Erfgoed Leiden en omstreken

Info

#VVDW: ongekende bouwhistorische waarden

In 2015 is een plan ingediend voor het vernieuwen van Breestraat 108A. In dit plan werd vrijwel het hele pand gesloopt en opnieuw opgebouwd, op de historische achtergevel na. Het pand was geen monument, maar stond wel op de Leidse bouwhistorische waardenkaart. Om die reden is bouwhistorisch onderzoek gedaan door Erfgoed Leiden en Omstreken voorafgaand en tijdens de sloop. Uit dit onderzoek kwam een 16de-eeuws huis tevoorschijn met een vrijwel gaaf casco.

Bouwhistorisch onderzoek
Op basis van de gevel van Breestraat 108A, lag een datering van omstreeks 1900 voor de hand. In de gevel waren nog wat resten van een oudere gevel aanwezig, een vermoedelijk 18de-eeuwse klokgevel – zoals nog zichtbaar op een historische foto. Maar niets dat op het eerste zicht deed vermoeden op een nog ouder casco.

De klokgevel, zoals zichtbaar op een oude foto uit 1876 van Jan Goedeljee (Erfgoed Leiden en Omstreken, PV10.7)

Bij het onderzoek werd al snel duidelijk dat het ging om een veel ouder gebouw. Op basis van de eikenhouten vloer- en kapconstructies moest het gebouw zeker enkele eeuwen oud zijn. Dendrochronologisch onderzoek (een dateringsmethode op basis van jaarringen) wees uit dat het eikenhout gehakt moet zijn tussen 1571 en 1581 in Westfalen of het Weserberggebied in Duitsland. Leiden beschikte zelf niet over constructiehout en moest dit importeren. In dit geval dus uit Duitsland. Dit hout is in vlotten vervoerd over de Rijn en vermoedelijk via Dordrecht, het centrum van houthandel voor west-Nederland, naar Leiden getransporteerd. In de balken zijn zelfs sporen van het vlotten aanwezig. Dit zijn de zogenaamde vlotgaten, boorgaten met daarin pluggen en restanten van touwen of twijgen, waarmee de ruwe stammen aan elkaar werden gebonden tot vlotten. Het transport en handel duurde ongeveer twee jaar. Het ligt daarom voor de hand dat Breestraat 108a is gebouwd kort na het Leids ontzet van 1574. Er brak toen een tijd aan van instroom van vele vluchtelingen uit de zuidelijke Nederlanden en tevens een periode van enorme economische bloei. Het was de tijd dat Leiden enorm veranderde met veel nieuw- en verbouw om tegemoet te komen aan de vraag naar huisvesting. Breestraat 108A is dus een typische voorbeeld van deze Leidse gouden eeuw.


Breestraat 108A tijdens sloop, met de osendrup links (foto Erfgoed Leiden)

Indeling van het huis
Het laat 16de-eeuwse huis bestond uit een voor- en achterhuis, beide van twee bouwlagen en een zolder in de kap. Eigenlijk was tot de recente sloop dit hele huis nog aanwezig. Alleen de zolder van het voorhuis was verdwenen door het toevoegen van een derde bouwlaag rond 1900. De laat 16de-eeuwse vloerconstructies bestonden uit zogenaamde samengestelde balklagen, opgebouwd uit zware moerbalken en lichtere kinderbinten. Op de begane grond lagen de moerbalken op decoratief gesneden houten consoles en de verdieping had een houtskelet. Aan de linkerkant had het pand een zogenaamde osendrup. Deze middeleeuwse bouwvorm is een smalle strook tussen de huizen ten behoeve van de afvoer van regenwater toen de panden nog geen goten hadden en ten behoeve van het voorkomen van brandoverslag tussen de toenmalige houten huizen. Dat bij Breestraat 108A de osendrup nog aanwezig was, is heel bijzonder. In de loop van de tijd zijn deze osendruppen namelijk in onbruik geraakt, vaak gesloopt en daarmee in Leiden zeldzaam geworden.

Laat 16-eeuwse console van de balklaag (Foto Erfgoed Leiden)

Slot
Breestraat 108A was, vanwege zijn verbouwde voorgevel, geen monument. Dit betekende dat het 16de-eeuwse huis geen bescherming kende en bij de recente verbouwing grotendeels kon worden gesloopt en ook de osendrup grotendeels is verdwenen. De weergave van dit pand op de bouwhistorische waardenkaart heeft er wel voor gezorgd dat het gebouw afdoende kon worden gedocumenteerd en dat de historie van het pand niet ongezien verloren is gegaan.

Edwin Orsel

kaart