Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: De Hartebrugkerk en St. Franciscus

  • Leiden
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Gebouwen

Geveltekens Haarlemmerstraat 106

De Rooms Katholieke Kerk, Onze Lieve Vrouwe Onbevlekt Ontvangen, is een Neoclassicistisch gebouw aan de Haarlemmersraat, ontworpen door Theo Molkenboer (1796-1863) in 1836.
Het koor dateert van later datum, en wel uit 1896/7. Toen werd de noordoostzijde van het gebouw uitgebreid met de huidige apsis waardoor er ruimte vrijkwam voor nieuwe plaatsen.
Molkenboer was in zijn dagen een bekende kerkenbouwer.
De kerk is vernoemd naar de Hartebrug die toentertijd over de Mare spande.
In de 18e eeuw, tot 1760, stond er een brouwerij genaamd 'Het Witte Hart' op de plek waar de kerk nu staat.
Bij deze kerk horen een aantal geveltekens waarvan enkele hieronder beschreven worden:


GT_1048

In het fronton is het Alziend Oog van God afgebeeld.
Onder het fronton en boven de Ionische zuilen staat de spreuk Hic Domus Dei est et Porta Coeli: hier is het huis van God en de poort naar de hemel.
Naar aanleiding van het woord coeli wordt de kerk door de Leidenaars wel koelikerk genoemd.
Het Oog en de spreuk zijn in 1904 aangebracht.

Het reliëf boven de middelste toegangsdeur van de kerk


GT_1242

Een halfrond keramisch reliëf met de voorstelling van Christus tussen lijdende burgers en soldaten.
Het reliëf herinnert aan het feit dat in de Tweede Wereldoorlog de klokken van de kerk werden weggehaald om ze om te smelten tot kanonnen.
Langs de bovenrand van het reliëf staat een citaat uit Johannes 14: 6 –14:

IK BEN DE WEG DE WAARHEID EN HET LEVEN
1940 - 1945


De steen is aangebracht in de meidagen van 1949 en werd ontworpen door Jules Rummens uit Roermond. Het materiaal is gebakken klei voorzien van glazuur in diverse tinten: bruin, beige, zachtgeel en blauw.
Julien J. (Jules) Rummens (Antwerpen 1905- 2000), beeldhouwer, schilder, tekenaar en glazenier, is o.a. werkzaam geweest bij St. Joris te Beesel.
Rummens begon zijn opleiding in Roermond en ging in de jaren '30 naar Parijs om daar aan de “Académie des Beaux-Arts” zijn talenten verder te ontwikkelen. Hij specialiseerde zich in figuurstukken, portretten en stillevens. In zijn beeldhouwwerk hield hij zich voornamelijk bezig met figuren en heiligenbeelden. Hij werkte in de klassieke traditie maar gaf daar zijn geheel eigen draai aan waardoor er een typerende, eigen stijl ontstond.
De uitvoering van het reliëf werd gedaan door N.V. Kleiwarenfabriek St. Joris te Beesel.
In 1923 werd de Keramische Industrie St. Joris opgericht. De fabriek maakte voor die tijd zeer kunstzinnig vormgegeven keramische gebruiksmaterialen. In Nederland, maar ook buiten de grenzen, werden hun veelal religieuze maar ook profane kunstobjecten gevraagd. Monumentale werken, standbeelden, reliëfs en andere keramische objecten werden aangebracht op kloosters, kerken, scholen en tal van andere publieke gebouwen.
De kunstwerken kenmerken zich door het typische kleurengamma van de gebruikte glazuren en het toegepaste procedé in de met kolen en hout gestookte houtovens.
Kunstenaars als Leo Jungblut, Charles Grips, Piet Schoenmakers, Jules Rummens en Joep Thissen zorgden voor kwalitatief hoogstaande kunstwerken.
Inmiddels is het kunstatelier van Sint Joris gesloten.


Reliëf van St. Franciscus die de wolf van Gubbio bekeert


GT_1223

Dit reliëf bevindt zich links van de toegangsdeur naar de pastorie, in een zijmuur naast de kerk in de Haarlemmerstraat.
Inschrift:
WAT / LIEFDE / VER- / MAG
1445 1945

