Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Synagoge

  • Leiden
  • Geschiedenis 1701-1800
  • Gebouwen

Gevelteken Levendaal 16

.....
GT_1131
Gevelsteen met inscriptie in het Hebreeuws, de moderne vertaling is als volgt:
De luister van deze tempel zal groot zijn, nog groter dan voorheen - zegt de HEER van de hemelse machten -, en van hieruit zal ik jullie vrede en voorspoed geven -spreekt de HEER van de hemelse machten. (Haggaï 2:9)

Bakstenen gevel met rechte kroonlijst.
De synagoge is een Rijksmonument.

De asjkenazische joodse gemeente van Leiden ontstond aan het begin van de achttiende eeuw toen enkele joodse kooplieden uit Amsterdam en Den Haag het poorterschap van de stad verkregen.
Aanvankelijk werden de godsdienstoefeningen gehouden in een privé-huis aan de Vismarkt, maar in 1723 werd een pand aan het Levendaal betrokken, dat als synagoge ingericht werd. Op 14 januari van dat jaar kocht Aron van Praagh hier een huis en erf aan de noordzijde van ‘t Oude Levendaal voor f 280.-, dat hij inrichtte als gebedshuis. In datzelfde jaar werden de statuten van de joodse gemeente door de stadsraad goedgekeurd.
De gevel van de synagoge aan het Levendaal werd een kleine tien jaar later met toestemming van de overheid aangepast aan het gebruik van het gebouw. Op 16 maart 1731 verzocht kerkmeester Barent Salomons aan de "Burgemeesteren" toestemming om veranderingen aan het gekochte huis te mogen aanbrengen. Het verzoek werd toegestaan. Men vernieuwde de onderpui, er werd een deur in het midden geplaatst met aan weerszijden een venster. Boven de onderpui kwamen ook twee vensters.
Dit gebouw bleef dienst doen tot 1762. In dat jaar werd binnen zes maanden op dezelfde plaats een nieuwe synagoge gebouwd met een consistoriekamer en een ritueel bad.
Het gebouw kreeg toen de gevelindeling, zoals die tot op heden gebleven is, inclusief de gevelsteen met de Hebreeuwse inscriptie.

In de jaren '20 en '30 van de 18e eeuw maakte de joodse gemeente in Leiden een enorme groei door. Dat bracht de stadsraad ertoe het vestigingsbeleid voor joden te beperken. Vooral het economisch belang van de gilden speelde hier een grote rol bij. Aanvankelijk hadden de maatregelen betrekking op armlastige en rondzwervende joden. Ondanks de maatregelen nam het aantal joden in de stad toe, zeker nadat in 1796 de joden officieel gelijke burgerrechten verkregen.
Het merendeel van de Leidse joden bestond uit kleinhandelaren, uitdragers en verkopers van oude kleren en hoeden. Het merendeel woonde in de buurt van de synagoge.

Bij de buskruitramp van 12 januari 1807 werd de synagoge zwaar beschadigd, maar met provisorische restauraties weer hersteld.
Door de ontploffing werd niet alleen de synagoge zwaar beschadigd maar ook het archief van de joodse gemeente werd vernietigd èn de joodse school. Halverwege de negentiende eeuw bleek het noodzakelijk het gebouw geheel te renoveren.
De synagoge werd in 1858, met behoud van de gevelindeling, vrijwel geheel vernieuwd.

......
GT_1556

Het gebouw werd opnieuw ingewijd en tegelijkertijd werd een nieuw schoolgebouw in gebruik genomen. De synagoge werd in 1931 opnieuw gerestaureerd.

Naast het kerkbestuur en de kerkenraad waren er in Leiden ook enkele genootschappen actief die zich o.a. bezighielden met begrafenissen, ziekenbezoek en liefdadigheid. Voorts was er een vereniging ten behoeve van de opvang van emigranten en een weeshuis. Dit laatste was achtereenvolgens in de Nieuwsteeg, aan de Stille Rijn en op de hoek van de Roodenbergerstraat en de Cronesteinkade gevestigd. Naast het synagogale koor bestond er een genootschap voor het onderhoud van de synagoge en het interieur. Vanaf het ontstaan van de joodse gemeente te Leiden is er zorg gedragen voor joods onderwijs voor de kinderen.

Toen als gevolg van de maatregelen van de Duitse bezetter de joodse hoogleraren werden ontslagen, werd door professor R.P. Cleveringa een protestrede uitgesproken, waarna eind november 1940 een proteststaking uitbrak onder de studenten, waarop de universiteit gesloten werd. In 2015 werd ter herdenking van zijn protestrede een monument opgericht.
Na de uitsluiting van joodse kinderen uit het openbare onderwijs werd een joodse lagere school ingericht aan het Pieterskerkhof. Oudere kinderen gingen naar de joodse middelbare school in Den Haag.
Tussen juni 1942 en maart 1943 werden alle joden gedeporteerd uit Leiden. Een aantal wist ergens onder te duiken. Het allerlaatst werd het weeshuis, waarin ongeveer 50 kinderen verbleven, ontruimd.
In de Tweede Wereldoorlog werd de synagoge zwaar beschadigd en leeggeroofd.
Pas op 2 juni 1947 kon het gebouw, na gedeeltelijk herstel, weer in gebruik worden genomen door de meer dan gehalveerde joodse gemeenschap. M. Seyffers werd geïnstalleerd als voorganger in plaats van Victor Ephraim Bloemkoper, die op 30 april 1943 in Sobibor was omgekomen.
Er volgden nog meer restauraties die in 1978 voltooid waren.
Het weeshuis heeft een andere bestemming gekregen. Een plaquette en een Davidster in de deur van het gebouw herinneren aan het tragische lot van de bewoners.
In de synagoge worden nog regelmatig diensten gehouden. Aan het Levendaal zijn tegenwoordig eveneens een studentenhuis, een mensa en een joods studiecentrum gevestigd.

In november 1719 werd de joden een eigen begraafplaats toegewezen op het Blauwe Bolwerk. Na enige grafschendingen tussen 1750 en 1760 werd in 1758 door de joodse gemeente een begraafplaats aan de Rijnstraat in Katwijk gepacht. Deze is tot op heden in gebruik. In 1869 werd een gedeelte van de algemene begraafplaats achter Molen De Valk nabij de Nieuwe Beestenmarkt als joodse begraafplaats in gebruik genomen voor armen en kinderen.
De joodse begraafplaats in Katwijk is in 1981 gerestaureerd en staat op de monumentenlijst. Er is een gedenkteken voor de slachtoffers van de Duitse terreur. De graven van de joodse begraafplaats bij Molen De Valk zijn in 1961 overgebracht naar Katwijk. In 2003 bleek dat er een nieuwe restauratie van de begraafplaats noodzakelijk was. Er wordt naar subsidie gezocht.
De Leids-Joodse gemeenschap schonk in 2001 een glas-in-loodraam uit haar synagoge aan het gemeentehuis van Katwijk, uit erkentelijkheid voor de goede samenwerking.


Bronnen:

Website Joods Historisch Museum
Wikipedia
www.siger.org Joden in Leiden
Vertaling tekstfragment uit Hagai 2; jongerenbijbel.nl

Dit verhaal is opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, voor meer informatie zie ons colofon.


kaart