Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: Molenresten van Leidse bodem

Molens: de Leidse binnenstad stond er in de 17e eeuw vol mee. Nu telt Leiden er nog negen, waaronder Molenmuseum De Valk en molen De Put. De meeste zijn te bezoeken tijdens de Nationale Molendagen op 12 en 13 mei. Van de verdwenen molens vinden archeologen nog steeds resten: van fundamenten en molenstenen tot contragewichten en zelfs zaden.

Molens bepaalden de skyline van Leiden. Ze stonden op alle bolwerken langs de rand van de stad. Op deze verhoogde verdedigingswerken konden ze onbelemmerd wind vangen. Buiten de stad zorgden veel molens voor het droog houden van de polders.

Hofmolen
Bij de voorbereiding op de aanleg van de Rijnlandroute vonden archeologen eind 2017 de  fundering van een wipmolen. De wipmolen is een type molen ontstaan in de 15de eeuw. Zo’n molen bestaat uit een piramidevormig onderstel en een draaibaar bovenhuis met wiekenkruis. Met behulp van een scheprad of een vijzel hield dit type molens de polders droog. De ontdekte fundering hoorde bij de verdwenen Hofmolen. Deze zorgde van 1610 tot 1912 voor de bemaling van de Hofpolder. Dit gebied maakt nu deel uit van de Leidse Oostvlietpolder. De opgraving leverde ook drie stenen op die dienden als contragewicht. Dit was een belangrijk onderdeel van het remwerk dat de draaiende wieken stil kon leggen. 

 Eind 2017 legden archeologen de fundamenten van de Hofmolen bloot (foto: IDDS)

Molenstenen
Baggerwerk in de Leidse singels en grachten leverde in 2009 en 2010 twee molenstenen op. De eerste lag in de Zoeterwoudse singel, ter hoogte van de volière in het Plantsoen. Onder grote belangstelling werd de steen op de kant getakeld. Het bleek een zogenaamde pelsteen. Deze werden gebruikt om gerst te ontdoen van het kaf. Waarschijnlijk is de steen later gebruikt als maalsteen; op de andere kant zat maalscherpsel (groeven op de steen voor het malen). Misschien hoorde de molensteen bij korenmolen “De Oranjeboom”. Die stond van 1733 tot 1904 vlak bij de vindplaats van de steen.

 Bij baggerwerk in de Zoeterwoudsesingel werd een molensteen gevonden

Grutterij
De baggeraars vonden een tweede molensteen in de Nieuwe Rijn, ter hoogte van Utrechtse Veer 28c. Het scherpsel (de groeven) van deze steen is weggesleten. Hij heeft een doorsnede van 60 cm en een dikte van 20 cm. Te klein voor een windmolen, maar een goed formaat voor een handmolen. Zo’n handmolen kwam voor in grutterijen (graanwinkels). In de 18de en 19de eeuw stond er een op de hoek van de Waardgracht en de Nieuwe Rijn. De steen kan ook in een rosmolen zijn gebruikt. Dit type molens werd door paarden aangedreven. Beide opgebaggerde molenstenen en een model van een grutterij zijn te zien in Molenmuseum De Valk.

Graan en boekweit
Naast molenstenen, fundamenten en contragewichten, geeft de Leidse bodem ook hele kleine vondsten prijs. In de buurt van Molen De Put ontdekten archeologen in 1982 allerlei zaden. Deze kunnen veel vertellen over het voedsel dat mensen in het verleden aten. Het bleek te gaan om resten van graan en boekweit. En van akkeronkruiden zoals korenbloem en bolderik. Misschien zijn ze afkomstig van granen die door de molensteen van De Put waren gemalen. De huidige molen De Put is een reconstructie uit 1987 van een 17de-eeuwse standerdmolen die op het hier gelegen bolwerk stond.

Molen De Put en Molenmuseum De Valk zijn met andere Leidse molens geopend tijdens (een van) de Nationale Molendagen op 12 en 13 mei. 

Vondst van de Week
Vondst van de week (#VVDW) is een rubriek van de erfgoedexperts van Erfgoed Leiden en Omstreken. Zij doen daarin verslag van opmerkelijke vondsten en ervaringen. Via deze site, twitter en facebook houden zij u op de hoogte.

Chrystel Brandenburgh

kaart