Gesigneerd: g brinkgreve / a.d. 1946

Het reliëf is geplaatst bij de viering van 500-jarige aanwezigheid van de Franciscaner monniken in Leiden in 1945.
De stichter van de orde, St. Franciscus van Assisi (1182-1226), verbleef enige tijd in het plaatsje Gubbio in de tijd dat de inwoners geteisterd werden door een bloeddorstige wolf.
Franciscus trok met zijn gezellen naar de wolf en toen deze met opengesperde muil op hem afkwam, maakte hij een kruis over hem en riep: "Kom hier, broeder wolf, ik gebied je namens Christus mij noch anderen kwaad te doen".
En het wonder geschiedde; onmiddellijk nadat Franciscus het kruis had gemaakt, liet de wolf zijn bek dichtvallen en hield hij in en zodra hij het gebod hoorde, kwam hij mak als een lammetje naar hem toe en ging voor zijn voeten op de grond liggen.
Franciscus sprak tegen hem.:
"Broeder wolf, jij veroorzaakt in deze omgeving veel ellende en je hebt je afschuwelijk misdragen door schepselen van God zonder zijn toestemming te verminken en te doden. Je hebt niet alleen dieren gedood en verslonden, maar het ook gewaagd om mensen, die naar het beeld van God gemaakt zijn, te doden en te verminken. Hiervoor verdien je als gemene dief en moordenaar de galg, want alle mensen haten en vervloeken je, en de hele stad is je vijandig gezind. Maar, broeder wolf, ik wil jou vrede laten sluiten met de mensen zodat jij hun geen kwaad meer zult doen en zij jou al het kwaad dat je berokkend hebt zullen vergeven, en er geen mensen of honden meer op je zullen jagen."

En terwijl Franciscus zijn hand uitstak om een erewoord te krijgen, tilde de wolf zijn poot op en legde die gedwee in de hand van Franciscus, waarmee hij hem op zijn manier zijn erewoord gaf. Dit moment wordt afgebeeld op het reliëf van Brinkgreve, het moment waarop de liefde heeft overwonnen.
De wolf ging met Franciscus mee naar Gubbio alwaar een verbond gesloten werd tussen de inwoners en de wolf. De inwoners zouden de wolf zijn leven lang van voedsel voorzien en de wolf zou nooit meer een mens of dier aanvallen. En zo geschiedde het.

De ontwerper van het reliëf was Geurt Brinkgreve (Utrecht 1917-Amsterdam 2005), een Nederlandse beeldhouwer, medailleur en publicist. Zijn vader, Marius Brinkgreve, was directeur van de medaille-afdeling van Begeers Zilverfabriek te Voorschoten.
Brinkgreve studeerde van 1933 tot 1937 beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In 1937 volgde zijn opleiding tot medailleur bij Eduard Telcs in Boedapest. Brinkgreve verbleef van 1940 tot 1941 in Rome, waar hij kennismaakte met de klassieke beeldhouwkunst. Hij vestigde zich in 1943 als beeldhouwer in Amsterdam.
Brinkgreve was adviseur van Monumentenzorg en voorvechter voor het behoud van het historische karakter van de stad Amsterdam. Mede door hem is er een kentering tot stand gekomen in het denken over behoud van de binnenstad, tegen de trend tot sloop en grootschalige nieuwbouw in. In de jaren '70 richtte hij de Vereniging van Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad op.
De beeldhouwer Hans 't Mannetje heeft speciaal voor hem een gevelsteen gemaakt, zijn portret ten voeten uit, met onderschrift: RESTAURO, ik restaureer.

Gevelsteentjes binnenplaats bij Romanuszaal
Op een moeilijk bereikbare plaats, namelijk een klein binnenplaatsje naast de fietsenstalling bij de Romanuszaal blijken nog 3 gevelsteentjes te zitten, namelijk
A: J GOOFERS OFF Min. Mis PASTOR 1836. Hij was de bouwpastoor bij de begeleiding van de bouw van de Hartebrugkerk in 1836.
B: P WELTERS OFF Min Mis.
C: van ?????, V(?) OFF Min Mis.

...

...

...
GT_2152

N.B. Wim Barning, secretaris van de Hartebrugkerk wist te vertellen, dat tot de napoleontische tijd er achterstelling was voor katholieken en joden. Katholieken kerkten in schuilkerken. Maar ook daarna was het voor de katholieken zeer lastig om grond te verwerven voor het bouwen van kerken. Voor het verkrijgen van de grond van de Hartebrugkerk werd een truc toegepast: een tussenpersoon kocht de grond aan en verkocht die al na een dag aan de kerk.
Men kan zich afvragen of het hier wel gevelstenen betreft (wel openlijk toegankelijk?), waarom het op zo’n moeilijke plaats is aangebracht en of de binnenplaats vroeger misschien een meer open karakter had (en dus beter bereikbaar was).

Bronnen:

Jetteke Bolten-Rempt, Bagage. Leids monument voor de vervolgde en vermoorde joodse stadgenoten, Leiden 2010, p. 105-106

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart