omdat een nadere aanduiding ontbreekt wordt de steen tegenwoordig wel aangeduid als "Het Gulden Vercken", hoewel eerdere benamingen als "De Gekroonde Big" of "Het Gekroonde Varken" ook nog steeds de ronde doen.

Technische gegevens:

De gevelsteen is ongeveer 85 cm breed, op het hoogste punt ongeveer 38 cm hoog en tegenwoordig zo'n 9 cm dik. De steen is gemaakt van Bentheimersteen.
Opmerkelijk is dat de gevelsteen langs de gehele rand voorzien is van een zgn. "frijnslag", ook aan de onderkant (zie foto). Frijnslag ontstaat door het oppervlak van de steen met een platte beitel te bewerken zodat er een regelmatig patroon van evenwijdige, heel fijne groeven ontstaat. Er ontstaat een min of meer geribbeld oppervlak.
Deze frijnslag kan in dit geval verregaande consequenties hebben voor de manier waarop de gevelsteen in het verleden moet zijn aangebracht.


.......... ....


Het verhaal van de steen vanaf 1974

De steen is afkomstig uit de verzameling 'weesstenen' van de Lakenhal en werd in 1974 overgedragen aan de Gemeente Leiden, afdeling monumentenzorg.
De steen werd overgebracht naar de bewaarplaats aan de Uiterstegracht alwaar een summiere beschrijving werd gemaakt. De bovenstaande foto's horen bij die beschrijving.

De gevelsteen was toen nog voorzien van een "kont", dat wil zeggen; een ruw onafgewerkt stuk metselwek aan de achterkant dat in een muur gemetseld zou kunnen worden.
Het feit dat de gevelsteen zo'n kont had èn ook nog een gefrijnde rand geeft het sterke vermoeden dat de gevelsteen niet IN of OP een muur gemetseld was maar er TEGENAAN..
Die indruk wordt versterkt door het feit dat op één van de twee foto's uit 1974 aan de onderkant twee inkepingen te zien.
Deze inkepingen zouden het mogelijk kunnen maken dat de gevelsteen in vooruitgeschoven toestand vastgemaakt had kunnen zijn aan een gevel. Met de kontzijde tegen de gevel en twee pinnen als ondersteuning.

Overigens blijkt ook uit de foto dat aan de linkerkant van de steen een scherf is afgebroken.

Uit technische gegevens van 1974 weten we dat de gevelsteen toen ongeveer 15 cm dik was. Omdat dat nu ongeveer 9 à 10 cm is, zou hieruit afgeleid kunnen worden dat de kont ongeveer 5 a 6 cm dik is geweest. De gevelsteen was nog ongekleurd in 1974; de polychromie werd later aangebracht.

In 1979 werd het Stadbouwhuis aan de Langegracht gebouwd. Op de begane grond, geheel rechts, kwam een kantine, die zich overigens tegenwoordig weer op een geheel andere plaats bevindt.
De afdeling Gemeentewerken besloot om "Het Gulden Vercken" als symbool boven de ingang van de kantine te plaatsen. Vooral dhr. Vos, directielid van de afdeling Gemeentewerken maakte zich hier sterk voor. Hiervoor werd de kont afgezaagd. Het is onbekend waar deze is gebleven, vermoedelijk weggegooid.
Van het aanbrengen boven de kantine is niets terechtgekomen, vermoedelijk was de steen toch te zwaar.
De gevelsteen verbleef nog enige tijd in het Stadbouwhuis op kamer 313 waar Leen Barendregt werkte. Barendregt werkte vanaf eind jaren '70 bij de afdeling Gemeentewerken, na de reorganisatie van 1980 Dienst Civiele Werken genaamd.

Later, rond 1980, is de steen overgebracht naar de Morspoortkazerne die toen als opslagdepot van de gemeente diende.
Na de sloop van deze kazerne in 1981 ging de gevelsteen terug naar de gemeente.

Ergens in de jaren '80 of '90 zijn er kleuren op de gevelsteen aangebracht die gekozen zijn op aanwijzing van dhr. Andela van het Regionaal Archief Leiden.
Voor de blauwe ondergrond werd een minerale verf gebruikt, mogelijk Keimverf. Deze verf verkiezelt met de ondergrond zonder de steen aan te tasten en geeft geen glimmend effect zoals dat bijvoorbeeld met olieverf wel ontstaat.
Het kroontje glimt wel, hier is dus een ander materiaal toegepast.
Het is niet geheel duidelijk waarom men hiervoor gekozen heeft; deed men dit uit esthetische overwegingen of waren er nog oude verfsporen aanwezig?
Aan de achterkant van de steen is van de kont nauwelijks meer iets terug te vinden; het geheel is gladgepolijst. Wel is er nog een scheur te zien op de plek waar de scherf is afgebroken.


De tijd voor 1974

Is de manier waarop de gevelsteen aangebracht zou kunnen worden al opmerkelijk; ook de plaats waar dat eventueel gebeurd zou kunnen zijn, is met veel onzekerheden omgeven.
De gevelsteen is waarschijnlijk in de 17e eeuw gemaakt, maar plaatsen met de naam Varken, Big, Ever of Zwijn zijn bepaald niet dik gezaaid in Leiden.
En ook "Gekroond" komt niet veel voor, er is bijvoorbeeld tot nu toe geen enkele herberg bekend met zo'n naam.

