Erfgoed Leiden en omstreken

Info

VVDW#29: Sporen van buitenplaats Boshuizen ontdekt

Lekker een fietstocht maken, wandelen of bootje varen in het landschap rond Leiden is tegenwoordig een favoriete bezigheid. Ook in vroegere eeuwen brachten Leidenaren hun vrije tijd door in het groen rond de stad. Een van de mogelijkheden was wandelend, door bijvoorbeeld gebruik te maken van de wandelroute aangelegd aan de buitenzijde van de stadssingels. Had men geld te besteden, dan was een eigen tuin in het buitengebied een optie, al dan niet voorzien van een buitenverblijf. De recreatietuinen lagen direct aan de stadssingels en uitvalswegen, de grotere buitens met huizen waren in een wijdere kring rond de stad gesitueerd. In de negentiende eeuw zijn de speeltuinen en bijna alle buitenplaatsen verdwenen. De vondst van deze week betreft een tuinvaas van zo’n verdwenen buitenplaats: huis Boshuysen. De vaas kwam aan het licht tijdens de archeologische opgraving die nu bij de sportvelden aan de Boshuizerkade plaats heeft.

Zandstenen tuinvaas van 60 x 50 (hxb), gevonden tijdens de archeologische opgraving bij de sportvelden aan de Boshuizerkade

Zandstenen tuinvaas van 60 x 50 (h x b), gevonden tijdens de archeologische opgraving bij de sportvelden aan de Boshuizerkade

 

Hoe huis Boshuysen en haar buitenplaats eruit gezien hebben is onbekend, want er zijn geen afbeeldingen van bekend. Tevens is de buitenplaats ook niet opgenomen in het overzicht van buitenplaatsen in De Leidse lustwarande. Geschiedenis van de tuinkunst op kastelen en buitenplaatsen rond Leiden, 1600-1800 uit 2005 van Henk Rijken. De naam Boshuysen vindt zijn oorsprong in een hofstede, een versterkt middeleeuws huis, dat vlak buiten de Witte Poort gelegen was aan de westzijde van Leiden. Bij het beleg van Leiden in 1574 werd het, net als de overige gebouwen rond de stad, verwoest, maar de naam van het huis bleef voortbestaan. Toen in 1664 de landerijen in dit gebied ingepolderd werden, ontstond de Boschhuysenpolder. De buitenplaats Boshuysen kwam in de achttiende eeuw vervolgens in etappes tot stand, op een iets andere plek dan de eerdere hofstede.

 

Boshuysen is nooit een groot buitenverblijf geweest. Het moet het midden gehouden hebben tussen een recreatietuin en een buitenverblijf. Jan van Maersche, raad en burgemeester van Leiden, kocht het terrein in 1714 voor het niet geringe bedrag van 6000 gulden en richtte het in als plantsoen met woonhuis. Daarnaast behield het ook een agrarische functie. In de verkoopadvertentie uit 1743, na het overlijden van Van Maersche, wordt gesproken van een ‘huysmans-wooninge’, ofwel boerderij, met o.a. schuur, hooiberg, wei- en hooiland.

 

In 1744 werd Boshuysen voor 7400 gulden gekocht door Michiel Pompe van Slingerland, eveneens een stadsbestuurder. Hij liet de onderdelen bouwen die met vrijetijdsbesteding te maken hadden, zoals een stenen koepel (1750) en een schuitenhuis (1759).  Ook hij gaf opdracht tot de bouw van een koe- en paardenstal (1757). Na het overlijden van Pompe van Slingerland verhuurden zijn erfgenamen het buiten nog een tijd lang in verschillende delen.

In de bibliotheek van ELO werden een aantal tekeningen ontdekt van de gebouwtjes die Michiel Pompe van Slingerland liet bouwen. Deze wat primitieve tekening stelt een tuinkoepel voor, gebouwd in 1750. (ELO LB 90939-1)

In de bibliotheek van ELO werden een aantal tekeningen ontdekt van de gebouwtjes die Michiel Pompe van Slingerland liet bouwen. Deze wat primitieve tekening stelt een tuinkoepel voor, gebouwd in 1750. (ELO LB 90939-1)

 

Michiel Pompe van Slingerland gaf Boshuysen ook een agrarisch gebruik. Zo bouwde hij een koestal en in 1761 liet hij deze grote schuur bouwen.

Michiel Pompe van Slingerland gaf Boshuysen ook een agrarisch gebruik. Zo bouwde hij een koestal en in 1761 liet hij deze grote schuur bouwen

 

De derde eigenaar die Boshuysen als ‘buitentje’ gebruikte was hoogleraar Sebaldus Justinus Brugmans. Brugmans moet het rond 1800 in bezit hebben gekregen en ook na zijn overlijden in 1819 bleef het in gebruik bij de familie. Op de oudste kadastrale kaart uit 1811-1832 wordt Boshuysen weergegeven met een huis, tuin en twee koepels. De laatste eigenaar was Govert George Snellen die het in 1858 voor 11.500,- gulden kocht. Toen hij het zes jaar later, in 1864, weer verkocht, stonden de gebouwen er nog, maar in 1876 was het van de kaart verdwenen.

 

De zandstenen tuinvaas die nu is gevonden, is vermoedelijk achttiende-eeuws. De meest aangewezen persoon voor plaatsing ervan is Michiel Pompe van Slingerland, juist omdat deze zoveel verbeteringen doorvoerde aan het buiten. De vaas is massief en heeft hoog gestaan, op een piëdestal, of wellicht op een gebouwtje of muur. De teruggevonden tuinvaas brengt de geschiedenis als buitenplaats van deze plek weer aan het daglicht en geeft enig inzicht in de vormgeving van de tuin.

 

Edwin Orsel en Esther Starkenburg

 

Bronnen

 

  • Stukken betreffende de buitenplaats Boshuijzen 1656-1858, bibliotheek ELO, LB 90939-1
  • S.J. Fockema Andreae, J.G.N. Renaud en E. Pelinck, Kastelen, ridderhofsteden en buitenplaatsen in Rijnland, Leiden 1952, 71
  • Kadastrale minuutplan Gemeente Soeterwoude, Sectie A, genaamd Croonestein, vierder blad, z.d. (1811-1832)
  • Henk Rijken, De Leidse lustwarande. Geschiedenis van de tuinkunst op kastelen en buitenplaatsen rond Leiden, 1600-1800, Leiden 2005
  • Frans van Mieris, beschryving der stad Leyden, deel II, Leiden 1770, 620-628

 

 

Over Vondst van de week (#VVDW)

Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site en het het twitter-account ErfgoedLeiden houden zij u op de hoogte.

Bekijk ook andere archiefvondsten, bodemschatten én bouwgeheimen via 'Erfgoed in Kaart'

kaart