Erfgoed Leiden en omstreken

Info

Verhaal: Scheepswerf 'De Hoop' voorheen Gebroeders Boot

  • Leiden
  • Geschiedenis 1801-1900
  • Geschiedenis 1901-1950
  • Geschiedenis 1951- heden
  • Gebouwen

Gevelteken Sumatrastraat 49.

........
GT_1294
Sumatrastraat 49. Gevelsteen met de tekst SCHEEPSBOUW.

Dit gevelteken bevindt zich op het voormalige kantoor van de voormalige N.V. Scheepsbouw en reparatiewerf 'De Hoop' voorheen de Gebroeders Boot, opgericht in 1877.
De werf lag op de noordelijke punt van het huidige Waardeiland (Krefeldlaan) gezien vanaf de Lage Rijndijk (thans Van der Valk Bouwmanweg, Leiderdorp).
In november 1979 ging de werf, die toen eigendom was van Sleephelling Maatschappij Scheveningen, failliet en in februari 1980 werd de werf opgeheven. Het was in de jaren daarvoor steeds slechter gegaan door het uitblijven van opdrachten, de scheepsbouwafdeling was al in 1976 gesloten.
Na 102 jaar kwam er een einde aan het bestaan van deze Leidse scheepswerf.
Het terrein kwam aan de gemeente Leiden. Het kantoor is thans een woonhuis.

Het begin van de werf ligt in Koudekerk waar een meneer Boot in 1852 een scheepswerf oprichtte, genaamd 'De Waard'. Later verhuisde deze werf naar Alphen en nog later naar Woubrugge. In 1877 besloten zijn zoons, Jacobus en Pieter, voor zichzelf te beginnen op een stuk grond in de Waard in Leiden. Het bedrijf heette 'Scheepswerf De Gebroeders Boot' maar ook werd de naam De Waard nog gebruikt. Jacobus specialiseerde zich in houten schepen en Pieter in ijzeren. Tot in de jaren '30 floreerde de werf, er werkten zo'n 250 man.
Het bedrijf produceerde in zijn beginjaren vooral schepen van het type 'Westlander', platte schuiten voor het vervoer van groenten, fruit en bloemen.
Er was ook een dwarshelling zodat er ook scheepsreparaties uitgevoerd konden worden.
Door de aanleg van het Vlietkanaal moest de werf op de Waard verdwijnen. In 1908 werd de werf van jonkheer Van Rappard gekocht. Deze werf lag op de hoek van de Rijn en de Zijl en alle werkzaamheden verplaatsten zich naar de oever van de Zijl. Waarschijnlijk kwam vanaf deze tijd de naam 'De Hoop' in gebruik.
De werf van Boot begon zich te specialiseren in motorboten. De motoren werden vervaardigd door de machinefabriek Drakenburg. De schepen waren veelgevraagd en het bedrijf kende een grote bloei tot aan het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Een opzienbarende opdracht kwam in 1910 van de gebroeders Lumière. Zij gaven de opdracht voor de bouw van een bioscoop/theaterschip. Het werd de 'Alhambra Flottante'. Dit bioscoop-theater met een lengte van 50 meter en een breedte van ruim 7 meter, bood plaats aan 430 toeschouwers. Alle werknemers kregen een vrijkaartje bij de oplevering van het schip.
In 1927 werd het 50 jarig bestaan gevierd en schonk het personeel een plaquette aan de werf.
Het bedrijf kwam de crisis van 1929 nauwelijks te boven, men verkocht een groot stuk van terrein teneinde uit de kosten te komen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de werf een opdracht van de Duiters voor twee sleepboten. Daar heeft men zo'n beetje de hele oorlog over gedaan. In 1944, tijdens de 'Dolle Dinsdag', heeft de bezetter het kale schip weggehaald en naar Duitsland gesleept.

In een reclamefolder uit de jaren '50 van de twintigste eeuw staat het volgende vers;

REPARATIES, KLEIN EN GROOT,
ÉÉN ADRES: GEBROEDERS BOOT.

BOOT bood aan de Binnenschippers
Járen trouw zijn diensten aan;
BOOT mocht zich een naam verwerven
Die steeds goed bekend zal staan.

Bij een groote reparatie,
Die GOEDKOOP ÉN GOED moet zijn,
Weet BOOT zóó “het lek te stoppen”
Dat de schipper zegt: ’t is fijn!

Bij de kleinste averijtjes
Staat BOOT ook DIRECT gereed,
En hij weet je schuit VOORDEELIG
Te herstellen, eer je ’t weet.

BOOT werd BOOT door zijn ervaring;
Daarom zal voor groot en klein
BOOT de BESTE en GOEDKOOPSTE
Werf voor reparaties zijn.

Binnenschippers! dus voor álle
Reparaties, klein of groot,
Niet vergeten, goed onthouden:
ÉÉN ADRES: GEBROEDERS BOOT.

Leo Lens

Na de oorlog bloeide het bedrijf langzaam weer op. In 1952 werd het 75-jarig bestaan feestelijk gevierd en het personeel bood een tegeltableau aan.
Na het overlijden van de toenmalige directeur Pieter Boot in 1963 werd de werf verkocht aan Sleephelling Maatschappij Scheveningen.
Het ging steeds slechter met het bedrijf, het enige dat men er tot 1980 vervaardigde waren straalbuizen.

Bronnen:

Het Leidsch Dagblad van 24 november 1979, pagina 23
Website Stiel, Poëzie in bedrijfsreclame, artikel van Korrie Korrevaart.

Opgesteld door de commissie Geveltekens van de Historische Vereniging Oud Leiden, zie verder ons colofon.
kaart