Hieronder enkele mogelijkheden;

A) Omdat er aan de kont van de steen geen verfresten zijn aangetroffen, kan het zijn dat hij nooit ergens aangebracht is geweest. Dit is een suggestie van dhr. Barendregt.
Toch is dat zeer onwaarschijnlijk dat een gevelsteen vele eeuwen lang (sinds de 17e eeuw) ongebruikt heeft kunnen voortbestaan.

B) De gevelsteen is uit een andere stad afkomstig.
Hier en daar ten lande komt nog wel eens 'Varken' in een naamgeving van een pand voor.
In Amsterdam zijn er slagerijen met namen als "Het Beemster Varken" en "Het Vette Varkentje". Deze hebben echter zelf hun gevelsteen. Bovendien is het volstrekt onduidelijk hoe een gevelsteen uit een andere stad in Leiden en daarna in de Lakenhal terecht gekomen kan zijn.

C) In 1579 is er sprake van een pand genaamd "Het Gulden Varcken" aan de Lange Brug vlakbij de Boomgaardsteeg. Toch is het onwaarschijnlijk dat de gevelsteen aan dit pand bevestigd geweest zou zijn. Dit pand werd namelijk bij de kruitramp van 1807 volledig verwoest en àls de gevelsteen hier zou hebben gezeten, zou hij volkomen zijn verpulverd.

D) Vooralsnog is de meest waarschijnlijke optie dat de steen heeft gezeten aan het pand op de Vismarkt 21 (suggestie dhr. De Baar). Omstreeks 1600 stond hier een pand genaamd "Het Gulden Vercken" en is afgebeeld op een anoniem schilderij; Gezicht op de Vismarkt, ca. 1600, onbekende kunstenaar, paneel 48,5 x 702,5 cm, Stedelijk Museum de Lakenhal Leiden.

Het pand Vismarkt 21 was eigendom van Dirck Cornelis Vinck, korenkoper.
N.B. er spelen hier ook familiebanden met Rembrandt een rol. Dirck Cornelis Vinck was getrouwd met Reimtgen Cornelisdr. Hun dochter, Lijsbeth Cornelisdr van Leijden was getrouwd met Willem Adriaensz van Zuijtbrouck en zij was de grootmoeder van moederszijde van Rembrandt. Daarmee zijn Dirck Vinck en Reimtgen dus de overgrootouders van Rembrandt. Opgemerkt kan worden, dat Reimpje (Reimtgen) zeer oud geworden moet zijn, zeker voor die tijd. Ze heeft Rembrandt nog geboren zien worden en stierf, toen Rembrandt 3 jaar was en zijzelf ongeveer 93 jaar oud.
Op het schilderij kunnen we met veel moeite een dier onderscheiden dat we met enige goede wil een varken kunnen noemen. Wellicht is hier sprake van een voorganger van de hier besproken gevelsteen. Voor meer gegevens over de huizen op de Vismarkt, zie het artikel "De Vismarkt" door Ingrid Moerman in het Leids Jaarboekje van 1979.
Hoe logisch de gevelsteen op die plek ook geweest kan zijn, toch treffen we op de spaarzame foto's van dit adres de steen nergens aan. Toch is het pand nog lang "Het Gulden Vercken" blijven heten.
Zo is er de foto gemaakt door Jan Goedeljee uit circa 1860-1870 en ook de foto uit het Regionaal Archief Leiden uit het begin van de jaren '30 van de afgelopen eeuw. Het pand blijkt op de laatste foto verheeld te zijn geweest met het pand ernaast. Hoewel het pand de stadhuisbrand van 1929 overleefde werd het enkele jaren later toch gesloopt om plaats te maken voor de uitbreiding van het nieuwe stadhuis. Bij de sloop moesten alle waardevolle onderdelen naar de gemeente worden overgebracht. De vraag is, of ook onze gevelsteen op deze wijze via de gemeente in de Lakenhal terecht is gekomen. Zeker is dat de gevelsteen van een pand een eindje verderop, namelijk "Den Appelboom" die weg wel gevolgd heeft.
Voor een indruk van de drukte op de Vismarkt in het verleden klik hier.

Er is nog een mogelijkheid dat de gevelsteen aan de achterkant van het pand zat en dus op een foto niet zichtbaar zal zijn geweest. Maar omdat het hier een onooglijk straatje betrof is dit niet erg waarschijnlijk.

In het Leids Jaarboekje van 1914 is een artikel opgenomen van J.C. Overvoorde; Huisnamen te Leiden. Overvoorde geeft hier "een overzicht van eenige huisnamen, die ik
toevallig bij het doorlezen van verschillende charters aanteekende."
Op pagina 36 noemt hij het "Vergulden vercken (1583)". Helaas niet met een plaats of straatnaam erbij.

Conclusie:

De manier waarop de gevelsteen in vooruitgeschoven toestand aan de gevel moet hebben gezeten is zeker opmerkelijk te noemen.
Ook de plaats waar hij aangebracht zou kunnen zijn geweest is nog met veel raadselen omgeven.

Of de gevelsteen opnieuw geplaatst zou moeten worden en zo ja, hoe en waar, is onderwerp voor nadere discussie.

Bronnen:

Leids Jaarboekje 1914: J.C. Overvoorde, Huisnamen te Leiden, blz. 31 en verder.
Leids Jaarboekje 1979, Ingrid Moerman, De Vismarkt, blz. 95.
Het tijdschrift "De Nederlandse Leeuw" van 1985.


Foto's: Jan Hartstra
Dit beeldmateriaal is verzameld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden. Informatie over deze geveltekens is zeer welkom. Zie verder colofon
kaart